In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 maart 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en een gedaagde, waarbij de eiseres een contactverbod heeft gevorderd. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.F. Portier, heeft gesteld dat de gedaagde haar blijft benaderen via e-mails en sociale media, ondanks herhaalde verzoeken om dit te staken. De eiseres heeft bovendien aangifte gedaan van stalking en heeft aangegeven dat de gedaagde kwetsende teksten op internet heeft geplaatst, wat haar in haar gemeenschap in een kwetsbare positie plaatst.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende spoedeisend belang is voor de vorderingen van de eiseres. Het contactverbod is toegewezen voor een periode van twee jaar, met de mogelijkheid voor de eiseres om na deze periode opnieuw een contactverbod te vorderen indien nodig. De gedaagde is ook veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 500,- voor iedere overtreding van het contactverbod, met een maximum van € 25.000,-. De voorzieningenrechter heeft de mogelijkheid tot gijzeling van de gedaagde afgewezen, omdat niet aannemelijk is dat dit een effectieve prikkel zou zijn voor nakoming van het vonnis.
De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en biedt een belangrijke uitspraak over de bescherming van slachtoffers van stalking en de mogelijkheden voor het opleggen van contactverboden.