Op 8 maart 2018 heeft de Rechtbank Overijssel een vonnis uitgesproken in de zaak tegen een 68-jarige man, die werd beschuldigd van ontucht met zijn verstandelijk beperkte buurmeisje. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Een bijzondere voorwaarde is dat de man niet zonder de aanwezigheid van een andere volwassene in één ruimte mag zijn met het slachtoffer of haar zusje. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van het slachtoffer, dat in de periode van 1 januari 2016 tot en met 2 juni 2016 onzedelijk is betast door de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zitting op 5 oktober 2017 heeft de verdachte de ten laste gelegde handelingen bekend, maar ontkende hij dat deze handelingen van seksuele aard waren. De rechtbank oordeelde echter dat de handelingen, gezien de omstandigheden en de leeftijd van het slachtoffer, als ontuchtig moesten worden gekarakteriseerd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en een gevangenisstraf opgelegd, waarbij rekening is gehouden met de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de ernst van de gepleegde feiten. De rechtbank heeft ook de rapportages van de reclassering en psychologen in overweging genomen, maar oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De uitspraak is openbaar gedaan en de rechtbank heeft de zaak met zorg behandeld, waarbij de bescherming van kwetsbare personen voorop stond.