11.De beslissing
Vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair, subsidiair en de meer subsidiair tenlastegelegde
mishandelingheeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte de meer subsidiair tenlastegelegde
bedreiging met verkrachtingheeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte voor wat betreft de meer subsidiair tenlastegelegde bedreiging met verkrachting meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
meer subsidiair: bedreiging met verkrachting;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde feit;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
240 dagen (tweehonderdveertig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
135 (honderdvijfendertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien veroordeelde voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Tactus Reclassering te Enschede op het adres Raiffeisenstraat 75 7514 AM Enschede op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie Cova+ of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de veroordeelde:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het
nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in
artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede
lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- beveelt dat de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van
€ 72,30 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2018) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- wijst af het bedrag van € 16,62 aan gevorderde reiskosten;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 72,30,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2018 ten behoeve van de benadeelde (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan), met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
1 dagzal worden toegepast. . Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk voor het meer of anders gevorderde;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van
€ 750,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2018);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 750,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 15 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk voor het meer of anders gevorderde;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- gelast de teruggave van een mobiele telefoon van het merk Huawei en een mobiele telefoon van het merk Nokia aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.W.M. Hendriks, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en mr F.H.W. Teekman, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 april 2019.
Buiten staat
Mr. C.C.S. Bordenga-Koppes is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Districtsrecherche Twente onderzoek ON2R018045 RIGEL/ON2RO18045 met nummer ON2RO18045. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
De verklaring van verdachte op de zitting van 2 april 2019 voor zover inhoudend:
Op 12 mei 2018 was ik met [medeverdachte] en zijn vriendin bij [getuige 2] thuis. [medeverdachte] ging op een gegeven moment weg. Vervolgens kwam hij terug met een jongen. Sommige mensen noemen mij [alias verdachte] . Ik heb twee flessen gepakt. Een kleine en een grote fles. Ik zei toen tegen die jongen welke hij wilde, de kleine of een grote.
2.
Het proces-verbaal van politie nummer PL0600-2018205530-6 (pagina 40 tot en 48 van de doorgenummerde bijlagen van het zaakdossier), als verklaring van aangever [slachtoffer] – kort samengevat en zakelijk weergegeven - voor zover inhoudend:
Op 12 mei 2018 ben ik naar [ijssalon] gelopen om [getuige 1] daar te ontmoeten. Toen ik bij [ijssalon] was zag ik iemand met een capuchon en zwarte jas op mij af komen. Ik kreeg direct klappen van hem in mijn gezicht, ik voelde dat hij mij meerdere malen in het gezicht sloeg met zijn vuisten en hij pakte mij bij mijn kraag vast. Ik herkende hem als [medeverdachte] .
Wij liepen naar een soort van flat waar wij beneden in moesten.
Opmerking verbalisanten:Wij laten aan de aangever [adres 2] zien tussen het
[bedrijf 1] en [bedrijf 2] . Wij doen dit via Google maps. Hiervan zal
een uitdraai bijgevoegd worden aan dit proces verbaal. De aangever zal de locatie
hierop aangeven.
[medeverdachte] zei tegen mij dat ik mee moest naar binnen en hij trok mij mee naar binnen. Ik zag [getuige 1] , [getuige 2] en een neger in de woning. De bijnaam van deze neger is [alias verdachte] .
Ik hoorde dat [medeverdachte] tegen mij zei dat hij mij in de kont wilde neuken en dit wilde gaan filmen. Hij wilde dit dan online gaan zetten. [..] Op een gegeven moment pakte de neger twee flessen. Een grote en een kleinere fles. Beide waren van sterke drank. De kleine was van Hennessey. De neger vroeg aan mij welke ik in mijn kont wilde. [..] Ik zag dat [medeverdachte] zijn broek naar beneden deed en hierbij zei hij: Pijp mij. Hij had wel zijn boxershort nog aan. Ik had echt het gevoel dat ik verkracht zou worden want hij zei meerdere malen tijdens het slaan dat hij mij in de kont ging neuken.
3.
Het proces-verbaal van politie nummer PL0600-2018205530-6 (pagina 30 tot en 43 van de doorgenummerde bijlagen van het persoonsdossier), inhoudende als verklaring van verdachte [medeverdachte] :
Ik heb met [slachtoffer] afgesproken bij [ijssalon] in het centrum van Enschede. Ik vroeg aan [slachtoffer] of hij mee wilde gaan naar [getuige 2] omdat [getuige 1] daar ook was. [getuige 2] woont volgens mij op [adres 2] .
Het proces-verbaal van politie nummer 60 (pagina 27 tot en met 34 van de doorgenummerde bijlagen van het zaakdossier), inhoudende als verklaring van [verdachte] :
[medeverdachte] zei tegen die jongen dat hij hem in de kont ging neuken. Ik ben toen opgestaan en heb toen twee flessen gepakt. Een kleine en een grote fles. Ik heb hem alleen gevraagd welke fles hij in zijn kont wilde.