Op 23 april 2019 heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1994 en momenteel gedetineerd in de PI Achterhoek in Zutphen. Het vonnis volgt op een openbare terechtzitting op 16 april 2019, waar de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie, mr. A.C. Waterman, en het verweer van de verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. K. Kok. De officier van justitie heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en terbeschikkingstelling (tbs) geëist, terwijl de verdediging pleitte voor behandeling onder bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel.
Tijdens de beraadslaging in raadkamer bleek dat het onderzoek naar de persoon van de verdachte niet volledig was. De rechtbank oordeelde dat er nader onderzoek nodig was, vooral naar de haalbaarheid en noodzaak van tbs met voorwaarden. Deskundigen, waaronder psycholoog dr. D.J. Burck en psychiater dr. I. Hazemeijer, hebben gerapporteerd over de problematiek van de verdachte en de noodzaak van behandeling. De rechtbank heeft besloten het onderzoek ter terechtzitting te heropenen en te schorsen tot een nader te bepalen tijdstip, niet later dan drie maanden na de uitspraak, om een maatregelenrapport van de reclassering te ontvangen.
De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om een maatregelenrapport op te vragen bij de reclassering, waarin de haalbaarheid en noodzaak van tbs met voorwaarden wordt besproken. De rechtbank heeft ook bepaald dat de deskundigen bij de volgende zitting aanwezig moeten zijn om verdere vragen te beantwoorden. De verdachte, deskundigen en benadeelde partij zullen worden opgeroepen voor de volgende zitting, die in overleg met de officier van justitie en de raadsman zal worden vastgesteld.