4.4Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
In het dossier bevindt zich een aangifte van [slachtoffer] . Hij verklaarde dat hij op 22 januari 2017 met zijn vriend [naam] in een auto van het merk BMW met het kenteken [kenteken 1] rond reed. Ter hoogte van de Dapperstraat in Deventer zag hij een Audi staan waarin drie mannen zaten. Aangever stopte bij de auto en zag dat het raam open ging. Hij hoorde dat de bestuurder tegen hem zei: ‘geld, geld’ en hij zag dat de man een vuurwapen op hem richtte. Aangever schrok en reed weg in de richting van de Kosterstraat. In de Kosterstraat stapte hij uit zijn auto en liep hij richting de Audi. Hij zag dat alle drie de personen uit de auto kwamen. De bijrijder pakte hem bij zijn capuchon vast waardoor hij niet meer weg kon. Als eerste kreeg hij een trap in zijn ribben van de passagier van de Audi
.Vervolgens sloegen en schopten alle drie de inzittenden van de Audi hem. Hij voelde pijn aan zijn hoofd en ribben en uiteindelijk belandde hij op de grond. Zijn hoofd werd naar beneden geduwd. Terwijl hij op de grond lag, zag hij dat de passagier, de bijrijder en de bestuurder van de Audi naar zijn auto liepen. De bestuurder sloeg de ruit van zijn auto in en hij zag dat de passagier een telefoon uit zijn auto pakte.
Uit de letstelverklaring volgt dat aangever een bloeduitstorting had bij het rechteroog en schaafwonden in de hals en op beide oren. Daarnaast werd geconstateerd dat hij schaafwonden op zijn rug en in de flank had en een bloeduitstorting op zijn linkerknie. De door aangever opgelopen verwondingen passen bij de door hem aangegeven toedracht, aldus de forensisch arts.
[naam] , de inzittende van de auto die aangever bestuurde, verklaarde dat er drie mannen uit de Audi stapten. Ineens zag hij dat aangever en de passagier van de Audi aan het vechten waren. De bestuurder, een dikkere man, richtte een pistool op aangever. De man had het pistool met beiden handen vast en strekte zijn armen. Daarna zag en hoorde hij dat de bestuurder het raam van de auto van aangever insloeg met het pistool.
Getuige [getuige 1] hoorde op 22 januari 2017 rond 01.00 uur verschillende mannen schreeuwen. Buiten op de Dapperstraat zag zij een donkerkleurige stationwagen en een kleinere auto staan. Twee personen kwamen uit de Sloetstraat en liepen in de richting van de kleinere auto. De mannen omschreef zijn als volgt. Man 1 was ongeveer 35 jaar oud, droeg een zwart petje met een wit teken en zwarte kleding. Man 2 was ongeveer 35 jaar oud, droeg beige mannenlaarzen en zwarte kleding. Man 3 was ongeveer 40/45 jaar oud, had een dik postuur met uitstekende buik, een ruw uiterlijk en droeg een zwarte jas en spijkerbroek. Man 4 was ongeveer 30 jaar oud, droeg een zwarte broek met lichtere streep op de bovenbeen en rood trainingsjasje. Getuige [getuige 1] zag dat man 3 en 4 bij de kleinere auto stonden en dat de mannen 1 en 2 in de richting liepen van man 3 en 4. Man 3 was volgens deze getuige de aanstichter van alles. Man 3 trok man 4 met geweld naar de grond. Vervolgens zag zij dat de mannen 1, 2 en 3 man 4 schopten en sloegen. Dit ging minimaal twee minuten door. Op een gegeven moment hoorde zij iemand zeggen: ‘hij heeft een pistool’. Het pistool heeft zij niet gezien, wel zag zij dat man 3 deed alsof hij een pistool vast had.
Getuige [getuige 2] zag op 22 januari 2017 dat er op de kruising van de Dapperstraat en de Kosterstraat vier mannen aan het rennen waren. Persoon 1 was een man met een dik postuur, een kaal hoofd, ongeveer 1.80 meter lang en hij droeg een rood t-shirt en een donkere broek en schoenen. Persoon 2 en 3 waren mannen met een normaal postuur, rond de 30 jaar oud, tussen de 1.85 meter en 1.90 meter lang en zij droegen donkere kleding. Persoon 4, het slachtoffer, was een man met donker haar, ongeveer 30 jaar oud en 1.85 meter lang.
Hij zag dat persoon 1 ineens zijn armen recht voor zich uitstrekte in de richting van persoon 4. Het leek erop alsof persoon 1 een wapen richtte op persoon 4. Persoon 1 pakte vervolgens, persoon 4 vast en gooide hem op de grond. De personen 2 en 3 renden hierop in de richting van persoon 4. [getuige 2] zag dat persoon 4 op de grond lag en dat de andere drie personen, persoon 4 begonnen te slaan en te schoppen. Persoon 4 kreeg meerdere trappen en klappen van de andere drie personen. Hoe vaak de personen 1, 2 en 3 getrapt of geschopt hebben, wist de getuige maar hij verklaarde wel dat alle drie de personen een even groot aandeel hadden.
Tevens bevindt zich in het dossier een getuigenverklaring van [getuige 3] . Hij zag op 22 januari 2017 omstreeks 00:45 uur een dikke man met een rood shirt bij de snackbar aan de Dapperstraat in Deventer staan. Hij zag dat de man met rode shirt op het slachtoffer af liep en hij deed alsof hij een vuurwapen had. Deze dikke man met het rode shirt begon het slachtoffer te slaan en pakte het slachtoffer vast bij zijn arm. Een andere man sloeg een autoruit in en pakte het slachtoffer later ook vast. Beide mannen sloegen en schopten het slachtoffer. Daarna zag [getuige 3] nog een man aan komen rennen. Hij had donker haar en donkere kleding aan. De dikke man bracht het slachtoffer vervolgens naar de grond. Alle drie de mannen schopten het slachtoffer. Het slaan en schoppen duurde wel enkele minuten.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij een alarmpistool had meegenomen in zijn auto. Toen hij met aangever geconfronteerd werd, heeft hij dit pistool aan hem getoond.
Nadere bewijsoverwegingen
Uit de aangifte van [slachtoffer] , ondersteund door de (onafhankelijke) getuigenverklaringen van [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] , alsmede uit de verklaring van [naam] volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte de bestuurder is geweest van de Audi en dat hij degene is geweest die door de getuigen wordt omschreven als de forse man met het rode shirt aan. Op basis van deze verklaringen kan geconcludeerd worden dat verdachte een pistool op aangever heeft gericht, zich aan hem heeft opgedrongen, aangever bij de kleding heeft gepakt en aangever samen met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft geslagen, getrapt en geschopt tegen het gezicht, hoofd en het lichaam. Verdachte heeft daarmee substantieel bijgedragen aan de geweldshandelingen richting aangever.
De rechtbank ziet geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de genoemde (getuigen)verklaringen voor wat betreft het op aangever toegepaste geweld en de rol van verdachte hierin. De omstandigheid dat de verklaringen op onderdelen niet geheel eensluidend zijn doet geen afbreuk aan de betrouwbaarheid van de verklaringen, gelet op het chaotische karakter van een dergelijk incident. Het vormt ook geen aanwijzing dat de getuigen zaken niet (goed) hebben kunnen waarnemen. Dat de door aangever genoemde geweldshandelingen zijn gepleegd en dat verdachte daaraan een actieve bijdrage heeft geleverd, valt naar het oordeel van de rechtbank overtuigend uit de verschillende verklaringen op te maken.
Het onder 1 ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
Feiten 2 tot en met 5
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 2 tot en met 5 tenlastegelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal van aangifte van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 22 januari 2017, met bijlagen
- het proces-verbaal van verhoor verdachte van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] d.d. 30 januari 2017
- het proces-verbaal onderzoek wapen van verbalisant [verbalisant 6] d.d. 13 februari 2017, met bijlagen
- het proces-verbaal van verhoor verdachte van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] d.d. 30 januari 2017
- het proces-verbaal onderzoek wapen van verbalisant [verbalisant 6] d.d. 13 februari 2017, met bijlagen
- het proces-verbaal van verhoor verdachte van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] d.d. 22 februari 2017
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] d.d. 22 februari 2017
- het proces-verbaal van verhoor verdachte van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.