Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 7 maart 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Gemeente Deventer en een gedaagde die zonder toestemming een pand in gebruik had genomen. De Gemeente vorderde ontruiming van het registergoed, gelegen aan een specifiek adres in Deventer, omdat de gedaagde het pand zonder recht of titel in gebruik had genomen. De Gemeente stelde dat de aanwezigheid van de gedaagde de uitvoering van herontwikkelingsplannen belemmerde en dat het pand ongeschikt was voor bewoning. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente voldoende spoedeisend belang had bij de ontruiming, omdat het pand in slechte staat verkeerde en er geen gas- en elektriciteitsaansluitingen aanwezig waren. De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij recht had op onderdak en dat er geen gevaar was voor verloedering van het pand. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van de Gemeente zwaarder wogen dan die van de gedaagde en dat de ontruiming kon worden toegewezen, maar met een termijn van vier weken in plaats van de gevorderde 24 uur. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten.