4.3Het oordeel van de rechtbank
De waarnemend secretaris van de landelijke [vereniging 1] (verder te noemen: [vereniging 1] ) [aangever 1] heeft op 24 december 2015 aangifte van verduistering door verdachte gedaan. Hij heeft verklaard dat [vereniging 1] een landelijke vereniging is met 10.000 leden en dat deze landelijke vereniging weer bestaat uit districten en afdelingen. Verdachte was in de periode 27 juni 2009 tot en met 1 april 2015 bestuurder (secretaris) bij de landelijke [vereniging 1] .
De toenmalige voorzitter van het district Overijssel van [vereniging 1] [aangever 2] heeft op 31 maart 2016 aangifte van verduistering door verdachte gedaan.De voorzitter heeft bij de aangifte het volgende verklaard.
Verdachte is penningmeester bij [vereniging 1] , district Overijssel. Ook vormde verdachte in zijn eentje het gehele bestuur van [vereniging 1] afdeling Zuidoost Twente/Enschede.
Met betrekking tot de bankrekening [rekeningnummer 1] ten name van [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede verklaarde hij dat:
- verdachte de beschikking had over een bankpas waarmee, voor zover hij wist, verdachte als enige kon internetbankieren;
- verdachte als enige kon beschikken over de bankrekeningen van [vereniging 1] afdeling
Zuid Oost Twente/Enschede.
Met betrekking tot de bankrekening [rekeningnummer 2] ten name van [vereniging 1] district
Overijssel verklaarde hij dat:
- verdachte de beschikking had over een bankpas, waarmee hij kon internetbankieren;
- verdachte kon beschikken over de bankrekeningen van [vereniging 1] district Overijssel.
Tevens verklaarde aangever [aangever 2] dat [getuige 1] de boekhouding heeft gecontroleerd vanaf 2010 tot einde 2015.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij de opvolger is van verdachte als penningmeester bij [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede en dat de volgende bankrekeningen werden aangehouden:
- [vereniging 1] district Overijssel: [rekeningnummer 2]
- [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede: [rekeningnummer 3] (tot 23-10-2012)
[rekeningnummer 1]
Daarnaast heeft getuige [getuige 1] verklaard dat verdachte de enige was die toegang had tot deze rekeningen en dat verdachte de beschikking had over de bankpassen van deze bankrekeningen alsmede internetbankieren en verstrekte afschriften van de bankrekeningen van [vereniging 1] , district Overijssel en [vereniging 1] , afdeling Zuid Oost Twente/Enschede.
Getuige [getuige 1] heeft ook verklaard dat hij onderzoek heeft gedaan naar de
bankafschriften en de boekhouding van [vereniging 1] , district Overijssel en [vereniging 1] , afdeling Zuid Oost Twente/Enschede. Hij heeft verklaard dat de volgende totaalbedragen zonder onderliggende stukken/declaraties/facturen afgeboekt zijn op de bankrekeningen van [vereniging 1] , district Overijssel en [vereniging 1] , afdeling Zuid Oost Twente/Enschede:
- € 15.400,00 € 15.400,00 aan contante opnames;
- € 70.220,00 € 70.220,00 overboekingen naar rekeningen ten name van verdachte en/of zijn
partner [partner] ;
- € 16.450,00 € 16.450,00 overboekingen naar rekening ten name van [stichting]
;
- € 249,95 € 249,95 aanschaf laserprinter bij [bedrijf] ;
- € 3.000,00 € 3.000,00 overboeking naar rekening ten name van [vereniging 2] ;
- € 437,95 € 437,95 overboeking naar rekening ten name van [vereniging 3] .
Getuige [getuige 1] heeft tijdens het opnemen van zijn verklaring de bankmutaties van de drie genoemde bankrekeningen van [vereniging 1] over de periode 1 januari 2010 tot en met november 2015 verstrekt.
Verbalisant [verbalisant] heeft onderzoek in de inbeslaggenomen boekhouding gedaan naar de door getuige [getuige 1] aangegeven ontbrekende facturen, stortings- en opnamebewijzen en andere belegstukken. Verbalisant zag dat de door getuige [getuige 1] genoemde onderliggende stukken inderdaad niet in de boekhouding aanwezig waren.
Verdachte is hiermee tijdens het verhoor op 7 juli 2016 geconfronteerd. Verdachte heeft verklaard dat belegstukken, zoals facturen, declaraties en opnamebewijzen, die ontbreken in de administratie van [vereniging 1] Overijssel dan wel [vereniging 1] Zuid Oost Twente/Enschede, in de administratie van de landelijke [vereniging 1] terug te vinden zouden zijn.
De verklaring van verdachte is voorgelegd aan de interim penningmeester van de landelijke
[vereniging 1] , getuige [getuige 2] , aan de administrateur van de landelijke [vereniging 1] , getuige [getuige 3] en aan de voormalige voorzitter van de landelijke [vereniging 1] [getuige 4] .
Getuige [getuige 2] heeft op 18 augustus 2016 verklaard dat de ontbrekende belegstukken van [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede, niet in de landelijke [vereniging 1] administratie kunnen zitten.Voorts heeft getuige [getuige 2] op 8 februari 2018 verklaard dat de administratie van de afdeling Zuidoost Twente door verdachte als penningmeester werd bewaard.
Getuige [getuige 3] heeft op 7 februari 2018 verklaard dat de ontbrekende belegstukken van [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede niet in de landelijke [vereniging 1] administratie kunnen zitten. Ook heeft hij verklaard nooit stukken te hebben ontvangen van [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede.
Getuige [getuige 4] heeft op 7 februari 2018 verklaard dat [vereniging 1] , district Overijssel en [vereniging 1] , afdeling Zuid Oost Twente/Enschede de administratie binnen de afdeling en district zelf bewaarden.
[stichting]
Uit het register van de Kamer van Koophandel blijkt dat verdachte sinds 22 december 2008 bestuurder-penningmeester is bij de [stichting] . Bestuurder-voorzitter van deze stichting is getuige [getuige 5] , eveneens sinds 22 december 2008.
In de bankmutaties van de bankrekeningen ten name van [vereniging 1] Zuid Oost Twente/Enschede zijn onder meer verschillende betalingen aan de [stichting] aangetroffen. Het betreft de volgende betalingen:
Het totale bedrag van deze boekingen naar de [stichting] is
€ 16.450,00.Zoals al eerder vermeld is van geen van deze betalingen door verbalisant [verbalisant] of getuige [getuige 1] facturen aangetroffen in de boekhouding van [vereniging 1] district Overijssel of [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede.
Op 13 september 2016 heeft getuige [getuige 5] verklaard dat hij van deze overboekingen geen facturen en/of andere onderliggende stukken in de boekhouding van de [stichting] heeft aangetroffen. Ook een dochter van verdachte, [naam 1] , heeft op 20 september 2016 verklaard dat zij in het tot haar beschikking staande digitale en papieren archief met hierin administratie van de [stichting] , geen facturen aangetroffen heeft met betrekking tot [vereniging 1] .
Aanschaf laserprinter [bedrijf]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat er op 3 maart 2015 een laserprinter voor € 249,95 is aangeschaft bij [bedrijf] (als onderdeel van een totale aanschaf van € 1.749,95 bij [bedrijf] ) en dat deze printer niet bij [vereniging 1] aanwezig is.
Overboeking naar rekening ten name van [vereniging 3]
Verbalisant [verbalisant] zag in de bankmutaties van [vereniging 1] Zuid Oost Twente/Enschede dat op 11 november 2015 een bedrag van € 437,95 is overgeboekt van bankrekening [rekeningnummer 1] ten name van [vereniging 1] Zuid Oost Twente/Enschede naar bankrekening [rekeningnummer 4] ten name van [vereniging 3] onder vermelding van [naam 2]
Getuige [getuige 1] heeft op 7 april 2016 verklaard dat hij contact heeft gehad met [naam 3] (voorzitter van [vereniging 2] ) in verband met de overboeking op 11 november 2015 van € 437,95 van [vereniging 1] naar [vereniging 3] ( [vereniging 3] ). Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat [naam 3] vertelde dat de boeking een borg betrof voor een
concours hippique ten behoeve van [vereniging 2] en dat dit geld betaald moest worden
omdat er anders geen concours gehouden kon worden.
Besteding geld
Verdachte is gevraagd naar wat hij met het geld heeft gedaan dat van bankrekening [rekeningnummer 1] ten name van [vereniging 1] naar bankrekening [rekeningnummer 5] ten name van verdachte en zijn partner [partner] heeft overgemaakt, in totaal betreft dit € 70.220,--. Verdachte heeft verklaard dat dit onkostenvergoedingen en gedeclareerde onkosten waren en dat het geld ten goede is gekomen van zijn gezin.
Getuige [getuige 3] en getuige [getuige 6] hebben verklaard dat verdachte voor de uitoefening van zijn bestuursfunctie voor de landelijke [vereniging 1] een kilometervergoeding mocht declareren. Dit mocht verdachte tevens voor zijn bestuursfuncties die hij uitoefende voor [vereniging 1] district Overijssel alsmede [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede. Ook voor de kilometers die verdachte maakte in verband met zijn functie als adviseur voor [vereniging 1] mocht verdachte declareren.
Verdachte heeft op 7 juli 2016 verklaard dat hij de volgende kosten mocht declareren.
- telefoonkosten € 6,50 per maand;
- internetabonnement € 9.95 per maand;
- gebruik automatiseringsapparatuur € 5,00 per maand;
- kilometers € 0,40 per kilometer.
Hij kreeg geen vaste vergoeding voor zijn werkzaamheden bij [vereniging 1] en er was geen
sprake van een dienstverband op welke wijze dan ook.
Totaal werd door verdachte de volgende bedragen gedeclareerd bij [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede:
2010 € 3.750,85
2011 € 3.669,25
2012 € 1.563,10
2013 € 0,00
2014 € 0,00
2015 € 0,00
Uit het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant] naar voren dat de volgende geldbedragen door verdachte voor eigen doeleinden zijn verkregen:
- € 70.222,-- overboekingen naar rekeningen ten name van verdachte en/ of zijn
- € 15.400,-- contante opnames;
- € 16.450,-- overboekingen naar rekening ten name van [stichting] ;
- € 3.000,-- overboeking naar rekening ten name van [vereniging 2] ;
- € 249,95 aanschaf laserprinter bij [bedrijf] ;
- € 437,95 overboeking naar rekening ten name van [vereniging 3] .
Dit betreft een totaal bedrag van € 105.757,90.
Hier staat tegenover dat de volgende bedragen ten gunste zijn gekomen van [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede:
- € 20,-- overboeking van rekening ten name van verdachte naar [vereniging 1] ;
- € 6.250,-- contante stortingen;
- € 2.995,-- overboekingen van rekening ten name van Huisartsenpraktijk [naam 4]
Dit betreft een totaal bedrag van € 9.265,00.
Het totaal verduisterde bedrag bedraagt derhalve € 105.757,90 - € 9.265,00 = € 96.492,90.
Verdachte heeft verklaard dat hij geen gelden van [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede heeft verduisterd. Verdachte heeft verklaard dat met betrekking tot de aan hem en/of zijn partner uitgekeerde gelden, de contante opnames, de overboekingen naar de [stichting] , [vereniging 2] en [vereniging 3] en de aanschaf van een laserprinter belegstukken aanwezig zijn.
De rechtbank overweegt, gelet op het vorenstaande, dat de door verdachte afgelegde verklaringen over de geldopnames en betalingen, niet of onvoldoende onderbouwd zijn dan wel dat door verdachte verzuimd is over die bedragen rekening en verantwoording af te leggen. Als penningmeester en/of bestuurder had hij de geldopnames en betalingen echter wel moeten kunnen onderbouwen en er rekening en verantwoording over moeten kunnen afleggen.
De rechtbank heeft geen enkele reden om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de hiervoor genoemde resultaten van het door de politie gedane onderzoek, de door de
voorzitter van [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede gedane aangifte en de door interim penningmeester van [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede afgelegde getuigenverklaring. Daaruit komt naar voren dat alle genoemde geldopnames of betalingen niet ten behoeve van [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede zijn gedaan maar door verdachte voor privédoeleinden zijn aangewend.
De rechtbank is – op grond van het voorgaande en alle hiervoor genoemde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien – van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich als penningmeester van [vereniging 1] district Overijssel en als bestuurder van [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede in de periode van 27 juni 2009 tot en met 1 april 2015 een geldbedrag van € 96.492,90 van de bankrekening van [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede wederrechtelijk heeft toegeëigend.
De rechtbank acht de in artikel 322 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde strafverzwarende omstandigheid van verduistering in persoonlijke dienstbetrekking niet bewezen. Als penningmeester en/of bestuurder maakte verdachte deel uit van het bestuur van [vereniging 1] district Overijssel en [vereniging 1] afdeling Zuid Oost Twente/Enschede. Zo bezien staat onvoldoende vast dat er sprake was van ondergeschiktheid aan een werkgever voor wie de verdachte werkzaam was.