Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 25 april 2019;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] namens [tankstation] Enschede van 20 januari 2019 (pagina’s 9-12);
- het (afzonderlijk opgemaakte) proces-verbaal onderzoek wapen van 31 januari 2019, met nummer PL0600-2019026848-36.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
poging tot afpersing;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
gevangenisstrafvoor de duur van
21 (eenentwintig) maanden;
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de veroordeelde voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de veroordeelde:
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de veroordeelde: