Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
1 maart 2018.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
1.630,07(zegge: zestienhonderddertig euro en zeven eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Het gevorderde bestaat voor € 130,07 uit materiële schade (eigen risico zorg en schade aan een t-shirt) en voor € 1.500,00 uit immateriële schade.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
80 (tachtig) uren;
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
40 dagen;
[slachtoffer]van een bedrag van
€ 1.598,07(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 juli 2017) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.598,07, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 juli 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 25 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;