Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan zijn en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich op 5 november 2018 schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag door [slachtoffer] met een schaar in zijn borst te steken. Het slachtoffer was een zogeheten ‘drinkebroer’ van verdachte die net als hij op de beschermde woonlocatie van het Leger des Heils woonde. Nadat beiden de hele avond alcohol hadden gedronken, is het tot een confrontatie gekomen, waarbij verdachte het feit heeft gepleegd. Verdachte heeft met zijn handelwijze een grove inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer gemaakt. Hij mag van geluk spreken dat het slachtoffer niet is komen te overlijden.
Blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie is er sinds 2018 sprake van een patroon van alcohol gerelateerd overlastgevend gedrag, zoals openbaar dronkenschap. Verder is verdachte op 15 mei 2008 ter zake het plegen van een mishandeling tot een geheel voorwaardelijke werkstraf veroordeeld.
Tactus verslavingszorg heeft twee rapporten over verdachte uitgebracht, de laatste dateert van 2 april 2019. Door psycholoog J. Yntema is eveneens een rapport opgemaakt, met als datum 30 januari 2019. Blijkens de rapportages is bij verdachte sinds lange tijd sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis. Daarbij wordt de aanwezigheid van neurologische schade of mogelijk het ‘syndroom van Korsakov’ vermoed. Verdachte kan geen weerstand bieden aan de neiging om te drinken en drugs te gebruiken. Daarbij heeft al langere tijd last van geheugenstoornissen, waarbij er sprake lijkt te zijn van het reeds eerder aangehaalde ‘confabuleren’. Verdachte heeft daarbij een geringe draagkracht, maar vooral een gebrekkige coping. Het ontbreekt hem aan stress reducerende vaardigheden als situaties hem te onoverzichtelijk worden. Wanneer verdachte onder invloed van middelen is, wordt zijn inschattingsvermogen verder ingeperkt en reageert hij impulsiever. Volgens de psycholoog hebben de stoornissen verdachtes gedragskeuzes/gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde deels beïnvloed. De psycholoog heeft geadviseerd verdachte het hem ten laste gelegde, indien bewezen, (licht) verminderd toe te rekenen.
Het risico op recidive wordt, zonder adequate hulpverlening, door Tactus als laaggemiddeld en door de psycholoog als matig ingeschat. Zowel Tactus als de psycholoog concludeert dat als beschermende factoren zijn aan te merken de woonomgeving, het toezicht en de hulpverlening. Wanneer deze wegvallen, zal het risico op recidive verhoogd worden. De zorg die verdachte nodig heeft, moet gericht zijn op het beperken van het alcoholgebruik, overlastbeperking voor zijn leefomgeving en de maatschappij en praktische ondersteuning op de leefgebieden. Dit alles ontving hij binnen de beschermde woonvorm van het Leger des Heils in Zwolle, waar verdachte sinds een jaar verbleef. Als gevolg van deze strafzaak is hij echter zijn huisvesting kwijtgeraakt en zal hij opnieuw moeten worden aangemeld.
Tactus adviseert verdachte een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met een proeftijd van twee jaren, met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden, te weten de meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en een contactverbod met [slachtoffer] . Hoewel behandeling voor zijn verslaving door Tactus niet geïndiceerd wordt geacht, wordt deelname aan een ambulante behandeling wel als voorwaarde geadviseerd. Uit de toelichting in het rapport van Tactus blijkt dat de ambulante behandeling meer ziet op de begeleiding door Tactus van verdachte met betrekking tot zijn alcoholgebruik en zijn dagelijks functioneren en aldus niet op het volgen van een behandeling.
De psycholoog heeft eveneens geadviseerd verdachte verblijfszorg op te leggen, waarbij er op moet worden toegezien dat verdachtes alcoholgebruik binnen de perken blijft. Ten slotte acht zowel Tactus als de psycholoog het verrichten van een neuropsychologisch onderzoek op termijn aangewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigt de ernst van het feit in beginsel oplegging van een onvoorwaardelijke straf van aanzienlijke duur. De rechtbank ziet echter met name in de persoon van verdachte reden te komen tot een lagere straf dan door de officier van justitie is gevorderd. Verdachte is reeds op leeftijd en heeft een gering strafblad, waarbij een ernstig feit als het onderhavige niet eerder door hem is gepleegd. Daarbij neemt de rechtbank de conclusie van de psycholoog over dat verdachte (licht) verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht. Verder is uit de rapportages naar voren gekomen dat verdachte, gezien zijn psychische problematiek en zijn alcoholverslaving, het meest gebaat is bij een beschermde woonomgeving, toezicht en hulpverlening. Binnen een dergelijke setting zal de kans op recidive laag tot matig zijn. Naar het oordeel van de rechtbank zou verdachte, gezien zijn problematiek en leeftijd, met een langdurig verblijf in de gevangenis onevenredig zwaar worden gestraft.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden waarvan negen maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren passend. Van belang is daarbij dat naast de algemene en van rechtswege geldende voorwaarden de bijzondere voorwaarden van meldplicht, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en een contactverbod met betrekking tot [slachtoffer] zullen worden opgelegd. Een (ambulante) behandeling voor zijn verslaving is niet geïndiceerd volgens Tactus en zal dan ook niet als voorwaarde worden opgenomen. De geadviseerde begeleiding door de reclassering, zoals in het rapport van Tactus onder het kopje ‘ambulante behandeling’ is verwoord, zal onder de meldplicht worden geschaard. Aangezien [slachtoffer] mogelijk nog steeds woonachtig is bij de woonvorm van het Leger des Heils te Zwolle, zal bij een (her)plaatsing van verdachte bij een woonvorm met het contactverbod rekening moeten worden gehouden.