Met betrekking tot de vraag of en zo ja op welk bedrag [X] c.s. aanspraak kan maken als schadevergoeding, overweegt de kantonrechter het volgende.
De kantonrechter verwerpt het betoog van de gemeente dat [X] c.s. geen recht heeft op enige vergoeding omdat hij zijn bedrijfsvoering heeft gestaakt voordat de huurovereenkomst werd opgezegd. Die redenering is te kort door de bocht, nu de mededeling van [X] c.s. aan MultiVlaai Retail BV van 29 december 2016 en de daarop gevolgde handelwijze van [X] c.s. niet los gezien kan worden van de voorgenomen plannen van de gemeente tot (gedeeltelijke) sloop van het door [X] c.s. gehuurde pand. Op de voet van artikel 7:309 BW is de kantonrechter dan ook van oordeel dat [X] c.s. een schadeloosstelling toekomt.
Uit de stukken blijkt dat er vanaf 2016 door het daartoe gespecialiseerde bureau SAOZ rapporten zijn opgesteld waarin op basis van de Onteigeningswet schadeberekeningen zijn opgesteld. Deze schadeberekeningen geven inzicht in de begrote kosten/schade bij bedrijfsverplaatsing en bij bedrijfsbeëindiging. Nu de kantonrechter bij vonnis van
14 november 2017 de huurprijs van het gehuurde heeft verlaagd, heeft SAOZ in haar rapport van november 2017 een eerder opgestelde schadeloosstellingsberekening van maart 2017 ten aanzien van de begrote kosten/schade bij bedrijfsverplaatsing geactualiseerd. Reeds hiervoor is gememoreerd dat partijen in het verleden hebben getracht om in der minne tot een regeling te komen over een aan [X] c.s. te betalen schadevergoeding. Bij brief van 16 januari 2017 heeft de gemeente in verband met bedrijfsverplaatsing respectievelijk bedrijfsbeëindiging voorstellen gedaan tot het betalen van een vergoeding van € 100.000,-, respectievelijk € 250.000,-. Geen van deze voorstellen heeft [X] c.s. aanvaard, waardoor deze voorstellen zijn komen te vervallen en [X] c.s. daaraan geen enkele aanspraak meer kan ontlenen.
Met de gemeente is de kantonrechter van oordeel dat een vergoeding dient plaats te vinden op basis van bedrijfsverplaatsing en niet op basis van bedrijfsbeëindiging. Gelet op de aard van het bedrijf, de leeftijd van de huurders en de bedrijfsresultaten, ligt verplaatsing naar een andere locatie mede gelet op het winkelaanbod in Almelo, in de rede. Dat [X] c.s. heeft besloten om zijn bedrijfsvoering te beëindigen, maakt dit niet anders.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de inhoud en de bevindingen van SAOZ in haar rapport van november 2017, neemt de inhoud en bevindingen over en maakte deze tot de zijne. In dit rapport wordt de schade die [X] c.s. lijdt als gevolg van bedrijfschap begroot op € 51.175,- + PM. Gelet op het uitgangspunt van volledige schadevergoeding, dient de gemeente - nu er volgens het SAOZ rapport een aanmerkelijke kans is dat over de vergoeding BTW moet worden betaald - ook de eventueel door [X] c.s. nog verschuldigde BTW te vergoeden. De kantonrechter zal op grond van het voorgaande de gemeente dan ook veroordelen om aan [X] c.s. een schadevergoeding van € 51.175,- te betalen, te vermeerderen met BTW indien zou blijken dat [X] c.s. over dit bedrag omzetbelasting is verschuldigd.