Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de brieven met producties van 12 januari en 16 januari 2018
- de mondelinge behandeling.
2.De feiten
3.De vordering
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 31 januari 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, een consument, en Wehkamp Finance B.V., een kredietverstrekker. Eiser vorderde de verwijdering van een negatieve BKR-registratie, specifiek de A2 codering, die was ontstaan na een betalingsachterstand op een lening die in 2008 was afgesloten. Eiser had de lening in januari 2017 volledig afgelost, maar de negatieve registratie bleef bestaan, wat hem belemmerde in het verkrijgen van een hypothecaire lening voor de aankoop van een woning. Eiser stelde dat hij nooit op de hoogte was gesteld van de lening en dat hij vermoedde dat deze door identiteitsfraude was afgesloten. Wehkamp verweerde zich door te stellen dat eiser verantwoordelijk was voor de lening en dat de registratie noodzakelijk was voor de kredietverlening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van eiser bij verwijdering van de negatieve registratie zwaarder woog dan het belang van Wehkamp bij handhaving van de registratie. De rechter concludeerde dat de registratie niet in verhouding stond tot de situatie van eiser, die een stabiele financiële situatie had en geen andere negatieve registraties. De voorzieningenrechter heeft Wehkamp veroordeeld om de A2 codering binnen drie dagen na betekening van het vonnis te verwijderen en een dwangsom op te leggen voor elke dag dat zij hieraan niet voldeed. Tevens werd Wehkamp veroordeeld in de proceskosten van eiser.