ECLI:NL:RBOVE:2018:973

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 maart 2018
Publicatiedatum
28 maart 2018
Zaaknummer
C/08/214865 / JE RK 18-351
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gronden voor de machtiging gesloten jeugdhulp voor een jeugdige van 18 jaar

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 9 maart 2018 uitspraak gedaan over de machtiging gesloten jeugdhulp voor de 18-jarige [X]. De kinderrechter had eerder op 1 maart 2018 een spoedmachtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie, maar de gronden voor deze machtiging zijn later ter discussie gesteld. De gecertificeerde instelling (GI) handhaafde haar verzoek om de machtiging te verlengen, omdat [X] ernstige persoonlijke en psychische problematiek vertoonde. De ouders van [X] waren betrokken en pleitten voor zijn terugkeer naar huis, maar de GI stelde dat dit niet mogelijk was vanwege risico's en eerdere incidenten.

Tijdens de zitting op 8 maart 2018 werd de situatie van [X] besproken, waarbij de kinderrechter ook de mening van de ouders en de GI in overweging nam. De kinderrechter concludeerde dat er geen vastgesteld hulpverleningsplan was dat vóór de meerderjarigheid van [X] was aangevangen, en dat er geen passende vervolgplek voor hem beschikbaar was. De kinderrechter oordeelde dat de gronden voor de machtiging gesloten jeugdhulp niet aanwezig waren en besloot de eerder verleende machtiging te bekorten tot 10 maart 2018.

De kinderrechter benadrukte dat, hoewel [X] hulp nodig heeft, de wettelijke vereisten voor het voortzetten van de gesloten jeugdhulp niet waren voldaan. De beslissing om de machtiging te bekorten was gebaseerd op de afwezigheid van een hulpverleningsplan en het ontbreken van een geschikte vervolgplek voor [X].

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OVERIJSSEL

Familierecht en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Almelo
zaakgegevens : C/08/214865 / JE RK 18-351
datum uitspraak: 9 maart 2018

beschikking bekorting machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

Stichting Jeugdbescherming Overijssel, de gecertificeerde instelling,

hierna te noemen de GI,
gevestigd te Hengelo,
betreffende

[X] , geboren op [2000] te [geboorteplaats] , hierna te noemen [X] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[A] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] en

[B] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats] .

Het procesverloopBij beschikking van 1 maart 2018 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging verleend om [X] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van een maand.

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken die nadien zijn binnengekomen:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 1 maart 2018, ingekomen bij de griffie op 1 maart 2018;
- de verklaring d.d. 5 maart 2018 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 5 maart 2018 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 8 maart 2018 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- mr. T. Demirdag, namens [X] ,
- de moeder,
- de vader,
- de heer A. Pots, vertegenwoordiger van de Raad,
- mevrouw E. Hillebrand, vertegenwoordiger van de GI.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de zus van [X] en de wijkcoaches mevrouw [C] en mevrouw [D] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [X] wordt uitgeoefend door de ouders.
[X] verblijft bij ZIKOS Harreveld.

Het verzoek

De GI handhaaft haar verzoek om een machtiging om [X] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van een maand.
Ter onderbouwing van het verzoek verwijst de GI naar de overgelegde stukken. De GI heeft
ter zitting nog aangevoerd dat sprake is van een complexe situatie. De GI brengt naar
voren dat het niet goed gaat met [X] en dat er bij hem sprake is van ernstige persoonlijke en
psychische problematiek. [X] verblijft nog steeds in de geslotenheid van ZIKOS in
Harreveld. [X] zou in eerste instantie met het bereiken van de meerderjarigheid op [datum] naar huis terugkeren. De GI is daarop teruggekomen en acht samen met de gezinscoach een terugkeer naar huis niet mogelijk vanwege de risico’s. Dit onder andere vanwege een fysiek conflict met een medewerker dat tijdens zijn verblijf bij Horizon heeft plaatsgevonden. Er zijn ook andere aanwijzingen dat bij een terugkeer naar huis sprake zal zijn van een terugval in het gedrag van [X] . De GI heeft nog steeds geen passende vervolgplek voor [X] kunnen vinden. Er is inmiddels een rechterlijke machtiging verzocht in het kader van de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Het is noodzakelijk dat het verblijf van [X] in een beschermende omgeving wordt voortgezet, totdat daarop is beslist.

Het standpunt van belanghebbenden

Namens [X] is ter zitting naar voren gebracht dat [X] graag naar huis wil. Het is onbegrijpelijk dat op basis van een enkel incident met een begeleider wordt beslist om verlenging van de machtiging te verzoeken, terwijl eerder is meegedeeld dat [X] met het bereiken van de meerderjarigheid naar huis mocht. Incidenten tussen jeugdigen en begeleiders komen vaker voor. De ouders zijn erg betrokken, maar deze betrokkenheid lijkt gestraft te worden. De ouders staan open voor ambulante hulpverlening en willen graag meewerken. [X] komt uit een warm gezin. Een terugkeer naar huis kan hem juist balans bieden.
De ouders zien graag dat [X] weer thuis komt wonen. Sinds een vernieuwd medicatiedepot zien ze vooruitgang bij [X] . Het is niet in het belang van [X] dat hij op deze manier langer moet blijven.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2., vierde lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een jeugdige die achttien jaar is, bovendien slechts worden verleend indien:
a. sprake is van een behandeling die reeds aangevangen is voordat de leeftijd van achttien jaar is bereikt;
b. voor het bereiken van de leeftijd van achttien jaar een hulpverleningsplan is vastgesteld;
c. toegewerkt wordt naar een andere vorm van jeugdhulp dan gesloten jeugdhulp en dit ook blijkt uit het hulpverleningsplan, en
d. de gesloten jeugdhulp niet langer duurt dan zes maanden na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar.
De kinderrechter overweegt dat het evident is dat [X] hulp nodig heeft. Bij [X] is sprake van ernstige problematiek, een complex psychiatrisch beeld met gedragsproblemen. Er is bij hem een wisselend beeld zichtbaar. Er zijn periodes waarin het beter met [X] gaat, maar ook periodes waarin sprake is van een terugval. Hij heeft een strikt kader van hulpverlening nodig. Hieruit blijkt dan ook voldoende dat bij [X] sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren.
Naar het oordeel van de kinderrechter is er enige, zij het zeer beperkte ruimte voor een op een eerdere machtiging tot uithuisplaatsing aansluitende periode van vrijheidsbeneming na het bereiken van de meerderjarigheidsleeftijd. Het moet binnen de grenzen van artikel 5 van het EVRM mogelijk worden geacht om jeugdzorg in een gedwongen kader voort te zetten, mits die is aangevangen vóór het bereiken van de algemene meerderjarigheidsleeftijd én er concreet uitzicht is op afronding van de behandeling binnen korte en afzienbare tijd na het bereiken van de achttienjarige leeftijd, waarbij in alle gevallen moet zijn voldaan aan het wettelijk criterium dat er nog steeds sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren.
Ter zitting noch uit het verzoekschrift en de bijbehorende stukken, waaronder het laatst geldende plan van aanpak van 24 mei 2017, is gebleken dat sprake is van een vastgesteld en aangevangen hulpverleningsplan, voordat [X] de meerderjarige leeftijd heeft bereikt. Er is naar het oordeel van de kinderrechter dan ook geen sprake van voortzetting van de behandeling van [X] , waarbij wordt toegewerkt naar een andere vorm van jeugdhulp en een concreet uitzicht op de afronding van de behandeling. Daarbij komt dat ter zitting is gebleken dat [X] met het bereiken van de meerderjarige leeftijd weg moet bij ZIKOS en er thans geen passende vervolgplek en behandeling voor [X] is gevonden.
Indien de verzochte rechterlijke machtiging binnenkort door een rechter zou worden verleend dan zal [X] worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis of op een psychiatrische afdeling van een regulier ziekenhuis. ZIKOS van Horizon in Harreveld is niet zo’n ziekenhuis of een afdeling daarvan. Mitsdien zal de eventuele vervolgplek van [X] in geen geval een voorziening voor jeugdhulpverlening zijn.
De kinderrechter concludeert bij nadere beoordeling naar aanleiding van de behandeling ter zitting dat de gronden voor de machtiging gesloten jeugdhulp niet aanwezig zijn. De kinderrechter zal de bij beschikking van 2 maart 2018 verleende machtiging gesloten jeugdhulp dan ook bekorten, en wel tot 10 maart 2018.

De beslissing

De kinderrechter:
bekort de eerder verleende machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [X] van 4 april 2018 tot 10 maart 2018.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Olthof, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
mr. D. Turgut als griffier en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2018.