ECLI:NL:RBOVE:2019:117

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 januari 2019
Publicatiedatum
17 januari 2019
Zaaknummer
08/700143-10
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging na eerdere veroordelingen voor geweldsmisdrijven

Op 17 januari 2019 heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1990, die verblijft bij FPC Pompestichting in Nijmegen. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd na een arrest van het gerechtshof Arnhem op 27 november 2012, na bewezenverklaring van ernstige misdrijven, waaronder poging tot zware mishandeling, poging tot doodslag en verkrachting. De maatregel was aanvankelijk ingegaan op 15 december 2012 en was eerder verlengd op 16 februari 2017, met een einddatum van 15 december 2018.

De officier van justitie heeft op 6 november 2018 een vordering tot verlenging van de tbs met twee jaar ingediend, welke op 3 januari 2019 is behandeld. De rechtbank heeft kennisgenomen van een verlengingsadvies van de kliniek, waarin wordt gesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en ernstige verslavingsproblematiek vertoont. Ondanks enige vooruitgang in de behandeling, zoals een toegenomen probleembesef en betere inzet in het arbeidsprogramma, blijft het recidiverisico hoog. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen de verlenging van de maatregel eist, gezien de aard van de gepleegde misdrijven.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 509o, 509s en 509t van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de rechters H. Stam, F.C. Berg en E.J.M. Bos, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/700143-10
Datum beslissing: 17 januari 2019
Beslissing van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende op de vordering op grond van artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van de officier van justitie ten aanzien van de terbeschikkinggestelde:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats],
verblijvende bij FPC Pompestichting, Nijmegen.

1.De aanleiding

Bij arrest van het gerechtshof Arnhem van 27 november 2012 is de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, na bewezenverklaring van de misdrijven:
  • poging tot zware mishandeling;
  • poging tot doodslag;
  • verkrachting.
De terbeschikkingstelling is aangevangen op 15 december 2012. De maatregel is verlengd op 16 februari 2017 door de meervoudige kamer voor strafzaken van de rechtbank Overijssel en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 15 december 2018.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- een op grond van artikel 509o lid 3 Sv uitgebracht verlengingsadvies van de kliniek, FPC Pompestichting, van 16 oktober 2018, opgemaakt en ondertekend door drs. F.J.H. Verhees, behandelcoördinator, en door drs. E.P.M.T. Brouns, psychiater en directeur behandelzaken en plaatsvervangend hoofd van de inrichting;
- het in artikel 509o Sv bedoelde afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 21 juli 2018 tot en met 1 december 2018.

3.De procedure

De officier van justitie heeft op 6 november 2018 een vordering tot verlenging van de
terbeschikkingstelling met een periode van twee jaren ingediend. Deze vordering is op dezelfde datum op de griffie ingekomen.
De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 3 januari 2019. De officier van justitie mr. M. de Weerd en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw
mr. Y.H.G. van der Hut, advocaat in ‘s-Gravenhage, zijn op de vordering gehoord. Als getuige-deskundige is op de zitting gehoord, S.E.H. van Alebeek, behandelcoördinator en GZ-psycholoog i.o.

4.De standpunten van de officier van justitie en de verdediging

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaren.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw hebben verklaard geen bezwaar te hebben tegen de gevorderde verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling.

5.De beoordeling

Het verlengingsadvies van de kliniek in samenhang met de wettelijke aantekeningen
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, met overwegend antisociale, passief-agressieve en afhankelijke trekken. Daarnaast is sprake van ernstige verslavingsproblematiek en een verstoorde psychoseksuele ontwikkeling, met parafiele kenmerken (exhibitionistische kenmerken, seksuele interesse gericht op vrouwen van middelbare leeftijd). In de huidige fase is de kernproblematiek nog goed zichtbaar, in de vorm van drugsgebruik, onvoldoende controle over seksuele impulsen en antisociale gedragingen. In de afgelopen periode heeft de stijgende lijn zich voortgezet waar bij de verlengingszitting van 2017 over is gesproken, maar dit proces verloopt met vallen en opstaan. Het probleembesef van de terbeschikkinggestelde is toegenomen, hij committeert zich beter aan het arbeidsprogramma en hij heeft meer openheid gegeven over voor hem beladen en delictgerelateerde thema’s van seksualiteit en middelengebruik. Daarmee is ook meer zicht gekomen op de dynamiek die heeft geleid tot de delicten. Anderzijds zijn de risicofactoren nog altijd actueel en aanwezig en schiet de zelfcontrole op deze factoren te kort, ook in de erg gestructureerde en gecontroleerde situatie van intramuraal verblijf in een tbs-kliniek. Ondanks de vooruitgang zijn er nog veel stappen te zetten in de behandeling. Parallel aan de delictgerelateerde behandeling worden onbegeleide vrijheden uitgebreid, om te toetsen of het de terbeschikkinggestelde lukt zijn geleerde vaardigheden toe te passen. In het geval van een voorwaardelijke beëindiging wordt het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag als hoog ingeschat. Het recidiverisico bij beëindiging van de tbs-maatregel wordt als hoog ingeschat. De delictdynamiek dient nog verder bewerkt te worden om te komen tot een substantiële vermindering van het recidiverisico. Voor het verdere behandel- en resocialisatietraject zijn naar verwachting nog meerdere jaren nodig. De kliniek adviseert de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de getuige-deskundige een toelichting op het rapport gegeven en heeft zij het gegeven advies gehandhaafd.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank constateert dat zij niet binnen twee maanden na indiening van de vordering beslist. De rechtbank volstaat met de enkele constatering van dit verzuim en verbindt daaraan geen verdere consequenties. Ingevolge artikel 509q Sv blijft de maatregel van kracht zolang niet op de vordering is beslist.
Gelet op de inhoud van de rapportage en het besprokene ter zitting is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling eist. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank ziet dat de terbeschikkinggestelde in de afgelopen periode de stijgende lijn heeft doorgezet en stappen in het traject heeft gezet doordat het probleembesef bij de terbeschikkinggestelde is toegenomen, de terbeschikkinggestelde zich beter committeert aan het arbeidsprogramma en de terbeschikkinggestelde meer openheid geeft over voor hem beladen en delictgerelateerde thema’s van seksualiteit en middelengebruik. Hoewel er dus positieve ontwikkelingen zijn, is het recidiverisico nog niet voldoende ingedamd. Zo is er in de afgelopen periode tweemaal sprake geweest van exhibitionisme en heeft er meermaals een terugval in middelengebruik plaatsgevonden, waarbij de terbeschikkinggestelde niet altijd in staat blijkt te zijn hier openheid over te geven. Dit illustreert de kwetsbaarheid van de terbeschikkinggestelde en benadrukt dat hij nog in het midden van het traject staat. Naar het oordeel van de rechtbank zal er nog geruime tijd nodig zijn om de terbeschikkinggestelde volledig en bestendig te resocialiseren. De rechtbank is van oordeel dat de problematiek van de terbeschikkinggestelde maakt dat deze stappen geleidelijk en binnen het huidige kader van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging moeten plaatsvinden.
De rechtbank ziet in het voorgaande grond voor verlenging van de maatregel met een termijn van twee jaren.

6.De wettelijke voorschriften

De verlenging van de maatregel is gegrond op de artikelen 38d en 38e Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 509o, 509s en 509t Sv.

7.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. H. Stam, voorzitter, mr. F.C. Berg en
mr. E.J.M. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2019.