Op 17 januari 2019 heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1990, die verblijft bij FPC Pompestichting in Nijmegen. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd na een arrest van het gerechtshof Arnhem op 27 november 2012, na bewezenverklaring van ernstige misdrijven, waaronder poging tot zware mishandeling, poging tot doodslag en verkrachting. De maatregel was aanvankelijk ingegaan op 15 december 2012 en was eerder verlengd op 16 februari 2017, met een einddatum van 15 december 2018.
De officier van justitie heeft op 6 november 2018 een vordering tot verlenging van de tbs met twee jaar ingediend, welke op 3 januari 2019 is behandeld. De rechtbank heeft kennisgenomen van een verlengingsadvies van de kliniek, waarin wordt gesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en ernstige verslavingsproblematiek vertoont. Ondanks enige vooruitgang in de behandeling, zoals een toegenomen probleembesef en betere inzet in het arbeidsprogramma, blijft het recidiverisico hoog. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen de verlenging van de maatregel eist, gezien de aard van de gepleegde misdrijven.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 509o, 509s en 509t van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de rechters H. Stam, F.C. Berg en E.J.M. Bos, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.