Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
21 februari 2014 ondertekend en is als productie 8 bij dagvaarding in het geding gebracht. De inhoud van dat document luidt als volgt:
€ 500,00 per maand (thans € 1.000,00, ktr) door Better.be Application Services B.V. aan [eiser] in het vooruitzicht wordt gesteld.
3.Het geschil
4.De beoordeling
“op het moment dat er geen sprake is van normaal functioneren in termen van aanwezigheid, inzet en declarabele werkzaamheden”.
23 mei 2017 zijn geen verbeterpunten opgenomen in relatie tot de prestatiebonus en net als na het verslag van januari 2017 bleef Better.be [eiser] de prestatiebonus gewoon uitbetalen. Kortom, tot en met mei 2017 is niet gebleken van een mogelijk disfunctioneren van [eiser] op grond waarvan Better.be tot de conclusie kon komen dat [eiser] geen aanspraak meer kon maken op de prestatiebonus. Een mogelijk disfunctioneren van [eiser] zou dus in ieder geval moeten zijn ontstaan na 23 mei 2017.
€ 913,82. Naar het oordeel van de kantonrechter kan de omvang van de buitengerechtelijke werkzaamheden, een enkele e-mail van de gemachtigde van [eiser] d.d. 29 december 2017, de toewijzing van de gevorderde vergoeding niet rechtvaardigen. Deze vordering is dan ook niet toewijsbaar.