ECLI:NL:RBOVE:2019:1286

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 april 2019
Publicatiedatum
16 april 2019
Zaaknummer
08-760191-18 (P), 08-175491-18 en 08-185913-18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor poging tot afpersing en winkeldiefstal met geweldsbedreiging

Op 16 april 2019 heeft de Rechtbank Overijssel een 44-jarige man uit Haaksbergen veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder poging tot afpersing en winkeldiefstal. De man heeft op 19 november 2018 in Enschede geprobeerd een andere man, die net had gepind, te overvallen door hem met een mes te bedreigen en te dwingen tot afgifte van geld. Daarnaast is hij veroordeeld voor een winkeldiefstal op 5 september 2018 en een poging daartoe op 18 september 2018. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 248 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat de man verminderd toerekeningsvatbaar was, wat invloed had op de strafmaat. De uitspraak volgde na een openbare terechtzitting op 2 april 2019, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van getuigenverklaringen en camerabeelden. De man heeft eerder met justitie te maken gehad, wat meegewogen is in de strafoplegging.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers 08-760191-18 (P), 08-175491-18 en 08-185913-18
Datum vonnis: 16 april 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1974 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
2 april 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. N. Huisman en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. T. Geerdink, advocaat te Borne, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer: 08/760191-18
onder bedreiging van een mes geprobeerd heeft een ander te bewegen tot afgifte van een geldbedrag en/of onder bedreiging van een mes geprobeerd heeft een geldbedrag te stelen;
parketnummer: 08/175491-18
een winkeldiefstal heeft gepleegd;
parketnummer: 08/185913-18
geprobeerd heeft een winkeldiefstal te plegen dan wel een winkeldiefstal heeft gepleegd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
parketnummer: 08/760191-18
1
hij op of omstreeks 19 november 2018 te Enschede, op de Bolwerkstraat en/of
de Noorderhagen, in ieder geval op de openbare weg, ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een
ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] te dwingen tot afgifte van 100 euro, in elk geval van enig
geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en/of
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen, een geldbedrag van 100 euro,
in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde
[slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke
voorgenomen diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken en/of het
bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij
verdachte - die [slachtoffer] bij een pinautomaat heeft aangesproken en/of vervolgens achter
die [slachtoffer] is aangelopen en/of - een mes, in ieder geval een dergelijk (scherp) (steek)voorwerp, in de
richting van het lichaam van die [slachtoffer] heeft gericht en/of gericht gehouden
en/of - met een mes, in ieder geval een dergelijk (scherp) (steek)voorwerp, in de
richting van die [slachtoffer] heeft gericht en de hand van die [slachtoffer] heeft
geraakt en/of - meermalen, in ieder geval éénmaal, dreigend tegen die [slachtoffer] heeft geroepen
'ik wil je geld', in ieder geval woorden gelijke aard en/of strekking terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
parketnummer: 08/175491-18
hij op of omstreeks 5 september 2018 te Enschede,
een aantal levensmiddelen/winkelgoederen (ter waarde van ongeveer 2,24),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te
weten aan de [supermarkt] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer: 08/185913-18
hij op of omstreeks 18 september 2018 te Enschede,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel weg te nemen een telefoon
(van het merk Nokia), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [winkelketen] (gevestigd aan [adres] ), in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, in de winkel van [winkelketen] die telefoon heeft
gepakt en/of (vervolgens) die telefoon uit de verpakking gehaald en/of
(vervolgens) die telefoon in diens, verdachtes, sok en/of slof gestopt,
althans getracht die telefoon in diens, verdachtes, sok en/of slof te stoppen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 18 september 2018 te Enschede,
een telefoon (van het merk Nokia), in elk geval enig goed, dat geheel of ten
dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [winkelketen] (gevestigd aan
[adres] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ter terechtzitting ten aanzien van parketnummer: 08/760191-18 op het standpunt gesteld dat verdachte onder invloed van drugs was en zich niets kan herinneren van dit incident. Voor de overige tenlastegelegde feiten heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder parketnummer 08/760191-18 tenlastegelegde feit heeft begaan. [1]
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Aangever heeft verklaard dat hij op 19 november 2018 omstreeks 00.00 uur stond te pinnen bij een pinautomaat in Enschede en dat hij honderd euro heeft gepind en toen is aangesproken door een man die hem om geld vroeg. Volgens aangever is hij weggelopen en is de man hem nagelopen en heeft de man gezegd ”ik wil je geld” waarbij de man een mes in de richting van aangever heeft gehouden. Aangever is op enig moment achter verdachte aangelopen richting het Wilminkplein, waar verdachte hem tegen wilde houden en verdachte aangever met het mes in zijn wijsvinger heeft geraakt. Vervolgens kwam de politie. [2] Uit het proces-verbaal van bevindingen van 21 november 2018 blijkt dat de verbalisant op door hem bekeken camerabeelden heeft waargenomen dat aangever naar een pinautomaat loopt en dat verdachte vervolgens achter aangever aanloopt en daarbij iets in zijn hand heeft en met deze hand in de richting van aangever wijst. Aangever rent vervolgens weg en verdachte rent achter aangever aan en houdt daarbij een glimmend voorwerp in zijn rechterhand vast. [3] Uit het proces-verbaal van aanhouding blijkt dat de verbalisanten op 19 november 2018 om 00.10 uur op het Willem Wilminkplein zagen dat verdachte een ingeklapt mes in zijn linkerhand hield. [4]
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op vorenstaande, bewezen kan worden dat verdachte onder bedreiging van een mes geprobeerd heeft aangever te dwingen tot afgifte van een geldbedrag.
De rechtbank komt voorts tot bewezenverklaring van de onder parketnummers 08/175491-18 en 08/185913-18 primair tenlastegelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
  • Het proces-verbaal van de terechtzitting van 2 april 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
  • Het proces-verbaal van aangifte, d.d. 5 september 2018, blz. 3, dossiernummer PL0600-2018400548;
  • Het proces-verbaal van aangifte d.d. 18 september 2018, blz. 3, dossiernummer PL0600-2018422215;
  • Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 september 2018, blz. 6, dossiernummer PL0600-2018422215.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
parketnummer 08/760191-18
verdachte op 19 november 2018 te Enschede, op de openbare weg, ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot afgifte van 100 euro, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer] ,
die [slachtoffer] bij een pinautomaat heeft aangesproken en vervolgens achter
die [slachtoffer] is aangelopen en
- een mes, in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] heeft gericht en gericht gehouden
en
- dreigend tegen die [slachtoffer] heeft geroepen 'ik wil je geld’,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
parketnummer: 08/175491-18
hij op 5 september 2018 te Enschede, een aantal levensmiddelen/winkelgoederen (ter waarde van ongeveer 2,24), dat aan een ander toebehoorde, te weten aan de [supermarkt] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer: 08/185913-18 primair
hij op 18 september 2018 te Enschede,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in een winkel weg te nemen een telefoon
(van het merk Nokia), toebehorende aan [winkelketen] (gevestigd aan [adres] ),
in de winkel van [winkelketen] die telefoon heeft gepakt en die telefoon uit de verpakking heeft gehaald terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummers 08/760191-18,
08-175491-18 en 08-185913-18 primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 310 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08/760191-18
het misdrijf:
poging tot afpersing;
parketnummer 08/175491-18
het misdrijf:
diefstal:
parketnummer 08/185913-18 primair
het misdrijf:
poging tot diefstal.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan ongeveer 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met een proeftijd van drie jaar met daaraan verbonden de voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld de vordering van de officier van justitie een passende straf te vinden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing, waarbij verdachte met geweld heeft gedreigd, aan een winkeldiefstal en een poging daartoe. Afpersing veroorzaakt in de maatschappij een gevoel van onveiligheid en winkeldiefstallen veroorzaken veel financiële schade. De rechtbank heeft bij de bepaling welke straf aan verdachte moet worden opgelegd acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting en op de justitiële documentatie van verdachte, waaruit blijkt dat verdachte in het verdere verleden reeds vaker met justitie in aanraking is geweest ter zake vermogensdelicten. Tot slot heeft de rechtbank acht geslagen op het over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport. De rechtbank houdt er rekening mee dat verdachte ten tijde van de ten laste gelegde feiten verminderd toerekeningsvatbaar was.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat een gevangenisstraf van na te noemen duur een passende straf is, waarbij de rechtbank een deel van de straf voorwaardelijk zal opleggen teneinde verdachte een duidelijke waarschuwing mee te geven en daaraan de voorwaarden verbinden zoals die door reclassering zijn geadviseerd.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d en 27 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummers 08/760191-18, 08-175491-18 en 08-185913-18 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummers 08/760191-18, 08-175491-18 en 08-185913-18 primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08/760191-18
het misdrijf:
poging tot afpersing;
parketnummer 08/175491-18
het misdrijf:
diefstal;
parketnummer 08/185913-18
het misdrijf:
poging tot diefstal.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummers 08/760191-18, 08-175491-18 en 08-185913-18 primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
248 dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
180 dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van drie jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
- zich op afspraken meldt met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
- zich laat behandelen door Tactus Verslavingszorg en Mediant of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij een aanleiding die zich kan voordoen, bijvoorbeeld terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie of stabilisatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- in het RIBW of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang verblijft, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat veroordeelde
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. F.H.W. Teekman en
mr. A.A. Smit, rechters, in tegenwoordigheid van J.G.M. Wolbers, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 april 2019.
Mr. Smit is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2018521940. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.het proces-verbaal van aangifte d.d. 19 november 2018, blz. 47;
3.het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2018, blz. 55;
4.het proces-verbaal van aanhouding d.d. 19 november 2018, blz. 13;