10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten 1 en 2 heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 belaging
feit 2 het opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gevaar voor goederen en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten is.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 4.4 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland in Groningen op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich gedurende de proeftijd ambulant laat behandelen bij de Waag of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de instelling zullen worden gegeven;
- zich onthoudt van gebruik van drugs en alcohol zolang de reclassering het nodig acht en meewerkt aan controle op de naleving van dit verbod middels adem- en/of urineonderzoek;
- meewerkt aan het hebben en behouden van werk of andere dagbesteding;
- op geen enkele wijze, direct of indirect (via derden), contact opneemt of onderhoudt met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1998 en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1993, zo lang de reclassering dit nodig acht;
- zich niet zal begeven in de gemeente Noordenveld, zolang de reclassering dat nodig acht en dat verdachte meewerkt aan elektronisch toezicht op dit verbod;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- legt op de maatregel dat verdachte gedurende twee jaren zich zal onthouden van direct of indirect (via derden) contact met [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum 2] 1998, wonende in de gemeente Noorderveld en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1993, wonende in [woonplaats] ;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichting ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
- bepaalt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor de feiten 1 en 2 tot een bedrag van € 1500,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten 1 en 2 tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1500,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 november 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
25 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1] voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft de schorsing van de voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. H.M. Braam, voorzitter, mr. V.P.K. van Rosmalen en mr. J. Mulder, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Bakker, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 30 april 2019.
Buiten staat
De jongste rechter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.