Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 oktober 2018
- het proces-verbaal van comparitie van 10 oktober 2018.
2.De beoordeling
Ook was sprake van schulden ten tijde van overlijden van moeder bestaande uit een schuld aan [A] en [B] wegens het vooroverlijden van vader, andere kleine schulden en de kosten van de begrafenis.
(..) was het oorspronkelijk de bedoeling dat u dit zou krijgen, maar door alles wat er gebeurt is denk ik daar inmiddels wel anders over. Ik ben niet van plan dit land voor 32.500,00 euro te verkopen. (..)
€ 32.500,00 geen reële taxatie is van het weiland en dat hij het weiland zelf voor die prijs wil verwerven. Andere opties zijn volgens [B] het tegen een reële prijs aan een derde verkopen of het weiland in tweeën delen. Volgens [B] zijn de bankrekeningen opgeheven en hij stemt ermee in dat het saldo van bank- en spaarrekeningen en het contante geld na aflossing van de schulden die ten tijde van het overlijden van moeder bestonden bij helfte worden verdeeld.
€ 32.500,00 aan hem toe te delen, subsidiair te bepalen dat het weiland tegen een marktconforme prijs aan een derde wordt verkocht waarna de opbrengst wordt verdeeld en meer subsidiair te bepalen dat partijen ieder de helft van het weiland zullen verkrijgen.
Dat betekent dat zowel de door [A] in conventie als [B] in reconventie primair gevorderde toedeling van het weiland tegen een waarde van € 32.500,00 niet toewijsbaar is.
12 juni 2019worden verwezen voor uitlating doorhaling of verder procederen onder overlegging van het taxatierapport,
3.De beslissing
12 juni 2019voor uitlating doorhalen of verder procederen onder overlegging van het taxatierapport,