ECLI:NL:RBOVE:2019:148

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 januari 2019
Publicatiedatum
21 januari 2019
Zaaknummer
08/730396-18, 08/770122-18, 21/003318-16 (tul) en 08/730605-16 (tul)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak tegen een verdachte van het leksteken van autobanden

Op 21 januari 2019 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een 47-jarige man, die wordt verdacht van het leksteken van autobanden in Hengelo in mei 2018. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting heropend na een eerdere zitting op 7 januari 2019, waar de verdachte bekendheid gaf aan de hem tenlastegelegde inbraak onder parketnummer 08/730396-18, maar ontkende betrokkenheid bij de vernielingen onder parketnummer 08/770122-18. De officier van justitie, mr. S. Leusink-van Dijk, heeft gevorderd dat de ISD-maatregel aan de verdachte wordt opgelegd en dat de vorderingen van de benadeelde partijen worden toegewezen. De raadsman van de verdachte, mr. R.B.J.G. Baggen, heeft echter gepleit voor vrijspraak wegens gebrek aan bewijs en onrechtmatige aanhouding.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest, met name in de zaak onder parketnummer 08/770122-18. De rechtbank heeft besloten dat nader onderzoek noodzakelijk is, met specifieke aandacht voor camerabeelden en informatie van een bedrijf in Hengelo. Het onderzoek is geschorst voor onbepaalde tijd, met de verplichting dat dit niet later dan drie maanden na de datum van de uitspraak moet worden hervat. De rechtbank heeft ook bepaald dat de stukken in handen van de officier van justitie worden gesteld voor verder onderzoek en dat de verdachte en benadeelde partijen voor de volgende zitting moeten worden opgeroepen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/730396-18, 08/770122-18, 21/003318-16 (tul) en 08/730605-16 (tul).
Datum vonnis: 21 januari 2019
Tussenvonnis van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1972 in [geboorteplaats] (O),
wonende in [woonplaats] (O),
nu verblijvende in het PPC te Zwolle.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaken onder bovengenoemde parketnummers zijn ter zitting gevoegd.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 7 januari 2019. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. Leusink-van Dijk en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman
mr. R.B.J.G. Baggen, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.
Verdachte heeft ter zitting de hem onder parketnummer 08/730396-18 tenlastegelegde inbraak bekend.
Ten aanzien van de hem onder parketnummer 08/770122-18 tenlastegelegde vernielingen heeft verdachte verklaard daar niets mee te maken te hebben. Hij ontkent de persoon te zijn op de videobeelden die hem ter zitting zijn getoond.
Desgevraagd laat de officier van justitie weten dat volgens haar bij de [bedrijf] aan de [adres 1] te Hengelo niet is geïnformeerd of zij over nadere informatie beschikken van de persoon die daar op 2 mei 2018 om 00:53:25 uur geprobeerd heeft te pinnen. Verder heeft de officier van justitie laten weten geen verklaring te hebben voor het feit dat de beelden van de flat aan de [adres 2] te Hengelo, waarop te zien zou zijn dat verdachte op 2 mei 2018 te 06:48 uur die flat binnen gaat en deze weer om 06:53 uur verlaat, niet aan het proces-dossier zijn toegevoegd.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de zaken onder parketnummers
08/730396-18 en 08/770122-18, bewezen kunnen worden verklaard. Zij heeft gevorderd dat aan verdachte de ISD-maatregel wordt opgelegd en de vordering van de benadeelde partijen worden toegewezen. Wat betreft de zaken onder parketnummers 21/003318-16 en
08/730605-16 heeft de officier van justitie geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen nu de tenuitvoerlegging van de in die vorderingen vermelde voorwaardelijke straffen zich niet verhoudt met een ISD maatregel.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte, wegens gebrek aan bewijs, van alle hem tenlastegelegde feiten dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft met betrekking tot het feit onder parketnummer 08/730396-18 aangevoerd dat verdachte dit feit weliswaar heeft bekend maar dat die bekentenis niet op rechtmatige wijze is verkregen en van het bewijs dient te worden uitgesloten, nu er ten tijde van de aanhouding van verdachte geen redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit bestond en die aanhouding dus onrechtmatig was. Ook de overige bewijsmiddelen moeten om die reden terzijde worden geschoven, aldus de raadsman. De vorderingen van de benadeelde partijen moeten, gelet op de vrijspraak, worden afgewezen Dit geldt ook voor de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straffen.
De rechtbank is van oordeel dat, wat betreft de zaak onder parketnummer 08/770122-18, het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest en moet worden hervat.

2.Nader onderzoek

2.1
Onderzoek naar de feiten
De rechtbank acht het noodzakelijk dat zij in de zaak onder parketnummer 08/770122-18omtrent de hieronder in de beslissing vermelde punten nader wordt geïnformeerd.

3.Schorsing onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd

De rechtbank zal het onderzoek ter terechtzitting in verband hiermee heropenen en schorsen tot een in overleg met de officier van justitie nader te bepalen tijdstip niet later dan drie maanden na heden. De klemmende reden voor de duur van deze schorsing is dat niet eerder zittingsruimte beschikbaar is.

4.De beslissing

De rechtbank:
heropening onderzoek ter terechtzitting
- heropent het onderzoek ter terechtzitting;
nader onderzoek
- bepaalt dat nader onderzoek wordt gedaan naar de jas die verdachte volgens de camerabeelden op 2 mei 2018 in Hengelo zou hebben gedragen. Het betreffen onder meer de camerabeelden van de [straat 1] om 01:39 uur, de [straat 2] om 00:52 uur en de [adres 1] ( [bedrijf] ) om 00:53:25 uur. De rechtbank wenst te worden geïnformeerd of de jas van de persoon die op die beelden te zien is op enigerlei wijze in verband kan worden gebracht met verdachte. In dat verband vraagt de rechtbank zich af
  • of die jas te zien is op eventuele beelden/foto’s die in het verleden (door de politie) van verdachte zijn gemaakt;
  • of verdachte die jas ook droeg bij zijn aanhouding en zo ja, of daarvan foto’s beschikbaar zijn;
  • of die jas ook te zien is op de camerabeelden die zijn gemaakt van het moment dat verdachte op 2 mei 2018 te 06:48 uur de flat aan de [adres 2] te Hengelo binnen zou zijn gegaan en deze flat om 06:53 uur weer zou hebben verlaten.
- bepaalt tevens dat zal worden onderzocht of de [bedrijf] aan de [adres 1] te Hengelo, waar verdachte op 2 mei 2018 om 00:53:25 uur zou hebben geprobeerd te pinnen, over nadere informatie beschikt van de persoon die daar toen heeft geprobeerd te pinnen.
- bepaalt verder dat voornoemde camerabeelden van de flat aan de [adres 2] te Hengelo, alsnog aan het proces-dossier zullen worden toegevoegd;
- stelt de stukken in handen van de officier van justitie, zodat deze omtrent vorenstaande nader zal handelen, dan wel onderzoek zal (laten) verrichten;
schorsing onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd
- schorst het onderzoek tot een in overleg met de officier van justitie nader te bepalen tijdstip, niet later dan drie maanden na heden;
- beveelt de oproeping van verdachte en de benadeelde partijen voor die zitting en verzoekt de kennisgeving van die zittingsdatum aan de raadsman.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. M.J.C.M. Manders en mr. F.C. Berg, rechters, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2019.
Mrs. Bos en Manders zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.