1.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 augustus 2014, zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van verbalisanten:
Op 15 augustus 2014 omstreeks 18:02 uur waren wij, verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 1] , [verbalisant 7] , [verbalisant 3] en [verbalisant 6] in uniform gekleed en belast met een snelheidscontrole op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de [straat 1] ter plaatse binnen de bebouwde kom van de gemeente Enschede.
Op deze weg geldt een maximum snelheid van 30 km/h en deze weg is voorzien van de
borden A l / E l ingevolge de bijlage 1 van het RVV 1990. Op datum en tijdstip voornoemd gaf ik, verbalisant [verbalisant 7] per portofoon door aan ons, verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 1] , [verbalisant 3] en [verbalisant 6] , dat de bestuurder van een grijze Audi personenauto voorzien van het kenteken [kenteken] vanaf de [straat 2] rijdende over de [straat 1] reed in mijn richting met een gemeten snelheid van 45 km/h.
Vervolgens gaf ik, verbalisant [verbalisant 1] , aan deze bestuurder een teken tot volgen,
waaraan hij gevolg gaf. Hierop heb ik, verbalisant [verbalisant 6] , deze bestuurder aangesproken en hem een hand gegeven en mij voorgesteld. Ik deelde hem mede dat hij was staande gehouden in verband met overschrijding van de maximum snelheid. Toen ik, verbalisant [verbalisant 6] , deze bestuurder had medegedeeld dat hij voor de genoemde gedraging een bekeuring kreeg werd hij erg boos en begon hij tegen mij te schelden. Hij schold mij uit voor kankerwijf. Zowel ik, verbalisant [verbalisant 6] , als verbalisant [verbalisant 2] hoorden dat deze bestuurder met enorme stemverheffing sprak. Wij hoorden dat deze bestuurder schreeuwde dat wij hoerenzonen waren en terroristen. Op het moment dat deze bestuurder tegen ons tekeer ging, stonden er aan de overzijde van de straat zeker vier personen mee te kijken en te luisteren. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , voelde mij erg beledigd en in mijn eer en goede naam aangetast, door de scheldwoorden die deze bestuurder naar mij met zeer hoge stemverheffing uitsprak. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , voel mij erg beledigd door de scheldwoorden als bovenomschreven welke deze bestuurder in mijn richting uitsprak.
Deze bestuurder is daar toen niet door mij, verbalisant [verbalisant 2] , aangehouden ter zake belediging van politieambtenaren, omdat ik met twee onbewapende BOA’s aanwezig was en trachtte de-escalerend op te treden.
Op 15 augustus 2014 omstreeks 18:08 zag ik, verbalisant [verbalisant 7] , dat deze bestuurder in mijn richting reed, zijn voertuig de parkeerplaats aan de [straat 1] opreed en zijn voertuig tot stilstand bracht voor de lasersnelheidsmeter. De afstand tussen de lasersnelheidsmeter en de achterzijde van zijn auto bedroeg ca. 10 meter. Vervolgens zag ik, verbalisant [verbalisant 7] , dat deze bestuurder zijn auto in de achteruit plaatste en met relatief hoge snelheid voor een korte afstand op mij en de laserapparatuur inreed. Hij stopte op een afstand van ca. 10 cm van de lasersnelheidsmeter. Uit dit rijgedrag maakte ik op dat deze bestuurder kennelijk erg boos was. Door deze manoeuvre van deze bestuurder voelde ik mij erg bedreigd. Ik had het gevoel dat deze bestuurder zowel mij als de snelheidsapparatuur omver zou rijden en merkte op dat deze bestuurder kennelijk erg boos was.
Vervolgens riep ik, verbalisant [verbalisant 7] , collega [verbalisant 1] via de portofoon op om bij mij te komen. De ontstane situatie voelde voor mij zeer bedreigend. De man stapte uit zijn voertuig en liep het aldaar gelegen winkelcentrum in. Hij had zijn voertuig geparkeerd in rechte lijn voor de snelheidsmeter, zodat waarneming door mij op dat moment niet mogelijk was. Ik, verbalisant [verbalisant 7] , heb vervolgens de lasersnelheidsmeter verplaatst opdat ik met de snelheidscontrole door kon gaan. Direct nadat collega [verbalisant 1] uit het zicht was zag ik dat deze bestuurder terugkeerde naar zijn auto. Hij schreeuwde tegen mij: “Ik zal je vertellen dat ik je moeder in haar kankerkont neuk. Jij vieze hoer.”
Door deze uitlatingen van deze bestuurder voel ik mij, verbalisant [verbalisant 7] , ernstig in mijn eer en goede naam aangetast. Ik vind dit een zeer ernstige belediging, te meer daar er zich op dat moment in gehoorafstand meerdere mensen zich bevonden. Ik heb vervolgens per portofoon wederom collega [verbalisant 1] verzocht om bij mij te komen. Vervolgens zagen wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] , dat deze bestuurder vooruit reed en aansluitend achteruit ging rijden en zijn voertuig voor de tweede keer op een afstand van maximaal 10 centimeter voor de lastersnelheidsmeter parkeerde.
Wij zagen toen dat deze bestuurder weer uitstapte en het bestuurdersportier open liet staan zodat ik, verbalisant [verbalisant 7] , wederom werd gehinderd in de uitvoering van mijn werkzaamheden.
Hierop ben ik, verbalisant [verbalisant 1] , van de dienstmotor afgestapt en sprak ik deze bestuurder aan. Ik vorderde dat hij onmiddellijk zijn voertuig zou verplaatsen. Hieraan voldeed deze bestuurder niet. Wij, verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 1] , zagen vervolgens dat deze bestuurder een dreigende houding aannam naar mij, verbalisant [verbalisant 1] . Ik stond op een afstand van ca. 1 meter van hem verwijderd. Omdat deze bestuurder geen gevolg gaf aan het door mij, verbalisant [verbalisant 1] , gegeven bevel om zijn voertuig te verplaatsen en beledigingen in onze richting bleef uiten en hij daarnaast aanstalten maakte om lopend te vertrekken heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , deze bestuurder medegedeeld dat hij door mij werd aangehouden.
Ik zei tegen deze verdachte: "Je bent aangehouden, omdraaien en handen tegen de
auto." Hieraan voldeed hij niet en nam een zeer agressieve houding aan naar mij,
verbalisant [verbalisant 1] . Ik, verbalisant [verbalisant 7] , heb onderwijl via de portofoon de collegae [verbalisant 2] , [verbalisant 6] en [verbalisant 3] opgeroepen om onmiddellijke assistentie te verlenen, daar ik de indruk had dat dit zou gaan escaleren.
Vervolgens zie ik, verbalisant [verbalisant 1] , dat deze verdachte, in plaats van zich om te draaien, op mij af kwam lopen met een fysiek agressieve houding. Ik zag aan zijn gelaatsuitdrukking dat hij opgefokt was en ik vermoedde dat hij geweld tegen mij zou gebruiken. Om te voorkomen dat ik, verbalisant [verbalisant 1] , door de verdachte zou worden geslagen heb ik direct mijn pepperspray getrokken en omdat verdachte mij zeer kort was genaderd, ik in motoruniform was gekleed en zelfs de helm nog op had, zonder waarschuwing vooraf aan de verdachte een stoot pepperspray afgegeven en gericht op zijn oog, als omschreven in de ambtsinstructie voor de politie. Gezien de snelheid van handelen van de verdachte had ik, verbalisant [verbalisant 1] , geen mogelijkheid meer om weg te komen.
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag dat deze verdachte, die inmiddels was gepepperd, zijn ogen opende en beide handen tot vuisten balde en mij kennelijk toch weer te lijf wilde gaan. Hij stond op dat moment slechts een halve meter van mij af. Ik zag dat deze verdachte met veel kracht en vuur in zijn ogen mijn in mijn gezicht trachtte te stompen/stoten. Daartoe haalde hij met beide gebalde vuisten tenminste vier keer uit naar mijn gezicht. Ik kon door weg te duiken deze aanval pareren. Hierop heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , nogmaals mijn pepperspray gebruikt op de ogen van verdachte. Ook dit had geen enkel effect op verdachte. Hij bleef agressief naar mij toe. Wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] , zagen aansluitend dat deze verdachte zich kennelijk aan zijn aanhouding trachtte te ontsnappen door in zijn auto te stappen. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , kon op het laatste moment deze verdachte beletten om in te stappen, waardoor een worsteling ontstond tussen mij, verbalisant [verbalisant 1] , en verdachte.
Ik zag en voelde dat de verdachte mij vastgreep aan mijn helm, en mij tegen zijn auto aandrukte. Ik wist mij los te wringen waarop ik, verbalisant [verbalisant 1] deze verdachte twee vuistslagen in zijn gezicht heb gegeven. Ik voelde mij ernstig bedreigd door het gedrag en de handelingen van deze verdachte. Hij wilde weer in zijn auto stappen. Ik heb de portier van zijn auto gesloten en ik trachtte hem tegen de grond te werken. Op dat moment kwamen wij, verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 6] en [verbalisant 3] ook ter plaatse. Hierop hebben wij, verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] de aangehouden verdachte tegen de grond gewerkt. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , heb de verdachte medegedeeld dat hij was aangehouden ter zake belemmering van een ambtshandeling, belediging en verzet bij aanhouding.
Verdachte bleef tijdens zijn aanhouding schelden en tieren en beledigen met de woorden als bovenomschreven. Met veel kracht is door ons verbalisanten de verdachte de handboeien aangelegd. Dit had te maken met de forse tegenwerking van de verdachte. Nadat de verdachte de handboeien waren aangelegd hebben wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , de verdachte rechtop gezet en met de voorzijde van zijn lichaam tegen de politiebus geplaatst. Hierop schraapte de verdachte zijn keel en spuugde hij kennelijk met alles wat hij in zich had, tegen de voorruit van de politiebus. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , heb verdachte gewaarschuwd dit niet weer te doen. Hij schraapte nogmaals zijn keel en spuugde nogmaals met volle overtuiging over de voorruit en de motorkap van die dienstbus. Hierop hebben wij, verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 1] en [verbalisant 3] , de verdachte weer tegen de grond gewerkt. Toen de verdachte weer op de grond lag heeft hij meerdere keren van zich af gespuugd waarbij ook in mijn, [verbalisant 2] , richting.
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , voel mij door de uitingen van verdachte, gedaan in mijn richting, in mijn eer en goede naam aangetast. Ik ben diep beledigd door verdachte. Ik, verbalisant [verbalisant 7] , voel mij diep beledigd in mijn eer en goede naam aangetast door de scheldwoorden en verwensingen welke verdachte naar mij heeft geuit. Ten tijde van deze scheldwoorden en verwensingen welke verdachte naar mij heeft geuit. Ten tijde van deze scheldwoorden was er inmiddels zeer veel publiek op korte afstand van ons.