ECLI:NL:RBOVE:2019:1447
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van valsheid in geschrifte en fosfaatfraude door onvoldoende bewijs
Op 25 april 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 39-jarige man, die werd beschuldigd van valsheid in geschrifte en het medeplegen daarvan. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was. De zaak betrof onder andere de beschuldiging dat de verdachte opdracht had gegeven tot het plegen van fosfaatfraude door middel van valselijk opgemaakte grondgebruikersverklaringen en gecombineerde opgaven door de vennootschap [VOF 1] V.O.F. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle feiten, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. Aangezien [VOF 1] V.O.F. bij een eerder vonnis van alle aan haar verweten strafbare gedragingen werd vrijgesproken, kon de verdachte niet als opdrachtgever of feitelijke leidinggever worden aangemerkt. De rechtbank heeft daarom besloten de verdachte van alle ten laste gelegde feiten vrij te spreken.