11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 tot en met 3 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 2
het misdrijf: poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
feit 3
het misdrijf: diefstal;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 tot en met 3 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
270 (tweehonderd en zeventig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
213 (tweehonderd en dertien) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien veroordeelde voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd zal houden aan de voorwaarden en aanwijzingen die de Reclassering Nederland hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Veroordeelde dient zich te blijven melden op afspraken bij de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- gedurende de proeftijd zijn opname in het Intramuraal Motivatie Centrum (IMC) of een soortgelijke instelling zal continueren. De opname duurt twaalf maanden of zoveel korter als de reclassering dit noodzakelijk acht. Veroordeelde zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de zorginstelling zullen worden gegeven. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- indien geïndiceerd, zich gedurende de proeftijd laat behandelen door JusTact, Tactus Verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de huisregels en aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door of namens de instelling/behandelaars zullen worden gegeven;
- indien geïndiceerd, gedurende de proeftijd verblijft bij stichting Zekere Basis of een andere instelling voor beschermd/begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma die/dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf] van een bedrag van € 1.099,52 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2018;
- veroordeelt veroordeelde daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat veroordeelde verplicht is ter zake van het onder 3 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.099,52,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 20 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
- wijst de vordering onder parketnummer 08/110769-15 af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. F.H.W. Teekman en
mr. A.M.G. Ellenbroek, rechters, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 2 april 2019.