Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig(personenauto), gaande in de
richting van de rotonde, gelegen op de kruising van de wegen, de Wijnand Zeeuwstraat en de
Welleweg , daarmede rijdende op de weg, de Wijnand Zeeuwstraat
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, voormelde rotonde is op- en (driekwart)overgereden en/of ter hoogte van de Welleweg naar rechts gaand, zonder te stoppen die Welleweg is opgereden,
een in die weg (de Welleweg) gelegen voetgangersoversteek- plaats(zebra) is genaderd, welke voetgangersoversteekplaats werd aangegeven middels een in verdachtes rijrichting gekeerd bord L02 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, welk bord zich, gezien verdachtes rijrichting, in de rechter berm, althans aan de rechter zijde van die weg (de Welleweg) bevond en/of in strijd met het gestelde in artikel 49 lid 2 van voormeld reglement, drie, althans een aantal voetgangsters, die zich op die voetgangersoversteekplaats (zebra) bevonden en/of welke voetgangsters, gezien verdachtes rijrichting, doende waren om die weg (de Welleweg) van links naar rechts gaande, over te steken, niet voor heeft laten gaan en/of terwijl verdachte de verkeerssituatie ter plaatse goed kende, niet of in onvoldoende mate heeft gelet en is blijven letten op het direct voor hem gelegen weggedeelte van die weg (de Welleweg) en/of terwijl verdachte (mogelijk) verblind werd door de zon, zich niet of onvoldoende mate heeft overtuigd, dat zich geen voetgangers nabij of op voormelde voetgangersoversteekplaats ( zebra) bevonden en/of is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met één van die zich op die voetgangersoversteekplaats (zebra) bevindende voetgangsters (het slachtoffer [slachtoffer] ), en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood;
leiden:
hij op of omstreeks 12 februari 2018 te Rijssen in de gemeente Rijssen-Holten, als bestuurder van een motorrijtuig(personenauto), gaande in de richting van de rotonde, gelegen op de kruising van de wegen, de Wijnand Zeeuwstraat en de Welleweg, daarmede heeft gereden op de weg, de Wijnand Zeeuwstraat en voormelde rotonde is op- en (driekwart)overgereden en/of ter hoogte van de Welleweg naar rechts gaand, zonder te stoppen die Welleweg is opgereden, een in die weg (de Welleweg) gelegen voetgangersoversteek- plaats(zebra) is genaderd, welke voetgangersoversteekplaats werd aangegeven middels een in verdachtes rijrichting gekeerd bord L02 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, welk bord zich, gezien verdachtes rijrichting, in de rechter berm, althans aan de rechter zijde van die weg (de Welleweg) bevond en/of in strijd met het gestelde in artikel 49 lid 2 van voormeld reglement, drie, althans een aantal voetgangsters, die zich op die voetgangersoversteekplaats (zebra) bevonden en/of welke voetgangsters, gezien verdachtes rijrichting, doende waren om die weg (de Welleweg) van links naar rechts gaande, over te steken, niet voor heeft laten gaan en/of terwijl verdachte de verkeerssituatie ter plaatse goed kende, niet of in onvoldoende mate heeft gelet en is blijven letten op het direct voor hem gelegen weggedeelte van die weg (de Welleweg) en/of terwijl verdachte (mogelijk) verblind werd door de zon, zich niet of onvoldoende mate heeft overtuigd, dat zich geen voetgangers nabij of op voormelde voetgangersoversteekplaats (zebra) bevonden en/of is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met één van die zich op die voetgangersoversteekplaats (zebra) bevindende voetgangsters (het slachtoffer [slachtoffer] ), door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
richting van de rotonde, gelegen op de kruising van de wegen, de Wijnand Zeeuwstraat en de
Welleweg, daarmede rijdende op de weg, de Wijnand Zeeuwstraat aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, voormelde rotonde is op- en driekwart overgereden en ter hoogte van de Welleweg naar rechts gaand, zonder te stoppen die Welleweg is opgereden, een in die weg (de Welleweg) gelegen voetgangersoversteek- plaats(zebra) is genaderd, welke voetgangersoversteekplaats werd aangegeven middels een in verdachtes rijrichting gekeerd bord L02 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, welk bord zich, gezien verdachtes rijrichting, aan de rechter zijde van die weg (de Welleweg) bevond en in strijd met het gestelde in artikel 49 lid 2 van voormeld reglement, drie voetgangsters, die zich op die voetgangersoversteekplaats (zebra) bevonden en welke voetgangsters, gezien verdachtes rijrichting, doende waren om die weg (de Welleweg) van links naar rechts gaande, over te steken, niet voor heeft laten gaan en terwijl verdachte de verkeerssituatie ter plaatse goed kende in onvoldoende mate heeft gelet en is blijven letten op het direct voor hem gelegen weggedeelte van die weg (de Welleweg) en terwijl verdachte verblind werd door de zon, zich niet heeft overtuigd, dat zich geen voetgangers nabij of op voormelde voetgangersoversteekplaats (zebra) bevonden en in aanrijding is gekomen met één van die zich op die voetgangersoversteekplaats (zebra) bevindende voetgangsters (het slachtoffer [slachtoffer] ), en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
De rechtbank houdt voorts rekening met de leeftijd van verdachte, als ook met zijn lichamelijke gesteldheid. Tevens acht de rechtbank van belang dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood;
geldboete van € 1.000,-- (duizend euro);
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
20 (twintig) dagen;
ontzegtverdachte
de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de tijd van