Op 19 april 2019 heeft de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven in een zaak waarbij een 46-jarige man, verdachte, zijn agrarisch bedrijf in Steenwijkerland voor de duur van zes maanden moet stilleggen. De officier van justitie had op 2 april 2019 een vordering ingediend op basis van artikel 29 van de Wet op de Economische Delicten, omdat er ernstige bezwaren waren gerezen tegen de verdachte met betrekking tot het welzijn van de dieren op zijn bedrijf. Tijdens een inspectie op 27 maart 2019 door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) werden diverse overtredingen geconstateerd, waaronder onhygiënische omstandigheden en verwaarlozing van de dieren. Ondanks eerdere waarschuwingen en controles in 2013, 2015 en 2018, waren er geen structurele verbeteringen opgetreden. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de gezondheid en het welzijn van de dieren een onmiddellijk ingrijpen vereisten. De verdachte mag zijn land aan anderen ter beschikking stellen, maar mag geen rol spelen in de verzorging van de dieren. De beschikking is dadelijk uitvoerbaar.