Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
Wyllandrie B.V. en KPB Invest B.V. te Ootmarsum, eiseressen,
het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland, verweerder,
[naam] en [naam]te [woonplaats],
Procesverloop
Overwegingen
18 september 2012 zijn afspraken gemaakt door de toenmalige eigenaar van het hotel-restaurant en belanghebbenden over onder meer het gebruik van de faciliteiten van het
12 augustus 2015, zodat verweerder gehouden is om tot handhaving over te gaan. Verweerder heeft zijn standpunt dat gelet op de onevenredigheid van een eventuele intrekking van de vergunning, geen invulling hoeft te worden gegeven aan de beginselplicht tot handhaving, onvoldoende onderbouwd.
12 augustus 2015 blijkens de bewoordingen daarvan zijn verleend voor het veranderen van een bouwwerk ten behoeve van de tijdelijke opvang van asielzoekers, respectievelijk voor het brandveilig gebruik van het gebouw.
28 februari 2013 in te trekken overweegt de rechtbank als volgt.
Beslissing
- verklaart het bezwaar van Wyllandrie B.V. ontvankelijk;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338,- aan eiseressen te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.024,-