ECLI:NL:RBOVE:2018:807

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 maart 2018
Publicatiedatum
16 maart 2018
Zaaknummer
08/770176-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor het overhalen van een minderjarige tot seksuele handelingen via webcam

Op 16 maart 2018 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 26-jarige man, die werd beschuldigd van het overhalen van een 13-jarig meisje om seksuele handelingen voor de webcam te verrichten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 9 juli 2016 tot en met 6 september 2016, door misbruik van zijn positie en misleiding, het slachtoffer heeft bewogen tot ontuchtige handelingen. De verdachte heeft zich voorgedaan als een lotgenoot met een eetstoornis en heeft het slachtoffer adviezen gegeven over zelfbevrediging, wat leidde tot het maken van pornografische beelden van het meisje. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan drie feiten: het bewegen van een minderjarige tot ontuchtige handelingen, het in bezit hebben van pornografische afbeeldingen van een minderjarige, en het verstrekken van schadelijke afbeeldingen aan een minderjarige. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 240 dagen, waarvan 239 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 180 uur. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/770176-17 (P)
Datum vonnis: 16 maart 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
2 maart 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.Y. Huang en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. P.M. Breukink, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:een minderjarige heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen;
feit 2: pornografische afbeeldingen van een minderjarige in zijn bezit heeft gehad;
feit 3:
pornografische afbeeldingen van zichzelf aan een minderjarige heeft verstrekt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 juli 2016 tot
en met 06 september 2016 te Enschede, in de gemeente Enschede en/of te
Varsseveld, in de gemeente Oude IJsselstreek, door misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te weten door:
- als chatcontact (via chat-XL en/of Instagram) contact te zoeken en/of te
(onder)houden en/of (daarbij)
- zich voor te doen als geïnteresseerd zijnde en/of (daarbij) kenbaar te maken
dat hij, verdachte, zich als (voormalig) lotgenoot (van een eetstoornis)
verbonden voelde en/of (vervolgens)
- één of meer adviezen te geven zoals (onder meer) dat zelfbevrediging
bevrijdend en/of ontspannend zou zijn en/of (daarbij)
- één of meer voorstel(len) te doen om zichzelf (al dan niet met een voorwerp)
te bevredigen en/of (daarbij) dit op film vast te leggen en/of (vervolgens)
aan hem, verdachte, (ter beoordeling) toe te sturen en/of
- één of meermalen instructie(s) te geven hoe en/of op welke wijze zichzelf te
bevredigen,
[slachtoffer] , geboren op [2003] , van wie hij, verdachte, wist of
redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog
niet had bereikt,
(telkens) opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen, te
weten:
-het ontbloten van haar borsten en/of vagina en/of (daarbij) dit op foto en/of
film vast te leggen en/of (vervolgens) aan hem, verdachte, te tonen en/of toe
te sturen en/of
-het inbrengen van een haarborstel in haar vagina en/of (daarbij) zichzelf te
bevredigen en/of (vervolgens) dit op foto en/of film vast te leggen en/of
(vervolgens) aan hem, verdachte, te tonen en/of toe te sturen
te plegen en/of van verdachte te dulden;
2.
hij in of omstreeks de periode van 09 juli 2016 tot en met 06 september 2016
te Enschede, in de gemeente Enschede en/of te Varsseveld, in de gemeente Oude
IJsselstreek, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens)
(een) (aantal/hoeveelheid) afbeelding(en), te weten (een) (16) foto('s) en/of
(1) video('s) en/of film(s) heeft verworven en/of in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, te weten [slachtoffer] (geboren [2003] ) was
betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit
(onder meer):
het vaginaal penetreren met een voorwerp (haarborstel) van het lichaam van
die [slachtoffer] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
(foto nummer 38, 39 en 40 - zie pagina 48, 49 en 50 van chatgesprek)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer] die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
waarbij die [slachtoffer] zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het
camerastandpunt nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht
worden (foto nummer 37, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47 en 48 - zie pagina 90 tot en met
97 van chatgesprek)
3.
hij in of omstreeks de periode van 09 juli 2016 tot en 06 september 2016, te
Enschede, in de gemeente Enschede en/of te Varsseveld, in de gemeente Oude
IJsselstreek, één of meer afbeelding(en) of voorwerp(en), namelijk één of meer
afbeelding(en) van een in erectie zijnde penis, waarvan de vertoning
schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar,
heeft verstrekt, aangeboden, verzonden en/of vertoond aan een minderjarige, te
weten aan een minderjarig meisje, genaamd [slachtoffer] (geboren [2003]
), van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, dat deze jonger was
dan zestien jaar.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 tot en met 3 tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er een bewezenverklaring kan volgen van de onder 1 tot en met 3 tenlastegelegde feiten, met dien verstande dat niet kan worden bewezen dat de feiten vóór 25 augustus 2016 zijn gepleegd, aangezien verdachte pas op 25 augustus 2016 op een printscreen zag dat [slachtoffer] 13 jaar oud was.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten, met de hiervoor vermelde restrictie, heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen te weten [1] :
1.
het proces-verbaal van de terechtzitting van 2 maart 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv;
2.
het proces-verbaal van aangifte van [naam] , pagina A01.02, bladzijden 1 tot en
met 8;
3.
het proces-verbaal van het verhoor van de getuige [slachtoffer] van 28 november 2016, pagina G02.01, bladzijden 1 tot en met 13;
4.
het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] van 14 maart 2017, betreffende een instagram chat gesprek dat als bijlage bij dit proces-verbaal wordt gevoegd.
tenlastegelegde periode
Door de raadsvrouw is, wat betreft de feiten onder 1 en 2, bepleit, dat ter zake de strafbare gedragingen die zijn gepleegd voor 25 augustus 2016, telkens vrijspraak dient te volgen, nu uit het procesdossier blijkt dat verdachte pas op 25 augustus 2016 op de hoogte was van de 13-jarige leeftijd van [slachtoffer] .
De rechtbank overweegt daaromtrent als volgt.
Voor een bewezenverklaring van de bestanddelen die zien op de leeftijd van [slachtoffer] is enkel relevant dat vast staat dat zij ten tijde van het plegen van de feiten (kennelijk) de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en aldus minderjarig was.
Door en namens verdachte wordt niet betwist dat verdachte bekend was met die minderjarigheid van [slachtoffer] ten tijde van de tenlastelegging. Verdachte zelf heeft daarover verklaard dat hij, op het moment dat hij via chatXL voor het eerst in contact kwam met [slachtoffer] , hij in de veronderstelling verkeerde dat zij 17 jaar oud en aldus minderjarig was.
Het verweer dient derhalve te worden verworpen.
verklaring verdachte met betrekking tot penetratie
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard zich niet meer te kunnen herinneren of de seksuele gedragingen waartoe hij [slachtoffer] heeft bewogen onder meer hebben bestaan uit het zich vaginaal penetreren met een haarborstel. Hij kan, volgens eigen zeggen, ook niet ontkennen dat het gebeurd is. De raadsvrouw heeft ter zake dit onderdeel geen vrijspraak bepleit.
De verklaring van het slachtoffer dat zij aan verdachte foto’s heeft gestuurd waarbij zij zichzelf vaginaal penetreert met een borstel, wordt ondersteund door de inhoud van een chatgesprek tussen verdachte en [slachtoffer] , dat als bijlage bij het door verbalisant [verbalisant] opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van 14 maart 2017 is gevoegd.
De rechtbank acht daarmee ook dit onderdeel van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij in de periode van 9 juli 2016 tot en met 6 september 2016 te Enschede, in de gemeente Enschede en/of te Varsseveld, in de gemeente Oude IJsselstreek, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misleiding, te weten door:
- als chatcontact (via chat-XL en/of Instagram) contact te zoeken en te
onderhouden en daarbij
- zich voor te doen als geïnteresseerd zijnde en daarbij kenbaar te maken
dat hij, verdachte, zich als lotgenoot van een eetstoornis verbonden voelde en
- adviezen te geven zoals dat zelfbevrediging bevrijdend en ontspannend zou zijn en
- voorstellen te doen om zichzelf (al dan niet met een voorwerp) te bevredigen en daarbij dit op film vast te leggen en vervolgens aan hem, verdachte, toe te sturen en
- instructies te geven hoe en op welke wijze zichzelf te bevredigen,
[slachtoffer] , geboren op [2003] , van wie hij, verdachte, wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, telkens opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te weten:
-het ontbloten van haar borsten en/of vagina en/of daarbij dit op foto en/of
film vast te leggen en aan hem, verdachte, te tonen en toe te sturen en/of
-het inbrengen van een haarborstel in haar vagina en daarbij zichzelf te
bevredigen en vervolgens dit op film vast te leggen en vervolgens aan hem, verdachte, te tonen en toe te sturen, te plegen;
2.
hij in de periode van 9 juli 2016 tot en met 6 september 2016
te Enschede, in de gemeente Enschede en/of te Varsseveld, in de gemeente Oude
IJsselstreek, meermalen afbeeldingen, te weten foto('s) en/of films heeft verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, te weten [slachtoffer] (geboren [2003] ) was
betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit onder meer:
het vaginaal penetreren met een voorwerp (haarborstel) van het lichaam van
die [slachtoffer] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van die [slachtoffer] die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en waarna door het camerastandpunt nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht
worden.
3.
hij in de periode van 25 augustus 2016 tot en 6 september 2016 te Enschede, in de gemeente Enschede en/of te Varsseveld, in de gemeente Oude IJsselstreek, een afbeelding
van een in erectie zijnde penis, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, heeft verzonden en vertoond aan een minderjarige, te weten aan een minderjarig meisje, genaamd [slachtoffer] (geboren [2003] ), van wie hij wist dat deze jonger was dan zestien jaar.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte 1 tot en met 3 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240a, 240b en 248a van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en misleiding een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaren, verstrekken aan een minderjarige van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 240 dagen, waarvan 239 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met aftrek van het voorarrest en een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht te volstaan met een geheel voorwaardelijke taakstraf. De verdediging heeft in verband daarmee samengevat aangevoerd, dat verdachte geen seksuele stoornis heeft, hij geen recidivist is, zijn recidiverisico als laag wordt ingeschat en hij het slachtoffer schadeloos heeft gesteld en dat in deze zaak van een strafoplegging geen preventieve werking uitgaat, een straf als vergelding niet aan de orde is en bescherming van de maatschappij geen noodzaak is.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren is gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Het dient verdachte ernstig te worden aangerekend dat hij het dertienjarige slachtoffer meerdere malen ten behoeve van zijn eigen seksuele behoeften heeft bewogen seksuele handelingen te plegen, waaraan zij, gelet op haar leeftijd, nog lang niet toe was. Verdachte heeft daarmee de norm die strekt tot de bescherming van minderjarigen tegen seksueel misbruik in ernstige mate geschonden. Met de door hem gepleegde feiten heeft hij inbreuk gemaakt op de psychische en lichamelijke integriteit van het slachtoffer en haar belangen ondergeschikt gemaakt aan zijn eigen seksuele behoeften. Daarmee heeft hij zijn verantwoordelijkheid als volwassene jegens een minderjarige in ernstige mate veronachtzaamd. Dat hij door zijn toedoen schade heeft berokkend bij het slachtoffer en het slachtoffer en haar familie verdriet heeft aangedaan blijkt uit de schriftelijke slachtofferverklaring die ter zitting door de moeder van het slachtoffer voorgelezen is. Uit het procesdossier blijkt verder dat het slachtoffer naar aanleiding van het gebeuren een depressie heeft ontwikkeld en mede in verband daarmee een psychiatrische behandeling ondergaat.
Ten gunste van verdachte heeft de rechtbank bij de strafoplegging rekening gehouden met het blanco strafblad van verdachte, het feit dat hij openheid van zaken heeft gegeven en er blijk van heeft gegeven het kwalijke en strafbare van zijn handelen in te zien. Bovendien heeft hij therapie gevolgd en een schadebedrag aan het slachtoffer betaald.
Alles afwegende zal aan verdachte, naast een taakstraf van na te melden duur, een vrijheidsstraf, waarvan de duur van het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de door verdachte in verzekering doorgebrachte tijd, worden opgelegd.
Een geheel voorwaardelijke taakstraf zoals verzocht door de verdediging, doet, gelet op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de straffen die in soortgelijke zaken doorgaans worden opgelegd, onvoldoende recht aan de zaak.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het 1 tot en met 3 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 tot en met 3 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en misleiding een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaren, verstrekken aan een minderjarige van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 tot en met 3 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
240 (tweehonderd en veertig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte van 239 (tweehonderd en negen en dertig dagen) niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tevens tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (éénhonderd en tachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.C.S. Koppes, voorzitter, mr. A.M. Rikken en
mr. H. Bloebaum, rechters, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2018.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche met documentcode AH012, ingekomen op 6 juli 2017. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.