ECLI:NL:RBOVE:2019:1055

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 april 2019
Publicatiedatum
1 april 2019
Zaaknummer
08-952517-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting van twee meisjes door verdachte in Zwolle en Nieuwleusen met geweld en bedreiging

Op 1 april 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 22-jarige verdachte, die beschuldigd werd van het verkrachten van twee meisjes, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 15 april 2018 in Zwolle, samen met een medeverdachte, [medeverdachte], [slachtoffer 1] heeft verkracht. Dit gebeurde in de auto van de verdachte, waar de verdachte en de medeverdachte geweld gebruikten en de jonge vrouw dwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van [slachtoffer 1] consistent en betrouwbaar waren, ondersteund door getuigenverklaringen en forensisch bewijs. De verdachte ontkende de verkrachting, maar de rechtbank achtte de bewijsmiddelen voldoende om tot een veroordeling te komen.

Daarnaast werd de verdachte ook schuldig bevonden aan de verkrachting van [slachtoffer 2] op 16 mei 2018 in Nieuwleusen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte [slachtoffer 2] met geweld en bedreiging dwong tot seksuele handelingen in zijn auto. De verklaringen van [slachtoffer 2] werden eveneens als betrouwbaar beschouwd, ondersteund door getuigenverklaringen en letselrapportages. De verdachte ontkende ook deze verkrachting, maar de rechtbank vond de verklaringen van het slachtoffer en de getuigen overtuigend.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van het voorarrest, en heeft hem ook verplicht tot schadevergoeding aan beide slachtoffers. De rechtbank benadrukte de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, die door de verkrachtingen ernstige psychische en emotionele schade hebben opgelopen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer 08-952517-18 (P)
Datum vonnis: 1 april 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [adres 1] ,
nu verblijvende in PI Leeuwarden.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 januari 2019 en 18 maart 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Zwartjes en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. J. Rump, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging van 18 maart 2019, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: op 15 april 2018 in Zwolle samen met een of meer anderen [slachtoffer 1] heeft verkracht;
feit 2: in de periode van 15 mei 2018 tot en met 16 mei 2018 in Nieuwleusen [slachtoffer 2] heeft verkracht.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 15 april 2018 te Zwolle, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
door zijn penis en/of één of meer vingers in haar vagina en/of tussen de schaamlippen te brengen,
en bestaande dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of die één of meer feitelijkheden hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s),
- de broek van die [slachtoffer 1] heeft/hebben uitgetrokken en/of
- (hierbij) de riem en/of de string van die [slachtoffer 1] heeft/hebben kapotgetrokken en/of
- de handen en/of armen van die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgehouden en/of tegengehouden en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (met de vuist/hand en/of met een wapenstok) op/tegen het hoofd en/of in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of
- de telefoon van die [slachtoffer 1] heeft/hebben afgepakt en/of uitgezet en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgehouden en/of in bedwang heeft/hebben gehouden en/of (aldus) misbruik heeft/hebben gemaakt van zijn/hun fysieke overwicht t.o.v. die [slachtoffer 1] en/of
- (meermalen) voorbij is/zijn gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 1] , en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan;
2.
hij in of omstreeks de periode van 15 mei 2018 tot en met 16 mei 2018 te Nieuwleusen, althans in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , door zijn penis in haar vagina en/of tussen de schaamlippen te brengen,
en bestaande dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of die één of meer feitelijkheden hierin dat verdachte
- (hardhandig) de broek en het t-shirt van die [slachtoffer 2] heeft uitgetrokken en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat zij moest meewerken en/of
- (toen die [slachtoffer 2] probeerde weg te rennen) haar heeft geduwd en/of (toen zij ten val kwam) die [slachtoffer 2] heeft opgetrokken en/of meegesleept naar de auto en/of
- die [slachtoffer 2] op de achterbank heeft gezet/geduwd en/of tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat zij op haar knieën moest gaan zitten en/of
- een wapenstok heeft gepakt en heeft gezegd dat als die [slachtoffer 2] niet zou meewerken hij de wapenstok in haar vagina zou duwen, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 2] (meermalen) op/tegen het hoofd en/of in het gezicht heeft geslagen en/of
- (meermalen) voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 2] , en/of (aldus) voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Feit 1
Op 4 mei 2018 heeft [naam 1] namens haar dochter [slachtoffer 1] aangifte gedaan van verkrachting van [slachtoffer 1] door [medeverdachte] en door een voor [slachtoffer 1] toen nog onbekende jongen op
15 april 2018.
[slachtoffer 1] heeft zelf op 17 mei 2018 bij de politie een verklaring afgelegd.
[slachtoffer 1] heeft hierin verklaard dat de onbekende jongen [verdachte] heet en dat zij op 15 april 2018 met een groep, waaronder [medeverdachte] en [verdachte] , naar de Agnietenplas te Zwolle is gegaan. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij in de auto van [verdachte] heeft gezeten samen met [verdachte] en [medeverdachte] . In de auto is zij verkracht door [verdachte] . [medeverdachte] was daarbij aanwezig. Hij heeft haar vastgehouden en haar kleding uitgetrokken. [slachtoffer 1] heeft tevens verklaard dat [medeverdachte] op haar wang heeft geslagen. Uit nader onderzoek is gebleken dat deze onbekende jongen [verdachte] verdachte is.
Verdachte heeft bij de politie ontkend dat hij [slachtoffer 1] heeft verkracht, dan wel dat hij seks met haar heeft gehad. Verdachte heeft zich ter terechtzitting grotendeels beroepen op zijn zwijgrecht.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft bij de politie ontkend dat hij [slachtoffer 1] heeft verkracht, dan wel dat hij daarbij behulpzaam is geweest. Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij bij de Agnietenplas te Zwolle aanwezig was in de auto samen met verdachte en [slachtoffer 1] , maar dat hij uit de auto is gegaan toen [slachtoffer 1] en verdachte gingen zoenen.
Feit 2
Op 16 mei 2018 omstreeks 11:12 uur wordt bij de politie een melding gedaan dat op [adres 2] een meisje zou zijn verkracht. Verbalisanten zijn ter plaatse gegaan en hebben verdachte aangehouden.
Op 17 mei 2018 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan van verkrachting door verdachte.
Verdachte heeft bij de politie ontkend dat hij [slachtoffer 2] heeft verkracht. Verdachte heeft verklaard dat hij inderdaad seks met [slachtoffer 2] heeft gehad, maar dat dit vrijwillig is geweest. Verdachte heeft zich ter terechtzitting grotendeels beroepen op zijn zwijgrecht.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegd schriftelijk requisitoir gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het onder 1 en onder 2 ten laste gelegde.
Kort gezegd heeft de officier van justitie hiertoe aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 1] betrouwbaar is, ondanks het feit dat haar verklaring niet altijd even duidelijk en volledig is, omdat [slachtoffer 1] vanwege haar persoonlijkheid moeite heeft met het afleggen van een verklaring. De officier van justitie heeft aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 1] voldoende wordt ondersteund door de getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] die de dag daarna door [slachtoffer 1] op de hoogte zijn gebracht van de verkrachting. De verklaring van [slachtoffer 1] wordt voorts ondersteund door de getuigenverklaring van [getuige 3] , de broer van medeverdachte [medeverdachte] . [getuige 3] heeft van medeverdachte [medeverdachte] zelf gehoord dat hij op 15 april 2018 was geschrokken en niet wist wat hij moest doen toen verdachte [slachtoffer 1] dwong om seks te hebben. [getuige 3] heeft verklaard dat hij vond dat zijn broertje excuses moest maken.
De officier van justitie heeft voorts betoogd dat de verklaring van [slachtoffer 1] ten aanzien van de blauwe plek op haar wang en het kapot trekken van de kleding wordt ondersteund door de verklaring van de moeder van [slachtoffer 1] en de letselverklaring in het dossier. [slachtoffer 1] heeft verbaal en ook fysiek richting verdachte en medeverdachte [medeverdachte] aangegeven dat zij geen seks met hem of met medeverdachte [medeverdachte] wilde hebben. Medeverdachte [medeverdachte] heeft desondanks bij [slachtoffer 1] haar kleding uitgedaan, haar vastgehouden en geslagen, haar telefoon afgepakt en gedreigd met een stok, waardoor zij niet kon weggaan. Verdachte kreeg zo de mogelijkheid haar te vingeren en bij [slachtoffer 1] met zijn penis binnen te dringen, zodat sprake is geweest van gedwongen seks. Aldus kan een bewezenverklaring volgen voor het medeplegen van verkrachting door verdachte.
Kort gezegd heeft de officier van justitie ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde - de verkrachting van [slachtoffer 2] - aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 2] betrouwbaar is en wordt ondersteund door de letselverklaring en de getuigenverklaringen van [getuige 4] , de moeder van haar vriendje [getuige 5] , en [getuige 6] . Tevens wordt de aangifte ondersteund doordat [slachtoffer 2] naar meerdere mensen haar ‘live location’ heeft gestuurd om hulp te vragen. De officier van justitie heeft aangevoerd dat tegenover de aangifte van [slachtoffer 2] en de getuigenverklaringen de verklaring van verdachte staat. Verdachte heeft zeer wisselend verklaard, waarbij beide scenario’s van verdachte elkaar tevens uitsluiten.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft zich overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegde schriftelijke pleitnota ten aanzien van het onder 1 en onder 2 ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat vrijspraak moet volgen, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
De raadsvrouw van verdachte heeft ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 1] weliswaar wordt ondersteund door meerdere getuigenverklaringen, maar dat deze getuigen zelf niets hebben gezien en de getuigenverklaring tevens niet eenduidig zijn, maar elkaar tegenspreken. Daarbij wordt de aangifte van [slachtoffer 1] tevens niet ondersteund door forensisch bewijs. Tot slot heeft de raadsvrouw betoogd dat de verklaring van [slachtoffer 1] niet betrouwbaar is, omdat zij meermalen aantoonbaar heeft gelogen. Gelet op dit alles heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de verkrachting van [slachtoffer 1] , omdat geen sprake is van wettig én overtuigend bewijs.
De raadsvrouw van verdachte heeft ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 2] en de verklaring van verdachte haaks op elkaar staan. De raadsvrouw heeft betoogd dat het bewijs om te komen tot een veroordeling niet uitsluitend kan worden aangenomen op de verklaring van één getuige. De raadsvrouw heeft betoogd dat alle getuigenverklaringen in het dossier zijn te herleiden tot de verklaring van [slachtoffer 2] zelf en dat voorts het forensisch bewijs in deze strafzaak de aangifte maar deels ondersteunt en niet helemaal, zodat sprake is van maar één bron. Daarom moet vrijspraak volgen voor de verkrachting van [slachtoffer 2] , zoals onder 2 is ten laste gelegd.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder
1 ten laste gelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
In het dossier zit de verklaring van [slachtoffer 1] die heeft verklaard dat zij op 15 april 2018 ’s nachts met onder andere [getuige 5] en [getuige 3] en [slachtoffer 2] naar de Agnietenplas is gegaan. Daarbij waren tevens aanwezig [medeverdachte] (medeverdachte [medeverdachte] ) en ene [verdachte] (verdachte). [slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze bij de Agnietenplas hebben gepraat en gedronken en dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] haar met de auto naar huis zouden brengen. [slachtoffer 1] heeft voorts verklaard dat [getuige 3] , [getuige 5] en [slachtoffer 2] even weg gegaan waren. [slachtoffer 1] zat toen achterin de auto van verdachte, tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] in. Verdachte probeerde [slachtoffer 1] aan te raken en kusjes te geven, waarop [slachtoffer 1] aangaf dat ze dat niet wilde. Verdachte ging door en [slachtoffer 1] draaide haar hoofd weg. Ook medeverdachte [medeverdachte] probeerde [slachtoffer 1] aan te raken en haar broek uit te doen. [slachtoffer 1] wilde dit niet en hield haar broek vast. [slachtoffer 1] sloeg medeverdachte [medeverdachte] op zijn neus, waarop hij [slachtoffer 1] meerdere malen terugsloeg. [slachtoffer 1] heeft hieraan een blauwe wang overgehouden en moest huilen. Medeverdachte [medeverdachte] heeft de telefoon van [slachtoffer 1] op enig moment afgepakt en heeft deze uitgezet. Medeverdachte [medeverdachte] moest van verdachte de broek van [slachtoffer 1] omlaag trekken, maar [slachtoffer 1] hield haar broek vast. Verdachte pakte hierop de handen van [slachtoffer 1] , zodat medeverdachte [medeverdachte] de broek van [slachtoffer 1] kon uittrekken. Medeverdachte [medeverdachte] trok eerst de riem van [slachtoffer 1] kapot en toen haar string. Medeverdachte [medeverdachte] heeft de handen van [slachtoffer 1] vastgehouden zodat verdachte haar kon vingeren. Verdachte probeerde zijn penis in de vagina van [slachtoffer 1] te stoppen. [slachtoffer 1] wilde dit niet en drukte verdachte steeds weg. Medeverdachte [medeverdachte] is toen uit de auto gegaan. Verdachte bleef proberen om zijn penis in de vagina van [slachtoffer 1] te stoppen en uiteindelijk is hem dit gelukt. Dit duurde een paar seconden waarna [slachtoffer 1] verdachte van zich heeft afgeduwd. Hierna kwamen [getuige 3] , [slachtoffer 2] en [getuige 5] weer terug bij de Agnietenplas en was [slachtoffer 1] nog steeds aan het huilen. Daarna is [slachtoffer 1] door [getuige 3] , [getuige 5] en [slachtoffer 2] in de auto naar huis gebracht. [slachtoffer 1] heeft voorts verklaard dat zij toen ze thuiskwam die nacht via WhatsApp [getuige 1] en [getuige 2] heeft laten weten wat er bij de Agnietenplas was gebeurd.
De rechtbank constateert dat [slachtoffer 1] direct na het voorval een informatief gesprek bij de politie heeft gehad en later een verklaring bij de politie heeft afgelegd. De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring van [slachtoffer 1] chronologisch en feitelijk op essentiële punten consistent is. De verklaring acht de rechtbank voorts betrouwbaar, nu deze in voldoende mate wordt ondersteund door de getuigenverklaringen van [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] en [slachtoffer 2] en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] . Dat [slachtoffer 1] soms niet in één keer helemaal duidelijk of volledig heeft verklaard, doet hier naar het oordeel van de rechtbank niets aan af, nu zij zich heeft gemanifesteerd als een jong meisje met weinig zelfvertrouwen dat het moeilijk vindt om over dergelijke onderwerpen te praten.
In het dossier zit de getuigenverklaring van [getuige 1] die heeft verklaard dat [slachtoffer 1] haar midden in de nacht WhatsAppberichten had gestuurd dat ze was verkracht. [getuige 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] de volgende dag tegen haar heeft verteld dat ze door een paar jongens was verkracht in een auto, dat ze ook had geslagen en was geslagen door één van de jongens en dat de penis wel in haar is geweest.
Voorts zit in het dossier de getuigenverklaring van [getuige 2] , die heeft verklaard dat hij midden in de nacht WhatsApp berichten van [slachtoffer 1] had ontvangen, waarin ze vertelde wat er was gebeurd in de auto en dat ze was geslagen onder andere met een stok.
In het dossier zit voorts de getuigenverklaring van [getuige 3] , die heeft verklaard dat (toen hij terugkwam bij de auto bij de Agnietenplas) hij zag dat [slachtoffer 1] helemaal overstuur en verdrietig was. [slachtoffer 1] zat toen nog in de auto met verdachte. Medeverdachte [medeverdachte] stond buiten bij de auto. Ook getuige [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij samen met [getuige 5] en [getuige 3] die nacht naar de Agnietenplas zijn teruggegaan en dat ze daar [slachtoffer 1] huilend aantroffen buiten de auto.
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van [getuige 3] en [slachtoffer 2] hun eigen waarnemingen bevatten van de gemoedstoestand van [slachtoffer 1] direct na het ten laste gelegde feit. De rechtbank ziet in bedoelde waarnemingen, in samenhang met de rest van de verklaringen van [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] , een bevestiging van de verklaring van [slachtoffer 1] en de betrouwbaarheid daarvan.
De rechtbank stelt voorts vast dat de verklaring van [getuige 3] niet uitsluitend is gebaseerd op hetgeen [slachtoffer 1] aan hem heeft verteld, maar ook is gebaseerd op hetgeen medeverdachte [medeverdachte] zélf aan hem heeft verteld. [getuige 3] heeft immers verklaard dat medeverdachte [medeverdachte] tegen hem had gezegd dat hij was geschrokken en dat hij niet wist wat hij moest doen, waarbij medeverdachte [medeverdachte] bedoelde dat verdachte [slachtoffer 1] had gedwongen om seks te hebben. Medeverdachte [medeverdachte] heeft dit zelf tegen [getuige 3] verteld op het moment dat [getuige 3] hem diezelfde nacht naar huis bracht. [getuige 3] heeft voorts verklaard dat medeverdachte [medeverdachte] zelf tegen hem heeft verteld dat hij niet wist wat hij moest doen en dat ‘hij’ zomaar begon vast te houden en de kleren begon uit te trekken. Voorts heeft [getuige 3] van medeverdachte [medeverdachte] zelf gehoord dat [slachtoffer 1] toen begon te huilen en dat ze begon terug te vechten, maar dat verdachte te sterk was. Datgene wat [getuige 3] heeft verklaard bevat naar het oordeel van de rechtbank daderinformatie, los van de vraag of met ‘hij’ medeverdachte [medeverdachte] wordt bedoeld die de broek van [slachtoffer 1] heeft uitgedaan of dat met ‘hij’ verdachte wordt bedoeld.
Voorts wordt de verklaring van [slachtoffer 1] naar het oordeel van de rechtbank ondersteund door de WhatsApp berichten in het dossier tussen [slachtoffer 1] en medeverdachte [medeverdachte] op
15 april 2018 vanaf 12:57 uur waarin [slachtoffer 1] aan medeverdachte [medeverdachte] vraagt waar haar sjaal is en dat ze nog 30 euro van hem krijgt voor de ck (de rechtbank begrijpt Calvin Klein) die hij heeft kapotgetrokken. Hierna wil medeverdachte [medeverdachte] niet meer via de WhatsApp communiceren, maar via Snapchat.
Tot slot wordt de verklaring van [slachtoffer 1] ondersteund door de in het dossier aanwezige letselverklaring waaruit is gebleken dat [slachtoffer 1] een blauwe plek op haar wang had én de getuigenverklaring van [getuige 1] , die heeft verklaard dat zij de dag na de verkrachting heeft gezien dat [slachtoffer 1] een blauwe wang had.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en in samenhang bezien wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [slachtoffer 1] onder dwang van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] seksuele handelingen heeft moeten ondergaan. Dat de seks niet vrijwillig was, is ook kenbaar geweest voor verdachte en zijn medeverdachte. Uit de verklaring van [slachtoffer 1] is gebleken dat [slachtoffer 1] heeft aangegeven geen seks met verdachte of zijn medeverdachte te willen en dat zij haar hoofd heeft weggedraaid en dat zij het uittrekken van haar kleding heeft willen voorkomen. Desondanks zijn verdachte en medeverdachte doorgegaan met het uitkleden van [slachtoffer 1] , waarbij uit de bewijsmiddelen is gebleken dat verdachte en zijn medeverdachte haar beurtelings hebben vastgepakt om te zorgen dat zij van haar kleding werd ontdaan en om te voorkomen dat zij uit de auto kon wegkomen. Daarbij is [slachtoffer 1] meermalen geslagen en is gedreigd met een ‘wapenstok’ die in de auto van verdachte lag. Voorts is gebleken dat [slachtoffer 1] hierbij boos was en heeft tegengestribbeld, hetgeen ook door medeverdachte [medeverdachte] is gezien. Desondanks is verdachte bij [slachtoffer 1] seksueel binnengedrongen, eerst met zijn vingers en vervolgens met zijn penis.
Gelet op de hierboven omschreven gedragingen van verdachte en zijn medeverdachte in de auto vóór, tijdens en na de verkrachting, een en ander in onderling verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat op 15 april 2018 sprake is geweest van een situatie, waarin verdachte en diens medeverdachte nauw en bewust met elkaar samenwerkten. Verdachte is immers samen met medeverdachte op de achterbank in de auto geweest – waardoor er sprake was van een setting waar zij niet uit kon komen - en hebben zij gezamenlijk en beurtelings [slachtoffer 1] vastgepakt, zodat zij niet kon wegkomen en haar kleding kon worden uitgetrokken. Medeverdachte [medeverdachte] heeft [slachtoffer 1] geslagen en er is gedreigd met een wapenstok, zodat voor [slachtoffer 1] sprake was van een dreigende situatie met fysieke overmacht en geweld. Hierbij is verdachte uiteindelijk met zijn vingers en penis bij [slachtoffer 1] binnengedrongen.
De rechtbank komt gelet op het vorenstaande dan ook tot de conclusie dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich op 15 april 2018 heeft schuldig gemaakt aan verkrachting in vereniging.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Een kenmerk van zedendelicten is dat zij doorgaans in beslotenheid worden begaan, zonder de aanwezigheid van getuigen die het gebeurde kunnen bevestigen, ontkrachten of nader beschrijven. Dat staat op gespannen voet met het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). In dat artikel is een wettelijk bewijsminimum neergelegd (de zogeheten ‘unus testis nullus testis’-regel). Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid Sv - dat de gehele tenlastelegging betreft en niet een onderdeel daarvan - is de enkele verklaring van een getuige (in casu de aangeefster [slachtoffer 2] ) onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Deze bepaling dient als waarborg voor de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing. Die bepaling verbiedt de rechtbank tot een bewezenverklaring te komen als door één getuige genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en (op specifieke punten) onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 324, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
De rechtbank dient gelet hierop allereerst te beoordelen of aan het hierboven beschreven bewijsminimum is voldaan. Anders gezegd: de verklaring van aangeefster dient door andere bewijsmiddelen voldoende te worden ondersteund om tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde te kunnen komen.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
In het dossier zit de verklaring van [slachtoffer 2] die heeft verklaard dat zij op 16 mei 2018 omstreeks 23.00 uur naar verdachte had gebeld. Verdachte was de beste vriend van haar vriendje [getuige 5] , die op dat moment in voorarrest zat. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte haar met zijn auto had opgehaald aan [adres 2] , waar [slachtoffer 2] op dat moment verbleef. [slachtoffer 2] en verdachte zijn rond gaan rijden in de auto van verdachte, ze dronken allebei Raki, en vervolgens reed verdachte naar een plek in Nieuwleusen. Hier werd verdachte agressief en trok bij [slachtoffer 2] haar broek, T-shirt en BH uit. Hierop duwde [slachtoffer 2] verdachte weg en rende zij het bos in. In het bos viel [slachtoffer 2] en verdachte pakte haar en trok haar terug de auto in. Verdachte pakte in de auto een stok, die hij bij [slachtoffer 2] naar binnen zou duwen als ze niet mee zou werken. [slachtoffer 2] zat op de achterbank in de auto en stribbelde tegen. [slachtoffer 2] zat op haar knieën en verdachte heeft zijn penis van achter bij [slachtoffer 2] in haar vagina geduwd. Tevens betastte verdachte de borsten van [slachtoffer 2] . Verdachte sloeg [slachtoffer 2] met vlakke hand meermalen in haar gezicht.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij vroeg in de ochtend naar de woning van verdachte zijn gereden waar verdachte zich ging douchen. [slachtoffer 2] bleef in de auto zitten en heeft toen een aantal mensen via WhatsApp haar locatie doorgestuurd en hen gevraagd de politie te bellen. Verdachte heeft vervolgens [slachtoffer 2] met de auto naar haar woning aan [adres 2] teruggebracht. [slachtoffer 2] is naar de badkamer gegaan en heeft daar de moeder van haar vriend – [getuige 4] - geappt dat ze de politie moest bellen. Verdachte is vervolgens aangehouden op [adres 2] .
In het dossier zitten voorts de getuigenverklaringen van [getuige 4] en [getuige 7] die hebben verklaard dat zij op 17 mei 2018 een WhatsApp bericht van [slachtoffer 2] hadden ontvangen, waarin zij om hulp vroeg en vroeg om de politie te bellen met daarbij haar locatie.
Voorts zit in het dossier een proces-verbaal van bevindingen van aanhouding van verdachte op 17 mei 2018 waaruit is gebleken dat de verbalisanten hebben gezien dat [slachtoffer 2] op [adres 2] aan het huilen was. Ook zit in het dossier de getuigenverklaring van [slachtoffer 2] ’s huisgenoot [getuige 6] , die heeft verklaard dat hij zag dat [slachtoffer 2] er helemaal doorheen zat en rode ogen had van het huilen.
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van [getuige 6] en de verbalisanten niet uitsluitend zijn gebaseerd op hetgeen [slachtoffer 2] aan hen heeft verteld, maar dat deze verklaringen ook hun eigen waarnemingen bevatten van de gemoedstoestand van [slachtoffer 2] kort na het ten laste gelegde feit. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat deze gemoedstoestand past bij hetgeen [slachtoffer 2] zou zijn overkomen. De rechtbank ziet in bedoelde waarneming, in samenhang met de rest van de verklaringen van [getuige 6] , [getuige 4] en de verbalisanten, een bevestiging van de verklaring van [slachtoffer 2] en de betrouwbaarheid daarvan.
Dit wordt naar het oordeel van de rechtbank voorts nog ondersteund door de letselverklaring van [slachtoffer 2] die in het dossier zit en waaruit is gebleken dat [slachtoffer 2] in haar gezicht, op haar rug, op haar buik en op haar armen en benen diverse schaaf- en kraswonden heeft en tevens een kneuzing aan haar bovenarm, welk letsel kan passen bij hard pakken of knijpen. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het oordeel van de forensisch arts inhoudende dat het letsel bij [slachtoffer 2] deels kan passen in de toedracht zoals deze door [slachtoffer 2] is aangegeven, niet uitsluit hetgeen [slachtoffer 2] zou zijn overkomen. Daarbij constateert de rechtbank dat [slachtoffer 2] zowel aan haar voorkant als aan haar achterkant letsel heeft opgelopen, hetgeen niet strookt met de verklaring van verdachte dat [slachtoffer 2] letsel heeft opgelopen toen zij voorover viel, omdat zij zo dronken was.
De rechtbank is van oordeel dat de bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan het onder 1 ten laste gelegde - medeplegen van verkrachting van [slachtoffer 1] - tevens kunnen dienen als schakelbewijs voor de verkrachting van [slachtoffer 2] , nu sprake is van een herkenbare en specifieke modus operandi van verdachte. Immers blijkt dat de werkwijze van verdachte bij de twee afzonderlijke feiten overeenkomt. Beide keren vindt de verkrachting plaats op een min of meer afgelegen plek, in de auto van verdachte, op de achterbank, waarbij wordt gedreigd met een ‘politiestok’, die door verbalisanten ook daadwerkelijk in de auto van verdachte is aangetroffen en waarvan verdachte heeft verklaard dat dit een handvat van een biljartkeu is.
Tegenover de aangifte van [slachtoffer 2] staat de verklaring van verdachte, die heeft verklaard dat de seks tussen [slachtoffer 2] en hem vrijwillig was.
De rechtbank stelt vast dat verdachte bij de politie en ter terechtzitting wisselend en niet eenduidig heeft verklaard. De scenario’s van verdachte sluiten elkaar bovendien uit. Zo heeft verdachte in eerste instantie verklaard dat hij dronken was, waarna hij en [slachtoffer 2] in slaap zijn gevallen, en dat hij waarschijnlijk seks had gehad met [slachtoffer 2] , maar dat hij het zich niet kon herinneren. Daarna heeft verdachte echter verklaard dat [slachtoffer 2] dronken was en dat zij het initiatief heeft genomen tot de vrijwillige seks.
De rechtbank stelt vast dat verdachte niet alleen wisselend heeft verklaard, maar voorts dat de scenario’s van verdachte niet worden ondersteund door de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen.
Zo heeft verdachte verklaard dat [slachtoffer 2] zo dronken was dat ze over haar eigen kleding heeft overgegeven, waarna zij zich heeft uitgekleed en dat dat de reden was waarom zij naakt was. Verdachte heeft tevens verklaard dat [slachtoffer 2] in zijn auto heeft overgegeven en dat hij zijn auto die ochtend meteen heeft schoongemaakt.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte niet aannemelijk geworden, nu de verbalisant op 29 mei 2018 in de auto van verdachte heeft gekeken en daarin geen braaksellucht of direct waarneembare vlekken afkomstig van braaksel heeft aangetroffen. Dat [slachtoffer 2] in de auto heeft overgegeven, zoals verdachte heeft verklaard is naar het oordeel van de rechtbank niet geloofwaardig, nu het een feit van algemene bekendheid is dat de geur van braaksel nog lang in een auto blijft hangen. De rechtbank schuift deze verklaring van verdachte dan ook als kennelijk leugenachtig ter zijde.
Voorts heeft verdachte verklaard dat [slachtoffer 2] uit schaamte heeft verzonnen dat hij haar heeft verkracht, omdat zij is vreemdgegaan terwijl haar vriendje in detentie verbleef. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte eveneens ongeloofwaardig, gelet op het feit dat [slachtoffer 2] juist de moeder van haar vriendje, [getuige 4] , heeft geappt voor hulp, hetgeen in het scenario van verdachte ondenkbaar zou zijn geweest.
Gelet op het al het hiervoor overwogene kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte op 16 mei 2018 [slachtoffer 2] heeft verkracht.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij op 15 april 2018 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander,
door geweld en bedreiging met geweld en een andere feitelijkheid,
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , door zijn penis en één of meer vingers in haar vagina en/of tussen de schaamlippen te brengen,
en bestaande dat geweld en die bedreiging met geweld en die feitelijkheden hierin dat verdachte en zijn mededader,
- de broek van die [slachtoffer 1] heeft/hebben uitgetrokken en
- (hierbij) de riem en/of de string van die [slachtoffer 1] hebben kapotgetrokken en
- de handen en/of armen van die [slachtoffer 1] hebben vastgehouden en tegengehouden en
- die [slachtoffer 1] meermalen, (met de vuist/hand en/of met een wapenstok) tegen het hoofd en in het gezicht hebben geslagen en
- de telefoon van die [slachtoffer 1] hebben afgepakt en uitgezet en
- die [slachtoffer 1] hebben vastgehouden en in bedwang hebben gehouden en (aldus) misbruik hebben gemaakt van hun fysieke overwicht t.o.v. die [slachtoffer 1] en
- (meermalen) voorbij zijn gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 1] , en (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan;
2.
hij in de periode van 15 mei 2018 tot en met 16 mei 2018 te Nieuwleusen,
door geweld en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van een handeling die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , door zijn penis in haar vagina te brengen,
en bestaande dat geweld en die bedreiging met geweld en die feitelijkheden hierin dat verdachte
- (hardhandig) de broek en het t-shirt van die [slachtoffer 2] heeft uitgetrokken en
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat zij moest meewerken en
- toen die [slachtoffer 2] probeerde weg te rennen en zij ten val kwam die [slachtoffer 2] heeft opgetrokken en meegesleept naar de auto en
- die [slachtoffer 2] op de achterbank heeft geduwd en tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat zij op haar knieën moest gaan zitten en
- een stok heeft gepakt en heeft gezegd dat als die [slachtoffer 2] niet zou meewerken hij de stok in haar vagina zou duwen, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- die [slachtoffer 2] meermalen in het gezicht heeft geslagen en
- meermalen voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 2] , en aldus voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 242 en 248 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
verkrachting, terwijl het feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2
het misdrijf:
verkrachting.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van het voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft geen strafmaatverweer gevoerd gelet op de verzochte vrijspraken van beide ten laste gelegde feiten.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee verkrachtingen, waarbij hij één verkrachting samen met een medeverdachte heeft gepleegd. Verdachte heeft in zijn auto met behulp van een medeverdachte, die de toen 16-jarige [slachtoffer 1] heeft vastgehouden, geslagen en van haar kleding heeft ontdaan, bij [slachtoffer 1] uiteindelijk tegen haar wil seksuele handelingen verricht. Zij was alleen, half ontkleed en werd geconfronteerd met twee jongens die fysieke druk en geweld op haar uitoefenden en kon geen kant op.
Nog geen maand later heeft verdachte aangeefster [slachtoffer 2] verkracht in zijn auto. Daarbij heeft verdachte haar geslagen en tevens gedreigd met een ‘politiestok’ naar binnen te gaan. Door aldus te handelen heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van beide slachtoffers. Dit heeft ook nadelige psychische gevolgen van mogelijk langere duur meegebracht, zoals ook uit schriftelijke toelichting bij de vordering van [slachtoffer 1] als benadeelde partij is gebleken en uit de schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer 2] is gebleken, welke ter terechtzitting van 18 maart 2019 is voorgelezen.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van:
  • een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 27 februari 2019 opgemaakt door [naam 2] en
  • het uittreksel justitieel documentatieregister d.d. 22 januari 2019.
Uit het reclasseringsadvies van 27 februari 2019 is gebleken dat verdachte een 21-jarige first offender is van twee verkrachtingen die hij stellig heeft ontkend. Uit het advies is voorts gebleken dat volgens de NIFP rapporteur verdachte een laag gemiddeld intelligente jongeman is bij wie geen sprake is van een persoonlijkheidsstoornis of een seksuele stoornis en ook geen psychiatrisch toestandsbeeld. Bij verdachte wordt wel gezien dat sprake is van gerichtheid op behoeftebevrediging, grote bewijsdrang en een narcistisch perspectief.
Voorts is uit het reclasseringsadvies gebleken dat verdachte op dit moment geen zinvolle dagbesteding heeft en geen inkomen. Daarbij is sprake van financiële schulden. Het ontbreken van een zinvolle dagbesteding en de financiële problemen van verdachte kunnen risicofactoren zijn voor nieuw delictgedrag in de toekomst. Tevens kan het sociale netwerk van verdachte een risico zijn. Daarnaast heeft verdachte als beschermende factoren dat hij een woonadres heeft, dat hij een relatie heeft en dat hij geen problemen heeft met zijn familie. Door de reclassering kan - gelet op de ontkennende houding van verdachte, alsmede vanwege het feit dat de reclassering geen toestemming van verdachte heeft gekregen om derden te raadplegen - geen uitspraak worden gedaan omtrent het recidiverisico bij verdachte.
Geadviseerd wordt om aan verdachte een gecombineerde gevangenisstraf op te leggen, waarbij het gelet op zijn jonge leeftijd, de aard en de ernst van het delict en de persoon van verdachte wel noodzakelijk wordt gevonden dat bij verdachte nadere diagnostiek en een delictscenario wordt verricht. Door de reclassering wordt als bijzondere voorwaarden geadviseerd een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandelverplichting bij een forensische polikliniek.
De rechtbank overweegt dat de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) bij verkrachting uitgaan van een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij dit oriëntatiepunt en acht bij deze twee verkrachtingen als strafverzwarende omstandigheden de aanwezigheid van meerdere daders bij één verkrachting, de jonge leeftijd van één van de twee slachtoffers, en hun kwetsbare persoonlijkheid, het geweld en de bijzondere bedreigende setting (auto) aan de orde.
De verdachte verdient straf voor wat hij heeft gedaan. Verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor het gebeurde, en heeft daarmee dus ook geen inzicht gegeven in de redenen waarom hij tot deze delicten is gekomen. Ook de reclassering heeft geen volledig beeld gekregen van verdachte. Daarbij is uit het dossier echter wel een beeld van verdachte gerezen dat hij richting vrouwen weinig respectvol is, hetgeen zorgelijk is. Nu verdachte heeft aangegeven niet open te staan voor reclasseringstoezicht acht de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met oplegging van bijzondere voorwaarden niet aan de orde, zodat zal worden volstaan met oplegging van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles afwegende acht de rechtbank in dit geval oplegging van een gevangenisstraf van 5 jaar met aftrek van het voorarrest passend en geboden.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] (wettelijk vertegenwoordiger [naam 1] ), heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 6.846,80 (zesduizendachthonderdzesenveertig euro en tachtig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • kleding (broek, riem ondergoed, sjaal): € 99,98;
  • gederfde inkomsten: € 40,--;
  • abonnementskosten kickboksen: € 28,50;
  • parkeerkosten: € 23,30;
  • reiskosten: € 115,02.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 6.500,-- gevorderd.
[slachtoffer 2] (gemachtigde mr. J. Keupink advocaat te Borne), heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. Deze benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 5.000,-- wegens immateriële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] wordt toegewezen tot een bedrag van € 6.846,80, hoofdelijk, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot voornoemd bedrag.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] wordt toegewezen tot een bedrag van € 5.000--, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot voornoemd bedrag.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat verdachte van het onder 1 ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken.
De raadsvrouw heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de materiële schade ten aanzien van de vermiste of beschadigde kleding niet aan verdachte kan worden toegerekend, nu de politie deze kledingstukken kennelijk nog niet heeft teruggegeven. Voorts heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de gemiste arbeidskosten onvoldoende worden onderbouwd door de onderliggende stukken, nu niet blijkt of en op welke basis [slachtoffer 2] in deze periode zou hebben gewerkt. Voorts heeft de raadsvrouw betoogd dat de gevorderde kosten van het gemiste kickboksen onvoldoende zijn onderbouwd. Tot slot heeft de raadsvrouw ten aanzien van de gevorderde reis- en parkeerkosten aangevoerd dat deze kosten zijn gemaakt door de ouders van [slachtoffer 2] en niet door [slachtoffer 2] zelf. Gelet op dit alles heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de vordering ten aanzien van de materiële schade dient te worden afgewezen.
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat verdachte van het onder 2 ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken.
De raadsvrouw heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de immateriële schade van [slachtoffer 2] niet is onderbouwd door bijvoorbeeld een verklaring van een psycholoog of dergelijke.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 1 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
De opgevoerde materiële kosten zijn onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank acht de gevorderde kosten van de kleding, de gederfde inkomsten en de abonnementskosten voor het kickboksen door de onderliggende stukken voldoende onderbouwd en voor toewijzing vatbaar. De rechtbank is van oordeel dat de parkeer- en reiskosten weliswaar door de ouders van [slachtoffer 1] kunnen zijn betaald, maar dat deze kosten als verplaatste schade wel voor toewijzing vatbaar zijn.
De rechtbank zal het gevorderde ten aanzien van de materiële kosten daarom toewijzen tot een bedrag van in totaal € 346,80.
De vordering van [slachtoffer 1] ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is niet betwist door de verdediging. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van aantasting van de persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106, lid 1, sub b, BW, nu het slachtoffer om te kunnen omgaan met de emoties die de verkrachting heeft veroorzaakt, psychologische ondersteuning in de vorm van EMDR-therapie heeft gehad, zodat het slachtoffer wegens geestelijk letsel schadevergoeding toekomt. Gelet hierop zal de rechtbank naar billijkheid oordelend de gevorderde immateriële schade toewijzen tot een bedrag van € 5.000,--.
De rechtbank zal het materieel en immaterieel gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van in totaal € 5.346,80 (€ 346,80 plus € 5.000--) hoofdelijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd en de vordering van [slachtoffer 1] voor het meer gevorderde niet ontvankelijk verklaren. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
Feit 2
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 2 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
De vordering van [slachtoffer 2] ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is betwist in die zin dat door de verdediging is betoogd dat deze niet is onderbouwd. De rechtbank is van oordeel dat uit de schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer 2] is gebleken dat zij op dit moment weliswaar nog geen hulp heeft gezocht, maar dat uit deze verklaring is gebleken dat het niet goed met haar gaat. In dit geval is sprake van een zo ingrijpende aantasting van de persoonlijke en lichamelijke integriteit dat dit moet worden aangemerkt als een aantasting in de persoon in de zin van art. 6:106 lid 1, sub b, BW, zonder dat nodig is dat in dit stadium geestelijk letsel is vastgesteld. De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van verkrachtingen op korte, of op lange termijn, psychische problemen hiervan kunnen ondervinden. Gelet hierop zal de rechtbank naar billijkheid oordelend de gevorderde immateriële schade toewijzen tot een bedrag van € 5.000,--.
De rechtbank zal het immaterieel gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van in totaal
€ 5.000-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten 1 en 2 is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op het artikel 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: het misdrijf:
verkrachting, terwijl het feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2: het misdrijf:
verkrachting;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (wettelijk vertegenwoordiger [naam 1] ) (feit 1): van een bedrag van € 5.346,80 (vijfduizend driehonderdzesenveertig euro en tachtig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2018) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 5.346,80,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 61 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte en/of zijn mededader heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte/en of zijn mededader aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1] voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] (gemachtigde
mr. J. Keupink advocaat te Borne) (feit 2): van een bedrag van € 5.000,-- (vijfduizend euro) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2018);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het primair bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 5.000,--te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 60 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Bruggen, voorzitter, mr. H.F.J.M. Schröder en
mr. D.L. Westendorp, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Nassau, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 april 2019.
Buiten staat
Mr. Westendorp en mr. Van Nassau zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Feit 1
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie eenheid Oost-Nederland team zeden met proces-verbaalnummer 2018164686 onderzoek ONRBC18417 IJS OLIJF. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Een proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 17 april 2018 [1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van verbalisant of één van hunner:
Zaterdagavond heeft [slachtoffer 1] met 2 vrienden, [getuige 5] en [getuige 3] en een vriendin, [slachtoffer 2] , afgesproken in Zwolle. Ze werd opgehaald door [slachtoffer 2] en [getuige 5] bij haar in de straat. Ze is naar Zwolle gereden naar een flat bij ene [getuige 6] waar ze rond 23.00 uur waren. Rond 01.00/01.30 uur kwamen [medeverdachte] en een onbekende Marokkaanse jongen.(..) Ze zijn toen rond 02.00 uur naar de Agnietenplas gereden in twee auto’s. (..)
[slachtoffer 1] zou naar huis worden gebracht door [medeverdachte] en de onbekende jongen. De anderen
aanwezigen waren even weggelopen bij de auto’s. Ze ging achterin zitten en [medeverdachte] kwam
naast haar zitten aan de linker zijde. De onbekende jongen zat eerst voorin naar kwam ook achterin zitten. Hij ging rechts achterin zitten naast [slachtoffer 1] . De onbekende jongen begon aan [slachtoffer 1] te zitten en begon vies te praten. De onbekende jongen knuffelde [slachtoffer 1] en zei “Ik wil een serieuze relatie met je”. [medeverdachte] deed niet veel maar hield wel een keer haar armen vast en hij probeerde de kleding uit te doen bij [slachtoffer 1] . [medeverdachte] heeft haar broek uitgetrokken. De onbekende jongen heeft geprobeerd haar vagina aan te raken. [slachtoffer 1] verweerde zich er tegen. [medeverdachte] liep enkele keren uit de auto omdat hij moest plassen. Hij kwam op een gegeven moment terug en sloeg [slachtoffer 1] op haar linker jukbeen. Daarna sloeg hij haar 2 a 3 keer achter haar linkeroor. Dit deed hij met zijn vuist. Ze hadden beiden tegen haar gezegd dat ze moest luisteren. [medeverdachte] heeft de telefoon nog afgepakt en wilde de achterkant los halen.(..) Ze wilden dat [slachtoffer 1] de telefoon uit zou doen. Eerst lukte hen dat niet en op aandringen heeft zij uiteindelijk haar code ingetoetst zodat de telefoon uit ging.(..)
Toen [medeverdachte] uit de auto was, waren haar schoenen uit en was haar broek en slip naar beneden getrokken. Deze zat nog op 1 been. Haar string was wat uitgescheurd maar niet kapot. De jongen heeft haar gevingerd en [slachtoffer 1] heeft zich afgeweerd. [medeverdachte] zat toen nog in de auto en heeft haar handen vastgehouden zodat de andere jongen kon vingeren. De andere jongen kwam over haar heen. [slachtoffer 1] lag toen op de achterbank met het hoofd naar het raam aan de zijde van de bestuurder. De onbekende jongen had haar benen omhoog gedaan zodat hij tussen haar benen kon komen en duwde haar naar achteren. De onbekende jongen had zijn broek ook al naar beneden tot de enkels. Hij ging met zijn piemel in haar vagina. Dat heeft zo’n 30 seconden geduurd. [slachtoffer 1] heeft de gehele tijd gehuild. Ze heeft ook de gehele tijd geprobeerd hem weg te duwen. Toen de onbekende jongen net klaar was kwam [getuige 3] . [slachtoffer 1] vertelde wat zijn broertje, [medeverdachte] , en de onbekende jongen hadden gedaan. Hij was boos op hen en heeft [slachtoffer 1] getroost en naar huis gebracht. [medeverdachte] had [slachtoffer 1] nog wel geholpen met de schoenen aan doen. Toen [getuige 3] [slachtoffer 1] weg bracht zaten [slachtoffer 2] en [getuige 5] in de auto. Er is toen niks gezegd over het voorval.(..) Ze heeft diezelfde nacht nog wat mensen in kennis gesteld: [getuige 1] , [naam 3] , [getuige 2] (..) Dit zou allemaal via WhatsApp zijn gebeurd.(..)
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 17 mei 2018 [2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 1] :
(..) (V: Vertel eens alles over wat er gebeurd is die avond/nacht?)
Ik was thuis en toen vroeg [getuige 5] of ik kon afspreken. Dat zou zijn met nog een meisje en ze heet [slachtoffer 2] volgens mij en zijn broertje [medeverdachte] was daar ook en nog een jongen die ik niet ken. (..) Toen kwam dus [getuige 3] en [verdachte] . Ik wist niet zeker of hij [verdachte] heet, maar waarschijnlijk wel. Toen gingen we naar de auto en dus naar beneden. (..) ik ging met [medeverdachte] en [getuige 3] naar Agnietenplas. Toen gingen we daar heen. Toen hebben we daar gewoon een beetje gepraat. Toen pakte [verdachte] drank uit de achterbak. (..) Toen kwam [getuige 5] en dat meisje [slachtoffer 2] daar ook met de auto. Die was volgens mij van dat meisje. Toen zou [verdachte] mij naar buis brengen samen met [medeverdachte] . (..) Toen waren [getuige 3] en [getuige 5] en [slachtoffer 2] even weg, ik weet niet wat ze gingen doen. (..) Toen zat ik achter in de auto met [medeverdachte] . Toen wou [verdachte] ook achterin zitten. Die probeerde me aan te raken en kusjes te geven. Toen zei ik dat hij dat niet moest doen, maar hij ging door. Ik draaide mijn hoofd weg. [medeverdachte] probeerde me ook aan te raken. (..) Oh ja, ze wilden mijn broek uit doen. Ik wilde dat niet en hield ze tegen. Ik hield mijn broek vast. Voordat hij mijn broek omlaag had gedaan, sloeg ik [medeverdachte] op zijn neus. Toen sloeg hij me terug. Toen had ik een blauwe wang. (..) Ja, hij zat links van mij en [verdachte] zat rechts van mij. Hij sloeg me twee keer, een keer op mijn linkerwang en een keer aan de linkerkant van mijn hoofd achter mijn oor.(..)
Daarna toen hij me sloeg op mijn hoofd moest ik huilen. Niet van de pijn, maar omdat ik boos was. [verdachte] wilde me toen nog troosten. Toen dwong [verdachte] [medeverdachte] om mijn broek omlaag te doen. Ik hield het vast, dus toen lukte het niet. Toen pakte [verdachte] mijn handen en toen lukte het wel. Hij deed eerst mijn schoenen uit en toen mijn broek omlaag. Of, hij deed al mijn broek omlaag en daarna mijn schoenen uit. Dat weet ik niet meer precies. Hij deed de broek van een been af, toen zat de broek nog aan het andere been.(..)
[medeverdachte] ging toen uit de auto. Ik weet niet zo goed wat hij ging doen. Hij zei dat hij dronken was. (..) Toen vroeg [verdachte] aan [medeverdachte] om mij vast te houden. Hij dwong meer. [medeverdachte] deed dat eerst niet en toen wel. [verdachte] vroeg dat om dat hij dan seks met mij kon hebben. [verdachte] probeerde zijn lul in mijn vagina te doen. Ik duwde hem weg. Als je een auto hebt met maar twee deuren, dan kan je een stoel naar voren klappen. Hij zat op de rechterstoel, op de geklapte rugleuning, met zijn gezicht naar de achterkant. Ik weet niet meer precies wat er tussendoor gebeurde. Uiteindelijk ging [medeverdachte] uit de auto. Toen probeerde [verdachte] nog steeds seks met mij te hebben. Ik duwde met mijn handen zijn lul weg. Toen draaide hij mij, zodat ik in de lengte van de bank lag. Hij zat denk ik met een knie op de plek waar mijn benen lagen. Zo lukte het uiteindelijk, maar niet zo lang. Toen stopte hij, want ik duwde hem weg. Ik moest de hele tijd huilen. Toen kwam [getuige 3] met [getuige 5] en [slachtoffer 2] . Toen zei [getuige 3] : “Wat hebben jullie gedaan?” en toen haalden ze me daar weg. Toen troostte hij me eerst. [getuige 5] en [slachtoffer 2] zeiden eerst niets. Ik ging bij hen in de auto en ze hebben me toen naar huis gebracht. [getuige 3] ging ook bij ons in de auto. Toen we bijna bij mijn huis waren stapte ik ook uit en [getuige 3] ook. [getuige 3] vroeg aan mij wat er gebeurd was. Ik kon niet zo goed praten want ik was overstuur. Toen troostte hij me nog. Ik ben toen naar binnen gegaan. Ik ben toen naar bed gegaan. Toen we in de auto zaten heeft ondertussen [medeverdachte] mijn telefoon gepakt. (..) Toen heeft hij de telefoon uit gedaan. Daarna legde hij de telefoon op de bestuurdersstoel die naar voren was geklapt.(..)
(V: Dan komt het moment dat je naar huis wilt, hoe ging dat precies?)
Nou ik weet niet meer toen liepen [getuige 5] en [slachtoffer 2] weg. Toen ging [verdachte] achterin zitten en toen gingen we dus niet weg. [medeverdachte] zat al achter in en ik zat ook al achterin.
(V: Wie zat waar.)
[medeverdachte] links en [verdachte] rechts.
(V: Wat werd daarbij gezegd?)
Volgens mij niet zoveel. Dat ik rustig moest blijven. [verdachte] praatte heel vies. Hij fluisterde in mijn oor. Dat [medeverdachte] dronken was. Alsof hij zelf niets fout deed.
(V: Deden ze toen al wat dan?)
Ja, hij probeerde mij te zoenen en ik draaide mijn hoofd weg.
(V: Met hij bedoel je?)
[verdachte] .
(V: [verdachte] probeerde je te zoenen en jij draaide je hoofd weg en dan?)
Hij pakte mijn hoofd vast en draaide dit naar hem toe, zodat hij mij kon zoenen.
(V: Lukte dat ook dat zoenen.)
Ja uiteindelijk, maar ik deed niets terug.(..)
(V: Hoe het precies komt dat je broek uitgaat.)
[verdachte] hield me bij de armen vast, [medeverdachte] trok eerst mijn riem kapot. Ik had een riem om een dunne, die trok hij kapot. Door midden gewoon. Toen trok hij mijn string kapot. Niet doormidden, maar wel kapot.
(V: En toen?)
Toen trok hij die ook omlaag. Ik denk dat hij toen mijn schoenen uit deed. Ik heb van die schoenen die je zo uit kan doen. Daar zitten geen veters in. Toen trok hij de broek van mijn voet af. De broek bleef toen aan een been hangen.
(V: En toen, zat je toen nog steeds in de auto?)
Nee, hij had me iets onderuit getrokken zeg maar.
(V: Wat gebeurde er toen?)
Toen probeerde [verdachte] zijn lul in mijn vagina te doen. Maar ik drukte hem steeds weg. Dus het lukte hem niet. [medeverdachte] was toen uit de auto gegaan.
(V: Dus je was toen alleen met [verdachte] in de auto. Hij probeerde zijn lul in jouw vagina te doen en je duwde hem weg. Hoe deed je dat?)
Eerst op heuphoogte en later had hij bijna zijn lul in mijn vagina en toen heb ik gewoon zijn lul weggeduwd. Dat duurde best wel lang.
(V: Hoe lang duurde dit?)
Tien minuten een kwartier. Daarna draaide hij mij, zodat ik op de bank lag. Met mijn hoofd tegen waar de deur zit, aan de kant waar de bestuurder zit.
(V: Je lag op de bank, hoe dan?)
Op mijn rug.
(V: En toen?)
Toen probeerde hij het nog een paar keer en uiteindelijk lukte het. Want hij dreigde me om te slaan.(..)
(V: Wat lukte?)
Toen hadden we seks. Maar het was heel kort. Daarna drukte ik hem er af. Ik weet niet of hij is klaargekomen.
(V: Toen hadden we seks. Wat gebeurde er precies?)
Toen zat zijn piemel in mijn vagina.
(V: Wat deed hij precies?)
Naar voren en naar achteren bewegen.
(V: Hoe lang duurde dit?)
Paar seconden.
(V: En toen?)
Duwde ik hem van me af. Ik weet niet meer hoe precies.
(V: En toen?)
Toen stopte het. Toen ging ik rechtop zitten. Daarna bijna meteen kwam [getuige 3] . Ik was nog steeds aan het huilen.
(V: Wat zag [getuige 3] precies aan jou?)
Dat ik geen broek aan had en dat ik moest huilen. Toen hielp hij me om mijn kleren weer aan te doen.
(V: Wat werd er toen gezegd?)
Nou [getuige 3] zei tegen hun: Wat hebben jullie gedaan? En dat soort dingen.
(V: En tegen jou?)
[getuige 3] vroeg wat er gebeurd was en ik zei niets.
(V: Waarom zei je niets?)
Omdat ik moest huilen.(..)
Toen ging ik voorin de andere auto zitten en toen hebben ze me naar huis gebracht.
(V: Wie hebben je naar huis gebracht?)
[slachtoffer 2] , [getuige 5] en [getuige 3] .
(V: Waar bleven [medeverdachte] en [verdachte] ?)
Die bleven daar achter. Ik weet het niet verder.
(V: Toen je in de auto zat met [slachtoffer 2] , [getuige 3] en [getuige 5] , wat werd er toen gezegd?)
Niet veel, er werd niet echt wat gezegd. Iemand vroeg wat er gebeurd was. Ik zei daar niets op.
(V: Hoe was jij in de auto?)
Ik was stil en ik moest nog een beetje huilen.(..)
(V: Wat heb je, toen je alleen was met [verdachte] , nog tegen hem gezegd?)
Dat hij moest ophouden.(..)
(V: Ik heb nog een vraag waar we het nog niet over hebben gehad. De jongen heeft haar gevingerd en [slachtoffer 1] heeft zich afgeweerd.)
Ik weet dat echt niet meer. Als ik dat toen gezegd heb, is het wel waar, maar ik weet het nu niet meer.
(V: Hoe komt het dat je het niet meer weet.)
Ik denk omdat ik dit uit mijn hoofd wil zetten.(..)
(V: In het begin van je verklaring zeg je: Dat [verdachte] aan [medeverdachte] vroeg om jou vast te houden. Hoe zei hij dat?)
Gewoon: Houd haar vast. Ik weet het niet meer precies.
(V: [verdachte] zegt dan: Houd haar vast. Dat zal hij niet op een vriendelijke manier gevraagd hebben?)
Nee.(…)
V: In hoeverre heb jij hem daarna nog weleens gezien?A: Ja, ik heb een keer toen ik met [getuige 1] was, toen zei [getuige 3] dat [medeverdachte] zijn excuses aan wilde bieden, dat hij wilde praten. Toen kwam hij bij de [winkel] in Hattem. Hij zei toen dat hij dronken was en dat hij zin had. Hij dacht dat ik makkelijk was (…).
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 6 juli 2018 [3] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 1] :
(..) (V: We lazen ook in die app dat je in de ochtend contact met [getuige 2] hebt hoe het een en ander is gebeurd. Daarin spreek je erover dat je bent geslagen. Daarbij geef je aan dat [medeverdachte] jou ook heeft geslagen met een stok. Hoe zit dat?)
Ja dat heeft hij gedaan. Als ik niet zou luisteren dan sloeg hij. Vandaar dat ik heb geluisterd. De eerste keer sloeg hij met zijn hand en toen sloeg ik terug. Daarna moest [medeverdachte] mij slaan met een stok van die andere jongen. Ik weet niet of hij dat wel gedaan zou hebben als die andere jongen hem dat niet gezegd zou hebben.
(V: Wat voor stok was dat?)
Een zwart rubber achtige stok. Zo’n soort politiestok leek het.
(V: Waar haalde hij die stok vandaan?)
Die kwam uit de auto, maat ik weet niet precies waar vandaan.
(V: Hoe komt het dat je tijdens de gesprekken met ons het niet over een stok hebt gehad?)
Dat weet ik niet. Omdat ik het ‘awkward’ vond.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 20 juni 2018 [4] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige [getuige 1] :
(..) V: Waar ken jij [slachtoffer 1] van?)
Van school(..)
(V: Wat heeft [slachtoffer 1] jou precies verteld over wat er gebeurd zou zijn?)
Ze was die avond met vrienden. Die hadden wat gedronken en zou naar huis gebracht worden. Maar omdat ze hadden gedronken zou iemand anders haar naar huis brengen. Een paar jongens gingen bij haar achter in de auto zitten bij haar en toen is het gebeurd.
(V: Wat is er toen precies gebeurd?)
Volgens mij begonnen ze eerst wat te strelen en toen heeft [slachtoffer 1] gezegd “hou op” en dat ze het niet wilde. Weet niet meer wie als eerst heeft geslagen maar toen is zij geslagen en zij heeft die jongen geslagen. Toen is ze verkracht. Hoe dat is gegaan weet ik niet.(..)
(V: Heeft ze bijvoorbeeld verteld hoe ze is verkracht op welke wijze, dat soort dingen?)
Nee. Ik weet alleen dat het in een auto is gebeurd.
(V: Wanneer zou dit gebeurd zijn?)
Datum weet ik niet meer zo precies. Dat was de dag voordat wij naar de rodeo Boerhaar, autorodeo gingen.(..)
(V: Heb je namen gehoord?)
[medeverdachte] , nog een [getuige 5] , [slachtoffer 2] of zo en er was er nog één maar daar ben ik de naam vergeten.
(V: Wanneer hoorde jij dit voor het eerst?)
Ze had me gelijk daarna een appje gestuurd en die las ik de volgende ochtend. Ik zei dat ik met mijn vriend naar de rodeo zou gaan en zij ging met haar vader mee. Daar hebben we toen verder afgesproken.(..)
(V: Om hoeveel jongens zou het gaan?....)
Volgens mij zat ze uiteindelijk met iemand in de auto die haar vast hield en met degene die haar verkracht heeft.
(V: Ze is dan door één jongen verkracht?)
Volgens mij wel. De ander is dan een beetje medeplichtig.
(V: Heeft [slachtoffer 1] nadien nog wel eens contact gehad met die jongens?)
Niet met hem. Ze heeft hem wel ondertussen drie keer op school zien lopen. Dan houdt ze zich in en gaat niet daar naar toe. Ze heeft wel met het broertje van die verkrachter gepraat.
(V: Hoe zit dat?)
Ik was die avond toevallig bij haar en wilde net naar huis gaan. Ze vertelde dat [getuige 3] zo kwam. Ik vroeg wie dat was en dat was een broertje van de verkrachter. Ik wilde haar toen niet alleen laten. Hij kwam toen met een andere jongen. Hij wilde niet praten waar ik bij was en zijn een paar meter verderop gaan staan.(..)
(V: Weet jij wat er toen gezegd is?)
Volgens mij hadden ze besproken of [getuige 3] wist wat er ging gebeuren die avond en waarom die broer dat had gedaan.(..)
(V: Wij begrepen ook dat die jongen, de verkrachter, bij de [winkel] was geweest bij [slachtoffer 1] . Wat kun jij daarover vertellen?)
Bij de [winkel] ? Daar weet ik niks over.(..)
(V: Heb jij ook getwijfeld aan het verhaal van [slachtoffer 1] ?)
Nee.
(V: Waarom niet?)
Omdat ze me dat midden in de nacht appte en bij de rodeo liet ze mij een blauwe plek zien op haar wang.(..)
(V: Om even op het seksuele terug te komen, heeft [slachtoffer 1] specifieke handelingen benoemd wat er zou zijn gebeurd met haar?)
Nee, nee. Maar ik weet wel dat zijn penis in haar is geweest. Dat wel.
(V: Wat heeft ze daarover verteld?)
Eigenlijk vrij weinig maar ik vroeg of het met of zonder condoom was.
(V: Wat was het antwoord?)
Dat het zonder condoom was.
Een proces-verbaal van bevindingen telefoon [slachtoffer 1] met bijlagen d.d. 21 juni 2018 [5] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van verbalisant of één van hunner:
(..)
15-04-2018 05:03 [slachtoffer 1] : Ben je nog wakker?
15-04-2018 05:04 [slachtoffer 1] : Ik ben verkracht en geslagen (..) en ik weet niet wat ik moet
doen
15-04-2018 10:14 [getuige 1] : [slachtoffer 1]
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 26 juni 2018 [6] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige [getuige 2] :
(..) (V: Wat kan je ons vertellen over wat [slachtoffer 1] is overkomen? Zou je dat zo gedetailleerd mogelijk kunnen vertellen.)
Zij ging ‘s avonds stappen. Dat had ze mij verteld via WhatsApp. Midden in de nacht kreeg ik een appje wat ik pas ‘s ochtends kon lezen. Daar stond in dat ze met drie jongens in de auto zat en dat als het fout ging, ik haar moest komen redden. Toen kreeg ik nog een appje dat er echt wat aan de hand was. Ik heb het in de ochtend gelezen. Ik heb haar geappt van hoe het was gegaan en hoe het was. Er waren dingen van haar lijf getrokken en de personen omschreef ze wie dat waren. Er waren er drie. Ik wilde dan naar die jongen toe gaan. Ze kende één van die jongens goed want die zat op school. Dat was het wel zo’n beetje. (..)
(V: Maar wat heeft ze jou verteld?)
Dat een jongen haar broek had opengemaakt toen ze bij hem in de auto zat. En dat haar string was opengescheurd. Wat die jongens gedaan hebben weet ik niet.(..)
(V: Wat kan je ons vertellen over wie dit gedaan hebben?)
Het waren buitenlanders. Ik dacht van Marokkaanse afkomst, dat ze dat zei.
(V: Maar nog meet?)
Het waren twee broers. De derde persoon was volgens mij een vriend.(..)
(0: Getuige kijkt in zijn telefoon.)
Ik heb hier dat ze geslagen is door [medeverdachte] en de achternaam [medeverdachte] . Hij is als het goed is 17 jaar. Ze zegt ook dat degene die haar verkracht 22 is en dat hij [verdachte] heet maar ze weet geen achternaam.(..)
(V: We lazen ook dat ze is geslagen met een stok. Hoe zit dat?)
Dat weet ik niet. Dat heeft ze ook tegen mij gezegd. Dat heeft ze me later nog wel een keer verteld. Volgens mij staat in de app ook wel wie dat gedaan had.
Een proces-verbaal van bevindingen telefoon [slachtoffer 1] met bijlagen d.d. 21 juni 2018 [7] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van verbalisant of één van hunner:
15-04-2018 01:47 [slachtoffer 1] : Ben met 3marrokanen dus als ik verkracjt wordt moet je me ff redden
15-04-2018 04:57 [slachtoffer 1] : Oke dat was toen een grapje maar nu serieus ik weet niet wat
ik moet doen.(..)
15-04-2018 11:38 [getuige 2] : Wacht, ist echt gebeurd?
15-04-2018 11:38 [slachtoffer 1] : Het us geen fking grapje
15-04-2018 11:38 [getuige 2] : Wat is er precies gebeurd?
15-04-2018 11:39 [slachtoffer 1] : ik zie voor de grap eerder op die avond als ik verkracht word moet je moet komen redden maar later die avond om half 4 ofso gebeurde het echt…
15-04-2018 11:39 [slachtoffer 1] : Ben kkr hard geslagen (..)
15-04-2018 11:51 [getuige 2] : Maar die ene heeft je dus geslagen?
15-04-2018 11:51 [slachtoffer 1] : Ja
15-04-2018 11:51 [slachtoffer 1] : ook met een stok
15-04-2018 11:52 [getuige 2] : ik wil weten wie het is(..)
15-04-2018 11:52 [slachtoffer 1] : [medeverdachte]
15-04-2018 11:52 [slachtoffer 1] : [medeverdachte]
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 1 oktober 2018 [8] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige [getuige 3] :
(..) (V: [slachtoffer 1] heeft verteld dat ze in de auto ging met [verdachte] en [medeverdachte] . Waar waren jij, [slachtoffer 2] en [getuige 5] op dat moment?)
Toen hun in de auto waren. Wij waren terug aan het lopen naar de auto van [slachtoffer 2] . Wij zijn daarna weggereden.
(V: [slachtoffer 1] heeft verklaard dat er seksuele handelingen zijn gepleegd in de auto. Hoe zit dat?)
Euhmm..ja [verdachte] heeft wat gedaan bij haar. Mijn broertje heeft gezegd dat hij niet wat gedaan heeft.
(V: Wat heb jij op dat moment van die seksuele handelingen meegekregen?)
Daarna vertelde zij mij wel wat er is gebeurd. Dat [verdachte] haar dwong en dat mijn broertje haar.. volgens mij dat [slachtoffer 1] mijn broertje had geslagen en hij zou haar terug hebben geslagen.(..)
(V: Hoe lang zat er tussen dat jullie weg liepen en weer terug kwamen bij de auto waar [slachtoffer 1] op dat moment nog was?)
Een half uurtje misschien. Misschien iets langer.(..)
(V: Wat zag jij aan [slachtoffer 1] toen je terug was?)
Dat ze helemaal overstuur en verdrietig. Volgens mij zat ze nog in de auto met [verdachte] . [medeverdachte] stond buiten de auto.(..)
(V: En de anderen, hebben die nog wat gezegd over wat er gebeurd was?)
Ik en [getuige 5] waren toen echt boos op [verdachte] . [medeverdachte] vertelde dat hij was geschrokken en niet wist wat hij moest doen.
(V: Waarvan was hij geschrokken?)
Dat [verdachte] zomaar zoiets kon doen.
(V: Wat bedoel je daar dan mee?)
Haar dwingen om seks te hebben met hem.
(V: Hoe weet jij dit?)
[medeverdachte] vertelde dit aan mij toen ik hem naar huis bracht.
(V: Wat zei hij daarover?)
Dat hij het niet had verwacht van [verdachte] . Dat hij zoiets zou doen. Op het moment toen we aankwamen zei [medeverdachte] dat hij niet wist wat hij moest doen.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 2 oktober 2018 [9] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige [getuige 3] :
(..) (V: [slachtoffer 1] heeft verklaard dat jij [verdachte] en [medeverdachte] zou hebben aangesproken. Wat kan jij daarover vertellen?)
Ik was toen met [getuige 5] en gingen samen naar [verdachte] . Toen hebben we hem aangesproken. Ik weet niet meer precies wat ik gezegd heb, maar ik weet wel dat we boos op hem waren. Mijn broertje wist niet wat hij moest doen. Hij was een beetje in shock. Volgens mij was mijn broertje ook bang voor [verdachte] . [verdachte] heeft gewoon altijd iets bij zich, een mes of een stok. Dat was ook in die andere zaak met [slachtoffer 2] .
(V: Waarom waren jullie boos op hem?)
Om het feit dat hij haar verkracht had. Ik wist altijd al dat er iets mis was met [verdachte] . Ik had altijd al zo’n gevoel. Ik wou hem ook nooit thuis bij mij laten slapen.
(V: Wie had hij verkracht dan?)
[slachtoffer 1] .
(V: Hoe wist jij dat?)
[slachtoffer 1] kwam helemaal huilend uit de auto en was helemaal overstuur. [verdachte] had toen de riem los.(..)
(V: Wat kan jij vertellen over de rol van [verdachte] die nacht met [slachtoffer 1] ?)
Wat [slachtoffer 1] mij verteld heeft dat hij haar gedwongen had, pijn deed, zelfs met een stok in haar proberen te gaan. Verder heeft ze toen niet meer gesproken. Ik heb haar naar huis gebracht, maar onderweg heeft ze eigenlijk niets gezegd. Ze kon het niet.
(V: Wat kan jij vertellen over de rol van [medeverdachte] die nacht met [slachtoffer 1] ?)
[slachtoffer 1] had mij ook verteld dat ze alle drie achterin de auto zaten. Ze zaten eerst te kloten. Toen [verdachte] begon, had [slachtoffer 1] hem een stoot in zijn gezicht gegeven. Vervolgens deed hij wat terug. Daarna is [medeverdachte] naar buiten gegaan, want toen ik aankwam zag ik hem buiten. Hij heeft volgens niks gedaan bij haar, nadat [verdachte] begonnen was. Verder weet ik het niet meer.
(V: Wij hebben begrepen dat de rol op seksueel gebied van [verdachte] groter is dan dat van [medeverdachte] . Wat weet jij daarvan?)
Voor zover ik weet, heeft [medeverdachte] niets bij haar gedaan. Dit hebben ze mij beiden verteld.(..)
(V: Heb jij getwijfeld aan het verhaal van [slachtoffer 1] over wat er in de auto gebeurd zou zijn die nacht?)
Nee, eigenlijk niet. Ze was helemaal in shock en ik denk niet dat ze daarover zou liegen. Mijn gevoel over [verdachte] kwam op dat moment uit. Ik wist dat hij niet te vertrouwen was.(..)
(V: Dus jij zegt dat je naar de woning van [slachtoffer 1] bent gegaan samen met [medeverdachte] zodat hij zijn excuses kon aanbieden, maar dat [getuige 1] ook in de woning aanwezig was.)
Dat was niet naar de woning, maar naar de parkeerplaats in Hattem.
(V: Vertel eens hoe is dat gegaan?)
Ik had een afspraak met [slachtoffer 1] gemaakt, zodat mijn broertje zijn excuses kon aanbieden. [slachtoffer 1] wist ook dat het daarover zou gaan. [slachtoffer 1] kwam samen met [getuige 1] . Ik ben toen met [getuige 1] in gesprek gegaan over haar opleiding enzo. Mijn broertje ging toen apart staan met [slachtoffer 1] . (..)
(V: Wat heeft [medeverdachte] precies aan jou verteld over wat er die nacht in de auto van [verdachte] is gebeurd met [slachtoffer 1] ?)
Dat hij niet wist wat hij moest doen. Dat hij zomaar begon vast te houden en de kleren begon uit te trekken.
(V: Wat nog meer?)
Dat hij toen uit de auto is gegaan.
(V: Wat had [medeverdachte] nog meer gezien wat er in de auto gebeurde?)
Weet ik niet.
(V: Wat heeft hij verteld over de reactie van [slachtoffer 1] ?)
Dat ze ging huilen, dat ze terug begon te vechten, maar dat [verdachte] te sterk was.
(V: Wat heeft [medeverdachte] daarover verteld?)
Ja, gewoon dat hij de kleren probeerde uit te trekken. Voor de rest weet ik het niet.
(V: Welke kleren heeft hij uitgetrokken?)
Volgens mij haar broek. Verder heb ik niet gehoord.
(V: Wie heeft jou dit verteld?)
Euhm.. [slachtoffer 1] zelf.
(V: Wat zei je broertje hierover?)
Hij heeft hier niet veel over gezegd.
Een proces-verbaal van bevindingen telefoon [slachtoffer 1] met bijlagen d.d. 21 juni 2018 [10] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van verbalisant of één van hunner:
(..)
15-04-2018 12:57 [slachtoffer 1] : waar is mijn sjaal
15-04-2018 12:57 [medeverdachte] :weet ik niet vraag maar een van die andere jongens
15-04-2018 12:58 [slachtoffer 1] : lag in die auto
15-04-2018 12:58 [slachtoffer 1] : en krijg 30 euro van je voor de ck
15-04-2018 12:59 [medeverdachte] : ja weet ik niet ik was niet in die auto
15-04-2018 12:59 [slachtoffer 1] : die je kapot getrokken hebt(..)
15-04-2018 13:19 [medeverdachte] : ik wil via snapp prate
Een letselrapportage van GGD IJsselland d.d. 30 juli 2018 [11] voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Naam: [slachtoffer 1]
Voornaam: [slachtoffer 1] (..)
(..) Hoofd op de linkerwang is ter hoogte van het jukbeen een blauwgekleurde bloeduitstorting te zien met een doorsnee van ca 2. cm (..)
Het waargenomen letsel kan passen bij ontstaan ongeveer 48 uur daarvoor.
Een proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] d.d. 2 oktober 2018 [12] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van medeverdachte [medeverdachte] :
(..) (V: De moeder van de 16 jarige [slachtoffer 1] heeft namens dochter aangifte gedaan. Wie is [slachtoffer 1] ?)
Een vriendin van [verdachte] . Of [verdachte] heet hij eigenlijk. (..)
(V: [slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze die avond thuis is opgehaald door jouw broer [getuige 5] en zijn vriendin [slachtoffer 2] . Ze zijn toen naar een woning gegaan in Zwolle. Wij weten dat dit de woning betreft van [getuige 6] . Jij zou daar ook zijn gekomen die avond. Wie waren daar allemaal aanwezig die avond?)
Ik was daar volgens mij ook, [slachtoffer 2] , [verdachte] ook, mijn broer, en [slachtoffer 1] ook.(..)
(V: Wie gingen er allemaal naar de Agnietenplas?)
[verdachte] en ik, [slachtoffer 1] . Volgens mij was dat het
(V: Hoe zijn jullie daar naar toe gegaan?)
Met de auto van [verdachte] (..)
(V: [slachtoffer 1] vertelde dat zij in de auto zat met [verdachte] , [getuige 3] en jou, klopt dat?)
Volgens mij was het alleen ik, [verdachte] en zij.(..)
(V: Dan zijn jullie bij de Agnietenplas, wat hebben jullie daar gedaan met zijn allen?)
We gingen daar... [slachtoffer 1] en [verdachte] gingen daar drinken, Ik drink niet vanwege mijn geloof. Zij waren achterin in de auto gestapt. En ik stond buiten te roken. (..) Ze waren achterin. Ik dacht ik ga ze niet storen terwijl ze bezig zijn. Ik ben even een half uurtje gaan wandelen. Toen kwam ik terug. (..)
(V: Met wat waren ze bezig dan?)
Ze waren aan het zoenen.
(V: Hoe weet je dat?)
Dat kon ik zien.(..)
(0: [slachtoffer 1] verklaart verder Toen zat ik achter in de auto met [medeverdachte] . Toen wou [verdachte] ook achterin zitten. Die probeerde me aan te raken en kusjes te geven. Toen zei ik dat hij dat niet moest doen, maar hij ging door. Ik draaide mijn hoofd weg.” V: Reageer daar eens op?)
Ik was buiten een sigaretje aan het roken. Ze waren aan het zoenen. Ik wilde ze niet storen en besloot een rondje te gaan lopen. (..)
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 2 oktober 2018 [13] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
(..) (V: We hebben het gisteren al gehad over de broers [familienaam medeverdachte] . Hoe was jouw omgang met die jongens destijds?)
Gewoon normaal. Gewoon. Vrienden. (..)
(V: Hoe was je omgang met [getuige 5] ?))
Goed.
(V: Op welke momenten zag of sprak je hem?)
Vaak.(..)
Mijn tweede naam is [verdachte] vandaar dat ze mij [verdachte] noemen.
Feit 2
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie eenheid Oost-Nederland team zeden met proces-verbaalnummer BVH 2018212000 onderzoek ONRBC18416 IJS NECTARINE. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 mei 2018 [14] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van verbalisant of één van hunner:
(..) Op 16 mei 2018 omstreeks 11.12 kregen wij verbalisanten (..) naar [adres 2] . Aldaar zou een meisje zichzelf hebben opgesloten in de badkamer, omdat ze verkracht zou zijn.(..) Vervolgens heb ik verbalisant [verbalisant 1] de meldster gebeld. Ik hoorde dat er opgenomen werd door een [getuige 4] . Ik vroeg aan haar of zij een melding had gedaan.(..) Ik hoorde dat meldster vertelde dat [slachtoffer 2] , een vriendin van haar zoon verkracht was door ene [verdachte] .(..) Ik hoorde dat meldster zei dat we op moesten schieten, de verdachte zou nog in de woning zijn en [slachtoffer 2] was heel erg bang.(..)
Toen wij bijna boven waren zagen wij een man uit de woning van nummer [adres 2] komen.(..) Wij zagen dat de verdachte licht getint, niet zo groot was en een baardje had.(..)
Ik zag in de kamer links om de hoek een bed staan met daarop aan het voeteneind een vrouw. Ik zag dat de vrouw tranen in de ogen had. Ik verbalisant [verbalisant 1] vroeg aan de vrouw, nader te noemen slachtoffer, of zij [slachtoffer 2] was. Ik zag dat zij op en neer knikte waarop ik uitmaakte dat dit [slachtoffer 2] was. Ik verbalisant [verbalisant 1] vroeg aan het slachtoffer hoe het met haar ging. Ik zag dat zij begon te huilen. Vervolgens vroeg ik verbalisant [verbalisant 1] wat er was gebeurd. Ik hoorde dat het slachtoffer tegen mij zei dat ze was verkracht. Ik zag dat het slachtoffer haar truitje wat ze aan had omhoog trok waardoor de onderkant van haar buik zichtbaar werd. Ik hoorde dat ze zei, kijk dan. Ik zag dat er een aantal krassen over haar buik liepen. (..) Ik hoorde dat ze tegen mij zei dat [verdachte] het gedaan had.(..)
Verbalisant [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben verdachte vervolgens meegenomen naar het bureau.(..) [slachtoffer 2] begon uit zichzelf van te vertellen.(..) Vervolgens hoorde ik verbalisant [verbalisant 4] dat zij in de auto van [verdachte] zaten en [verdachte] sex wilde met het slachtoffer. Ik hoorde dat dit in Nieuwleusen was. Ik hoorde dat het slachtoffer tegen mij zei dat zij dit niet wilde en de auto wilde ontvluchten en wegrennen. Vervolgens vertelde zij dat ze toen weer de auto is ingetrokken door [verdachte] en in de auto was verkracht.(..)
Verdachte: [verdachte] (..)
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 17 mei 2018 [15] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster [slachtoffer 2] :
Feit: Verkrachting (..)
Pleegdatum/tijd: Tussen dinsdag 15 mei 2018 om 23:25 uur en woensdag 16
mei 2018 om 11:00 uur(..)
(..) Ik had tijdens het slapen wel veel pijn op mijn rug, als ik op mijn linker arm lig dan doet mijn arm pijn. Ik heb hier ook een spuit in gekregen. Ik heb ook nog een blauwe plek op mijn rechter boven arm aan de binnen kant, hier is gister geen foto van gemaakt.
(0: Er wordt een foto gemaakt van de blauwe plek, deze foto zal bij de aangifte worden
toegevoegd. V: Hoe komt deze blauwe plek hier denk je?)
Van het optrekken/meenemen door [verdachte] .(..)
(V: Heb jij momenteel een relatie?)
Half met [getuige 5] .(..)
[getuige 5] hij is 18 jaar.(..)
Ik ben hierna naar huis gegaan in Zwolle. Ik heb mijn telefoon opgeladen en heb ik [verdachte] gebeld, hij noemt zichzelf altijd, [verdachte] . [verdachte] is de beste vriend van [getuige 5] .(..)
Ik ben na 22:00 uur heengezonden bij de politie toen moest ik nog wachten op de bus en heb ik rond 23:30 uur [verdachte] gebeld.(..) Hij kwam binnen, hij zei dat hij wou drinken. Ik had drank op mijn kamer. Dit had hij meegenomen zonder dat ik daar al antwoord op had gegeven. Hij zei dat ik een tas met kleren mee moest nemen, zodat ik bij zijn ouders in huis kon slapen. Toen ben ik met hem in de auto gegaan.(..) We zijn naar Nieuwleusen gegaan.(..)
Ik heb toen gezegd dat ik mij misselijk voelde, ik voelde misselijkheid opkomen, en dat ik een rondje wilde lopen. [verdachte] wilde toen meegaan. Ik heb toen overgegeven achter zijn huis in een steeg. We zijn toen gaan lopen en heb ik mijn mond gespoeld. [verdachte] had drank bij zich, Raki en cola blikjes.(..) Ik denk dat [verdachte] de hele fles Raki verder heeft opgedronken.(..) [verdachte] zei wel de hele tijd dat ik mijn telefoon op vliegtuigstand moest zetten.(..) Ik ben in zijn auto gestapt, hij heeft mijn tas op gehaald. [verdachte] reed toen naar een bos. Toen ging het wel heel snel. Ik kan mij niet goed herinneren hoe mijn kleren zijn uit gegaan. Ik weet wel dat hij hardhandig mijn broek en T-shirt heb uitgetrokken. Toen heb ik
[verdachte] geduwd en ben ik heel hard naakt weggerend. Ik ben gevallen, ik weet niet meer of [verdachte] mij heeft geduwd of dat ik zelf ben gevallen. [verdachte] heeft mij wel opgetrokken van de grond, ik denk ook dat ik hierdoor de blauwe plekken op mijn rechterarm heb. [verdachte] heeft mij op de achterbank gezet. [verdachte] heeft een politie stok in zijn auto, deze wilde hij in mijn vagina doen. Dit heeft hij uiteindelijk niet gedaan. Toen zei hij dat ik moest luisteren naar hem. Toen heeft hij zijn penis in mijn vagina gedaan, van achter. Ik zat op mijn knieën op de achterbank. Ik kon toen alleen maar huilen, [verdachte] schreeuwde alleen maar dat ik moest mee werken. Ik weet niet hoe lang het heeft geduurd. Toen het stopt, moest ik mij aankleden.(..) Ik weet nog dat toen we weer terug naar zijn huis reden ik alleen maar huilde. Ik mocht niks zeggen van [verdachte] , ik mocht het ook niet tegen [getuige 5] zeggen.(..) Ik durfde niet weg te rennen, omdat ik bang was dat hij mij zou slaan of pijn zou doen.(..) Tijdens de seks heeft hij mij ook (4) vier keer geslagen in mijn gezicht.(..)
Ik heb veel last van mijn rug, dus ik denk dat hij mij daar heeft geslagen of heel hard heeft gedrukt. [verdachte] ging douchen toen we voor zijn huis stonden. Ik kon toen wel wegrennen, maar dat durfde ik niet. Ik heb iedereen die boven aan in mijn Whats App lijst staat een locatie toe gestuurd. De eerste die reageerde heb ik toen gevraag of die de politie wilde bellen.(..) We kwamen aan op [adres 2] . Ik heb gezegd dat ik wilde douchen. [verdachte] wachtte in de woonkamer, ik ben naar de douche gegaan en heb de kraan aan gedaan, maar ging niet douchen. Ik had mijn telefoon mee. Ik heb toen geappt met [getuige 6] , hij moest van mij bij de deur van de douche komen. Ik heb de deur toen open gedaan en heb ik tegen [getuige 6] gezegd dat [verdachte] zou worden opgehaald door de politie.(..)
Toen heb ik gebeld met de moeder van [getuige 5] en heb ook met haar geappt. Ik hoorde toen dat er werd aangebeld, dit was de politie, zij hebben [verdachte] toen meegenomen.(..)
(V: Met welke auto kwam [verdachte] jou ophalen?)
Volkswagen, grijs, ik denk een Golf 4.
(V: Vertel eens wat er in deze auto ligt.)
Politiestok(..)
(V: Waarom gingen jullie in zijn auto zitten?)
Ik had gezegd dat ik het niet fijn vond in zijn huis als zijn ouders dat niet wisten. Daarom gingen we in de auto zitten. Ik wist niet waar hij heen zou gaan.
(V: Had hij drank op?)
Ja(..)
(V: Als je dan stopt bij een bos, kan je dat terug halen, hoe dat ging?)
We gingen eerst praten, ik weet niet waar over. Hij zat aan mij. Hij trok mijn kleren uit. Dat ging heel snel.
(V: Waar was jij op het moment dat hij jouw kleren uit trok?)
In de auto(..)
(V: Waar in de auto was jij toen hij jouw kleren uit trok?)
Bij rijdersstoel.(..)
(V: Hoe krijgt hij je kleren dan uit als je gewoon op die stoel zat?)
Hij deed hardhandig. Hij schreeuwde hard ‘meewerken’, ‘meewerken’.
(V: En wat deed jij toen?)
Huilen
(V: Zei je nog iets?)
Nee, alleen dat hij moest ophouden en dat hij normaal moest doen. Hij zei denk maar dat ik [getuige 5] ben.(..)
(V: Oke je weet niet meer hoe dat met je kleren ging. Hij heeft die uit gekregen. Wat had je toen nog aan?)
Niks
(V: Waar waren je kleren toen?)
Weet ik niet.
(V: En toen?)
Heb ik hem geduwd en rende ik weg.
(V: Waar stond [verdachte] toen hij jouw duwde?)
Hij rende achter mij aan. Ik had hem geduwd en toen kon ik langs hem.
(V: Op welk moment duwde jij hem?)
Ik zat in de auto en hij stond bij mijn deur. De deur van de auto stond open. Ik zat op de stoel.(..)
(V: Wat gebeurde er toen jij hem duwde?)
Hij stapte naar achteren(..)
(V: Hoe ver rende jij toen?)
Een paar meter.(..)
(V: En dan?)
Hij had mij geduwd of ik viel. Ik weet het niet meer. Toen trok hij mij op en nam mij mee naar de auto.
(V: Waar had hij je vast toen hij je op trok?)
Bij mijn rechterarm.
(V: Wat deed jij toen?)
Tegenstribbelen.
(V: En hoe reageerde hij?)
Hij zei dat ik moest meewerken.(..)
(V:Oke, [verdachte] pakt je bij je arm, hoe kom je dan in de auto?)
Hij duwde mij in de auto.(..)
Hij had de voorbank voorover gedaan.(..)
Hij duwde mij in de auto. Hij pakte die politie stok en zei dat als ik niet mee zou werken, hij die stok in mijn vagina zou duwen.
(V: Hoe voelde jij je op dat moment?)
Verdrietig(..)
(V: Waar kwam die stok vandaan?)
Onder zijn stoel aan de bestuurderskant.
(V: Hij duwt jij in de auto, waar kom jij in de auto terecht?)
Op de achterbank, achter de bestuurdersstoel
(V: Hoe kom jij daar terecht)
Hij drukte mij daar in(..)
Hij pakte de stok onder de stoel vandaan. Hij zei dat als ik niet meewerkte, hij
die daar in zou doen.
(V: En dan?)
Dat doet hij niet. Ik moest op mijn knieën gaan. Toen stopte hij zijn penis in mijn vagina.
(V: Hoe gaat dat?)
Ik zat met mijn knieën op de achterbank.(..)
(V: Waar is [verdachte] ?)
Achter mij
(V: Hoe weet je dat het zijn piemel is, die in jouw vagina gaat?)
Dat voelde ik
(V: Hoe voelde je dat?)
Hij had mij met twee handen vast hij mijn rug. En ? ik voelde dat gewoon.(..)
(V: Hoeveel deuren heeft de auto?)
Drie.(..)
(V: Hoe ging dat omdraaien?)
Ik was tegen aan het stribbelen
(V: Hoe ging dat?)
Ik draaide mij om en hij draaide mij weer terug.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 24 mei 2018 [16] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster [slachtoffer 2] :
(..) (V: Wat ben je gaan doen nadat [verdachte] jouw had verkracht?)
Ik heb de hele tijd gehuild, ik weet niet hoelang.(..) Hij is naar zijn huis gereden. Hij is gaan
douchen, hij wilde dat ik ook ging douchen maar dat wilde ik niet.(..) Ik wilde niet, hij is toen weer naar binnen gegaan.
(V: Hoe laat was dat?)
Rond 10:00 uur, ik weet dit omdat ik toen mijn telefoon hebt gepakt om mensen te appen dat zij de politie moeten bellen. Ik heb zelf de politie niet gebeld omdat ik dacht dat als hij dat zou zien en boos zou worden. Hij kwam na 10 minuten of een kwartier naar buiten en is hij terug gaan rijden naar Zwolle.(..)
(V: Je hebt [getuige 7] geappt, wat doe je dan?)
Ik weet de volgorde niet, ik heb iedereen in mijn lijst een locatie gestuurd, [getuige 7] ook, [getuige 7] reageert als eerst.(..)
(V: Wat gebeurd er dan, als hij dat tegen iedereen gaat zeggen?)
Weet ik niet, dan weet mijn familie dat.
(V: Waar ben je bang voor?)
Dat mijn familie boos wordt.
(V: Op wie worden ze boos?)
Op mij.
(V: Waarom zouden ze boos op je worden?)
Omdat ze vinden dat ik met teveel buitenlanders omga.(..)
(V: Wie heb jij nog neer geappt?)
De moeder van [getuige 5] , ik weet niet hoe zij heet, ik praat niet zoveel met haar. Ik heb haar in de telefoon staan als: ?Moeder [getuige 5] ?.
( V: Dus je zegt, als je bij woning van [verdachte] sta app je met [getuige 7] en de moeder van [getuige 5] ?)
Ja en mijn vader, ik heb denk ik nog wel meer mensen een appje gestuurd maar ik weet niet meer wie dat allemaal zijn.
(V: Kun je dat voor ons terug kijken in je telefoon?)
Dat heb ik gelijk weer verwijderd want ik was bang dat [verdachte] mijn telefoon zou gaan pakken en zou gaan kijken(..)
(V: [verdachte] komt bij jou in de auto zitten, wat gaan jullie dan doen?)
We rijden richting Zwolle, naar [adres 2] .
(V: Hoe heeft hij dat gezegd?)
Dat ik niks moest zeggen? Dat heeft hij wel vaker gezegd. Hij zei dit op een agressieve manier met een harde stem.
(V: Hoe was de sfeer in de auto op weg naar Zwolle?)
Ik was aan het huilen, hij was gewoon aan het rijden.(..)
(V: Hoe voelde jij je toen je in de auto zat?)
Bang en verdrietig.
(V: Waar was je bang voor?)
Dat hij mij wat aan zou doen?
(V: Waarom was je daar bang voor?)
Dat hij er achter kwam dat ik mensen had geappt dat zij de politie moesten bellen.(..)
(V: Hoe weet je dan dat hij altijd agressief is?)
De toon waarop hij praat en hoe hij omgaat met mensen.(..)
(V: Hoe kan het dan wel dat jij hem als eerste belt?)
Omdat het de beste vriend is, was van [getuige 5] .(..)
(V: Waarom ging [verdachte] mee naar binnen aan [adres 2] ?)
Weet ik eigenlijk niet.
(V: Hoe ging dat dan?)
We zijn naar boven gelopen, hij heeft niks gezegd.(..)
Toen is [verdachte] doorgelopen naar de woonkamer. Ik ben naar de douche gelopen, heb de douche aangezet en ben gewoon gaan zitten.
(V: Wat zei je tegen [getuige 6] ?)
Niks, hij appte mij of er wat aan de hand was, hij kwam bij de deur van de douche, ik zei toen dat hij zo zou worden opgehaald door de politie.(..)
(V: De politie kwam en heeft iemand aangehouden. Wie heeft de politie aangehouden?)
[verdachte] .(..)
(V: We willen nu terug naar de verkrachting, je vertelt dat hij jou kleren heeft uitgetrokken, hoe ging dit?)
Hij zit aan mij en aan mijn kleren te trekken.(..)
Hij zat op de bestuurderskant en heeft mijn benen naar zich toe getrokken. Ik weet niet hoe hij mij broek heeft uit gedaan.(..)hij is aan de deur gaan staan bij mij.
(V: Hoe kwam hij daar?)
Hij stapte uit en liep via de voorkant van de auto naar mijn deur toe. Hij heeft toen mijn T-shirt uitgetrokken. Hij kneep in mijn armen. Ik ben voorover gaan zitten en heb gezegd dat ik het niet leuk vond en dat [getuige 5] dit ook niet leuk vond. Hij gewoon normaal moest doen.
Hij zei toen ‘denk maar gewoon dat ik [getuige 5] ben’ Ik ben toen weg gerend. Ik heb hem
wel duidelijk aangegeven dan ik het niet wou.
V: Hoe was hij op dit moment in auto?)
Hij heeft altijd wel een agressieve blik, hij was nu ook agressief maar heel boos, alsof hij boos was op mij.(..)
(V: Welk kleding stuk ging er als eerste uit?)
Broek
(V: Daarna?)
T-shirt en daarna mijn BH.
(V: Hoeveel tijd koste het [verdachte] om jou kleren uit te doen?)
Ik heb geen idee. Een paar minuten dat wel.(..)
[verdachte] had de stoel voorover geklapt en ik zat met mijn benen naar voren op de achterbank. [verdachte] had een stok gepakt en bij mijn vagina gehouden. Hij pakte deze stok onder de bestuurderstoel vandaan. Hij zei tegen mij, dat als ik niet zou luisteren hij deze stok bij mij er in zou doen. Toen had hij mij omgedraaid, ik zat toen met mijn hoofd bij de bestuurderskant op de achterbank bij het raam. Ik had 1 been van de bank af en 1 been op de bank. Hij hield vast door met zijn hand op mijn rug te duwen. Hij ging toen van achter er in.(..)
Met zijn handen, bij mijn heupen, hij trekt aan mij. Hij zei tegen mij dat ik moest luisteren anders zou die stok in mij. Hij zei wel dat ik mij moest omdraaien.(..) Ik was bang.
(V: Wat doet [verdachte] ?)
Zijn piemel van achter erin(..)
(V: Wat bedoel je met achterin?)
Mijn vagina.
(V: Wat doet hij dan?)
Hij gaat heen en weer bewegen.
(V: Weet je ook hoe vaak hij dit gedaan heeft?)
Nee.
(V: Heeft hij een condoom gebruikt?)
Nee(..)
Ik wil niet dat mensen denken dat ik dit vrijwillig wou.
(V: Hoe voelde dit bij jou, toen hij dit deed?)
Pijn, hij duwde heel hard op mijn rug en mijn vagina deed pijn.(..)
(V: Hoe vaak heb je deze avond/ochtend over gegeven?)

1 keer

(V: Waar was dit?)
Achter zijn huis.
(V: En in zijn auto?)
Nee.(..)
(V: Wat was er allemaal zichtbaar qua letsel na de verkrachting?)
Blauwe plek op mijn arm, schrammen op mijn voeten, benen, buik en armen en ik heb een zere rug. Ook had ik rode plekken op mijn gezicht, dit kwam doordat hij mij geslagen had in mijn gezicht.(..) Toen [verdachte] mij kwam ophalen moest ik mijn telefoon van [verdachte] al op vliegtuigstand zetten.(..) Rond 23:30 uur heb ik mijn telefoon op de vliegtuigstand gezet. Ik heb hem er wel een paar keer af gezet om te kijken of ik nog nieuwe berichten had.(..)
Ik denk dat het 02:30 uur dat we een rondje gingen lopen en dat ik moest overgeven in het steegje. We zijn toen naar het park gelopen en daar hebben we gezeten. Rond 03:30 uur zij we weer in de auto gaan zitten, hij is er heen gereden ik denk dat liet 03:45 uur was dat hij mij had verkracht. Rond 06:00 uur stonden we op de parkeerplaats waar de mensen de hond uit lieten, het werd toen ook licht. Ik heb vanaf dat moment alleen maar gehuild. Om 09:00 uur is hij naar zijn huis gereden. Ik denk dat hij om 09:40 ging douchen en tussen 09:45 uur en 10:00 uur weer naar buiten kwam. Ik weet niet hoe laat wij in [straat] aan kwamen dit kan 10:45 uur of 11:00 uur zijn.
Een letselrapportage van GGD IJsselland d.d. 17 mei 2018 [17] voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Naam: [slachtoffer 2]
Voornamen: [slachtoffer 2] (..)
hoofd 1/ diverse kleine gebiedjes van roodheid verspreid in het gelaat - met name op de
wangen en de kin - die lijken op zeer oppervlakkige schuur-schaaf-wondjes(..)
rug 2/ rechts midden op de rug diverse kleine in ongeveer dezelfde schuine richting verlopende zeer oppervlakkige schaaf- en kraswonden
3/links laag op de rug een gebogen lopende ca 3 cm lange kraswond
buik 4/ rechts op de onderbuik 4 ca 3 cm lange in schuin-verticale richting en parallel
verlopende oppervlakkige kraswonden
5/ rond de navel en op de linker onderbuik diverse lange parallel in ongeveer dezelfde verticale richting verlopende zeer oppervlakkige schaaf- en kraswonden(..)
armen 6/ 3 in lengterichting verlopende veegvormige schaafwonden (max 5 cm lengte) op de strekzijde onderarm nabij de elleboog
7/ midden op rugzijde onderarm diverse ca 1 cm lange parallel lopende oppervlakkige kraswonden
8/foto 15 is 17 mei gemaakt door zedenrechercheur: aan de binnenzijde van de
bovenarm zijn vaag doorschemerende onderhuidse bloeduitstortingen / kneuzingen
9/ ronde oppervlakkige schaafwond op handrug t.h.v. pinkstraal
ca 2 cm lange bloedende snij-kras-wond in de rechter handpalm (in lengterichting)
benen
links 10/ oppervlakkige schaafwond van ca 2 cm bovenbeen net boven knie(..)
voet li 11/ ca 2 cm lange oppervlakkige kraswond voor de enkelknobbel buitenzijde voet
voet re 12/ diverse oppervlakkige kraswond boven en achter enkelknobbel buitenzijde voet
13/ ca 1 cm lange schuin verlopende bloedende snij-kras-wond op de voetrug(..)
Beoordeling letsel
ontstaan Het meerendeel van het zichtbare letsel betreft kras-, schuur- en schaafwonden die
waarschijnlijk zijn ontstaan bij de vlucht in het bos door takken en dergelijke
De kneuzing aan de bovenarm kan passen bij hard vast pakken of knijpen(..)
Letsel past bij toedracht
Het letsel kan deels wel passen bij de door slachtoffer aangegeven toedracht.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] d.d. 17 mei 2018 [18] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige [getuige 4] :
(..) (V: Wat was de aanleiding dat je gisteren de politie hebt gebeld?)
[slachtoffer 2] appte mij of ik haar alsjeblieft kon helpen. Ik begreep eerst niet waar het over ging. Ze
stuurde help, help”. Ik dacht: Help voor wat? Ik begreep het eerst niet. Ik vroeg haar waarom? (..)
Ik vroeg haar of ik haar zou bellen. Toen zei ze; Nee dat kan niet. Ik vroeg: App? Toen bleef ze appen. Ze stuurde een foto van haar benen, dat ze helemaal vies was. Toen vroeg ik: Wat is er dan? Ik begreep het niet. Toen stuurde ze: [verdachte] , dat is zijn naam, maar hij heet [verdachte] . En toen stuurde ze: Hij heeft mij verkracht, help mij ik ben zo bang.”
(V: En toen?)
Toen vroeg ik nog een keer voor de zekerheid: [verdachte] ? Toen zei ze: “Ja”. Die vriend van [getuige 5] , dat is mijn zoon. Toen zei ze: “Ja”.(..) Toen schreef ze me het adres waar ze is: [adres 2] . Toen heb ik ondertussen de politie gebeld. Toen zei ze tegen mij: “Hij is er nog”. Hij is in de woonkamer.(..)
Ik zei toen tegen haar: ‘oke wacht, ik bel de politie voor jou, blijf waar je bent en houdt de deur op slot.”(..) Ze zegt: ïk heb overal schrammen’(..) Toen belde de politie mij terug en zeiden tegen mij dat ze 4 minuten daar vandaan waren. Ik zei dat toen ook tegen haar.(..) Mijn zoon [getuige 3] was ook onderweg daar naar toe. Om te helpen. Mijn zoon was eerder daar dan ik. [getuige 3] zag toen hij daar kwam, dat [verdachte] bij de politie achter in de auto zat. [getuige 3] gaf [slachtoffer 2] een knuffel omdat [slachtoffer 2] heel erg moest huilen.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] d.d. 18 mei 2018 [19] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige [getuige 6] :
(..) (V: [slachtoffer 2] heeft aangifte bij ons gedaan. Wat weet jij daarvan?)
Uhm, ik was thuis en [slachtoffer 2] kwamen bij mij met [verdachte] naar boven. [slachtoffer 2] vroeg aan [verdachte] of het goed was dat ze mocht douchen. Dat vond ik wel opvallend. [verdachte] ging met mij mee naar de woonkamer. Ik ging met hem praten over [getuige 5] en waarom hij vast zat, want hij zat toen nog vast. Om hem bezig te houden want [slachtoffer 2] had mij een appje gestuurd dat de politie onderweg was en dat ik hem bezig moest houden. Toen had ik hem bezig gehouden.(..)
(V: Heeft zij jou nog wat gezegd?)
Dat was dat ze verkracht was door [verdachte] (..)
(V: Had jij in de tussentijd dat je haar niet zag, nog contact met haar gehad?)
Volgens mij wel. Ik heb mijn telefoon bij me. Ik heb nog wel een bericht gestuurd dat ik er voor haar was.
(0: Getuige pakt de telefoon en kijkt:
16 mei 2018
00:24: Hol als je wilt praaten of wat dan ook kann je me altijd vraage
11:00: Als de iets is hoor ik het graag sta graag klaar voor je
11:01: [getuige 6] niks tegen [verdachte] zeggen politie komt eraan NIKS TEGEN [verdachte] ZEGGEN
11:02: Is goed zal niks zeggen
11:02: Kom bij de douche
11:02: Ben de(..)
(V: Wat voor indruk maakte [slachtoffer 2] op jou toen ze thuis kwam?)
Dat ze er helemaal doorheen zat. Ze zag er niet best uit. Haar ogen en wangen waren rood van het huilen. Gezichtsemotie kan ik niet verwoorden maar dat was een heel raar gezicht toen ze vroeg of ze mocht douchen aan [verdachte] . Toen ik bij de badkamer moest komen ging ze ook gelijk huilen en zei ze wat er gebeurd was.
(V: Hoe zag [slachtoffer 2] er uit op het moment van thuiskomst?)
Haar haren waren niet gedaan en wou gelijk douchen.
Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 7] d.d. 24 mei 2018 [20] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige [getuige 7] :
(..) (V: Waar ken jij de familie [familienaam slachtoffer 2] van?)
Daar ga ik al 20 jaar mee om.(..)
(V: Hoe veel kinderen hebben ze?)
[naam 6] heeft 2 dochters. De jongste is [naam 7] en de oudste is [slachtoffer 2] .(..)
(V: Wat kun je vertellen over [slachtoffer 2] ?)
Weinig. Ze is vaak boven op haar slaapkamer. Ze is ook vaak weg met vriendinnen en voor de rest weet ik niet. Ik weet dat er een tijdje woordenwisseling met haar vader heeft gehad. Dat is niet om te discrimineren, maat ze heeft een tijdje contact gehad met die vieze buitenlanders. Vader was daar ook niet blij mee en heeft haar ook verboden om met die lui om te gaan. Hij wil ze niet binnen hebben, zelfs niet op zijn erf. Elke keer ging ze toch om die Turken en Marokkanen.(..)
De volgende dag toen ik wakker werd, zag ik dat ik een aantal berichtjes had ontvangen. Hoe moet ik dat omschrijven. Dit waren dreigende of bange berichtjes. Vervolgens heb ik geprobeerd om haar vader te bellen. Hij pakte niet op. Daarna heb ik de politie gebeld en mij door laten verbinden met Zwolle. Ze zouden mij terug bellen. Dit is niet gebeurd. In de tussentijd bleef berichtjes ontvangen van [slachtoffer 2] . Ze stuurde berichten van: “Help help”, Ze stuurde mij haar locatie waar ze zat. Daarna stuurde ze me: “ [getuige 7] help me, bel de politie, ik ben heel erg bang.”
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2018 [21] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van verbalisant of één van hunner:
(..) Op donderdag 17 mei 2018 om 14.30 uur heb ik (..) in het voertuig gekeken van verdachte:
[verdachte]
[geboortedatum] 1997 in [land] (..)
Voertuig: Personenauto;
Merk/type: Volkswagen Poli, 44kw
Kleur: Grijs(..)
Ik, verbalisant [verbalisant 5] , zag onder de bestuurdersstoel van bovengenoemde voertuig een zwart voertuig liggen, welke lijkt op een ‘politiestok/wapenstok’.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 mei 2018 [22] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van verbalisant of één van hunner:
(..) Op dinsdag 29 mei 2018 omstreeks 11.00 uur zijn er op verzoek van [verdachte] door mij 4 pasjes uit zijn auto gehaald. (..) Ik verbalisant (..) merkt hierbij op dat ik in de auto geen braaksellucht en direct waarneembare vlekken afkomstig van braaksel heb waargenomen.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 16 mei 2018 [23] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
(..) (V: Hoe noemen vrienden jou?)
Gewoon [verdachte] . (..)
Ik heb het wel met haar gedaan, dat geef ik toe.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 17 mei 2018 [24] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
(..) (V: Vertel eens wat je ziet als je wakker word?)Mijn broek was naar beneden en zij was helemaal naakt.
(V: Waar zaten jullie in de auto?)Achterin de auto.(..)
(V: Wat dacht je dat er gebeurd was?)
Dat wij het hebben gedaan toch.
(V: Wat?)Seks.(..)
(V: Jij zou vervolgens iets hebben gepakt wat op een “politiestok” lijkt. Wat bedoelt ze daarmee?)
Nee. Ik had in mijn auto een handvat van een biljartstok.
(V: Heb je die gepakt dan?)Die lag onder mijn stoel. Dat is zo’n handvat van een biljartstok.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 17 april 2018, pag. 22 t/m 24.
2.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 17 mei 2018, pag. 33 t/m 45.
3.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] d.d. 6 juli 2018, pag. 48 t/m 55.
4.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 20 juni 2018, pag. 86 t/m 90.
5.Proces-verbaal van bevindingen telefoon [slachtoffer 1] met bijlagen, d.d. 21 juni 2018, pag. 175 t/m 177 en 194.
6.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 26 juni 2018, pag. 91 t/m 95.
7.Proces-verbaal van bevindingen telefoon [slachtoffer 1] met bijlagen, d.d. 21 juni 2018, pag. 175 t/m 177 en 182 en 183.
8.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 1 oktober 2018, pag. 114 t/m 115.
9.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 2 oktober 2018, pag. 116 t/m 120.
10.Proces-verbaal van bevindingen telefoon [slachtoffer 1] met bijlagen, d.d. 21 juni 2018, pag. 175 t/m 177 en 254.
11.Letselrapportage van GGD IJsselland d.d. 30 juli 2018, opgemaakt door forensisch arts [naam 8] , pag. 58 t/m 60.
12.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] d.d. 2 oktober 2018, pag. 379 t/m 383
13.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 2 oktober 2018, pag. 335 t/m 337.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 mei 2018, pag. 15 t/m 17.
15.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 17 mei 2018, pag. 37 t/m 52.
16.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 24 mei 2018, pag. 53 t/m 65.
17.Letselrapportage van GGD IJsselland d.d. 17 mei 2018, opgemaakt door forensisch arts [naam 9] , pag. 73 t/m 75.
18.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] d.d. 17 mei 2018, pag. 96 t/m 99.
19.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] d.d. 17 mei 2018, pag. 96 t/m 99.
20.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 7] d.d. 24 mei 2018, pag. 108 t/m 110.
21.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2018, pag. 138 en 139.
22.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 mei 2018, pag. 141.
23.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 16 mei 2018, pag. 314 t/m 322.
24.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 17 mei 2018, pag. 323 t/m 338.