10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair:
het misdrijf: poging tot doodslag
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot
jeugddetentievoor de duur van
1 (één) jaar;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de jeugddetentie in mindering wordt gebracht;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer]van een bedrag van
€ 1.598,07(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 juli 2017) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.598,07, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 juli 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 25 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. A.A.A.M. Schreuder en
mr. V.P.K. van Rosmalen, rechters, in tegenwoordigheid van D.D. Drost, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2018.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Eenheid Oost-Nederland met registratienummer [nummer] anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en
[verbalisant 2] d.d. 12 juli 2017, pagina 19-21, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten, dan wel één hunner:
Op zaterdag 9 juli 2017 (de rechtbank begrijpt: zaterdag 8 juli 2017) kregen wij de volgende melding van de Meldkamer Oost Nederland; er zou een vechtpartij gaande zijn op het Israël Emanuelplein te Hardenberg. Wij kwamen ter plaatse en zagen dat er een persoon op de grond zat welke een bebloed hoofd had. Wij zijn naar deze persoon gelopen en hebben hem aangesproken. Dit bleek [slachtoffer] te zijn. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat hij meerdere verwondingen in zijn gezicht had, waaronder een gezwollen lip met snee. Ook had hij meerdere zwellingen in zijn gezicht.
2. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 11 juli 2017, pagina 33-35,
voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik bevond mij op vrijdag 7 juli 2017 in de avond/nacht in de Herbergher te Hardenberg. Bij mij waren [getuige 2] , [getuige 3] en [slachtoffer] . Ik hoorde een jongen, waarvan ik later heb gehoord dat dit [verdachte] was, behoorlijk tekeer gaan tegen [slachtoffer] . () Ik zag dat [slachtoffer] , [verdachte] , [getuige 5] en nog een paar jongens wegliepen. Ik zag dat het groepje richting de parkeerplaatsen liepen. Omdat die [verdachte] zo agressief was ben ik samen met [verdachte] gaan lopen. Ik zag dat het groepje richting de parkeerplaatsen liep bij de Aldi. Toen [verdachte] en ik bij de parkeerplaats net het hoekje om waren, hoorde ik opeens een luid geluid. Het klonk als ruzie. Ik keer om en zag dat [slachtoffer] roerloos op de grond lag. Ik zag in een flits [verdachte] bij mij vandaan rennen naar [slachtoffer] toe. Ik zag dat [verdachte] in zijn rennende beweging zo [slachtoffer] keihard tegen zijn hoofd schopte.
3. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 10 juli 2017, pagina 37-38, voor
zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Op 8 juli 2017, omstreeks 1.30 uur was ik bij de Herdenbergher in Hardenberg. Ik zag onder de veranda dat [slachtoffer] werd vastgehouden. Ik zag dat [slachtoffer] en die andere jongens richting het Israel Emmanuelplein liepen en dat zij net rechts om de hoek gingen staan. Ik hoorde wat rumoer en ben daar ook heen gelopen. Toen ik om de hoek kwam zag ik een jongen [slachtoffer] slaan. Door de klap viel [slachtoffer] op de grond. Ik zag hierna dat [verdachte] [slachtoffer] op zijn hoofd trapte met zijn rechterbeen. Dat ging erg hard. Ik hoorde de trap op het hoofd landen. Ik ken [verdachte] omdat ik stage heb gelopen bij het bedrijf van zijn vader.
4. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] d.d. 11 juli 2017, pagina 44-45, voor
zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Vrijdag 7 juli 2017 ben ik tegen de avond/nacht samen met [getuige 2] , [getuige 1] en [slachtoffer] naar de Herbergher gegaan. Ik zag op een gegeven moment dat [slachtoffer] ruzie had. Ik zag dat [slachtoffer] wegliep met een paar jongens, onder wie [getuige 5] en [verdachte] . Ik zag dat ze liepen in de richting van de Aldi bij de parkeerplaatsen. Ik zag dat het bij de parkeerplaatsen weer uit de hand liep. Ik ben toen ook in de richting van de parkeerplaats gerend. Ik zag dat [slachtoffer] ineens een klap op zijn hoofd kreeg. Ik zag dat [slachtoffer] door deze klap op de grond viel. Ik zag dat [verdachte] [slachtoffer] vervolgens hard op zijn hoofd schopte terwijl hij op de grond lag. Ik zag dat [slachtoffer] op de grond lag en dat [verdachte] hem zo, net als bij voetbal een trap op zijn hoofd gaf. Het was net of dat [verdachte] tegen een voetbal aanschopte, alleen was het geen voetbal maar [slachtoffer] zijn hoofd.
5. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] d.d. 16 juli 2017, pagina 59-60,
voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Op zaterdag 8 juli 2017 was ik op stap in den Herbergher. Ik was daar met een aantal vrienden van mij. [getuige 6] en [verdachte] waren er ook. Ik ben ook met hun groepje bevriend. Ik zag dat [slachtoffer] vervelend deed tegen [getuige 6] . (…) Ik zag dat iedereen mekaar begon te duwen. Daarna zag ik dat er mensen hen uit elkaar probeerde te houden. [slachtoffer] liep vervolgens richting de Aldi. Hij liep richting de parkeerplaats. [getuige 6] liep met [getuige 3] en [getuige 5] achter [slachtoffer] aan. Ze zijn met z'n drieën achter [slachtoffer] aangegaan en toen kwam de rest van de groep hun ook achterna. Een stukje de parkeerplaats op, achter een gebouw stonden [slachtoffer] met [getuige 6] , [getuige 5] en [getuige 3] stil. (…) Ik zag dat [slachtoffer] op de grond viel, het leek alsof hij toen al bewusteloos was. (…) [getuige 5] stapte over [slachtoffer] heen en liep verder de parkeerplaats op. Bijna tegelijkertijd dat [getuige 5] over [slachtoffer] heen stapte, zag ik dat [verdachte] hard met zijn rechtervoet tegen het hoofd van [slachtoffer] trapte.
6. Een schriftelijk stuk, te weten een letselrapportage betreffende [slachtoffer] , opgemaakt d.d. 15 augustus 2017 door S.J.Th. van Kuijk, forensisch arts, als ongenummerde pagina's gevoegd tussen pagina's 71 en 72, voor zover inhoudende:
Betreft:
naam: [slachtoffer]
voornaam: [slachtoffer]
Letselbeschrijving:
hoofd/hals
1) diverse grote diepe schaafwonden in het gelaat, met name aan de linker zijde: op de kin,
links naast de mond, op de linker ang, naast en boven de linker oogkas, tussen de
wenkbrauwen.
2) grote onderhuidse bloeduitstortingen met zwelling onder beide ogen
3) een schuin verlopende kraswond links op het voorhoofd
4) zwelling van de neusbrug
5) zwelling door kneuzing van de onderlip links plus bloedende diepe scheurwond ter plaatse
en diepe driehoekige scheurwond van 4 cm aan binnenzijde hiervan; beide wonden met in
totaal 7 hechtingen gesloten
6) bloedneus vanuit het linker neusgat
7) tanden staan scheef
8) misselijkheid, hoofdpijn en braken: verschijnselen duidend op een hersenschudding
Beoordeling letsel:
ontstaan
1) de scheur- barst- en schaafwonden op het gelaat kunnen qua plaats en patroon zijn
ontstaan door direct of indirect stomp botsend en schurend geweld. Qua patroon is het
voorstelbaar dat deze (mede) zijn ontstaan door schuren over de grond terwijl SO werd
mishandeld.
2) De scheur- en barstwonden plus zwellingen rond neus, lip en onder de ogen zijn ontstaan
door direct inwerkend stomp botsend geweld zoals stompen, schoppen, slaan met een hard
stomp voorwerp of vergelijkbaar geweld. gezien de plaatsen in het gelaat moet er
meerdere keren stomp botsend geweld zijn uitgeoefend, aangezien letsel onder beide ogen,
neus en onderlip niet in één keer kan zijn ontstaan.
Bijzonderheden
Letsel uitgeoefend zoals omschreven kan leiden tot dodelijk schedel- en hersenletsel. Derhalve dient dit beschouwd te worden als potentieel dodelijk letsel.
7. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 14 juli 2017, pagina 84-88, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
V= vraag verbalisant
A= antwoord verdachte
V: Zoals is aangegeven wordt je verdacht van openlijke geweldpleging en/of zware mishandeling en/of doodslag (….)
V: Wat voor kleding had je aan?
A: (…) schoenen.