2.14In de pensioenbrief van 1 januari 2006 staat vermeld, voor zover relevant (productie 2 CvA):
“(…) De ondergetekenden (…) verklaren dat zij, in aanvulling op de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst, onder de hierna genoemde voorwaarden een pensioenovereenkomst hebben gesloten. (…)
Artikel 2 Pensioenaanspraken
a. Ouderdomspensioen
Werknemer heeft aanspraak op een levenslang ouderdomspensioen dat ingaat op pensioendatum.
b. Nabestaandenpensioen
Werknemer heeft ten behoeve van zijn partner aanspraak op een nabestaandenpensioen dat ingaat direct na het overlijden van werknemer. Er bestaat slechts aanspraak op nabestaandenpensioen indien er tijdens de dienstbetrekking met werkgever daadwerkelijk een persoon is die voldoet aan de in artikel 1, onderdeel b opgenomen omschrijving van een partner. (…)
d. Nabestaandenoverbruggingspensioen
Werknemer heeft ten behoeve van zijn partner aanspraak op een nabestaandenoverbruggingspensioen dat ingaat direct na het overlijden van werknemer en eindigt in de maand voorafgaande aan de maand waarin de partner de 65-jarige leeftijd bereikt of bij eerder overlijden van de partner.
Artikel 3 Pensioengrondslag
Voor de opbouw van de pensioenaanspraken wordt uitgegaan van de pensioengrondslag. De pensioengrondslag wordt vastgesteld op de ingangsdatum van deze overeenkomst en daarna per 1 december van elk kalenderjaar. (…)
De pensioengrondslag is samengesteld uit de basispensioengrondslag en de variabele pensioengrondslag. (…)
Artikel 9 Beëindiging van de dienstbetrekking voor pensioendatum
“(…) a. Indien de dienstbetrekking anders dan door overlijden of arbeidsongeschiktheid vóór pensioendatum wordt beëindigd, verkrijgt werknemer een premievrije aanspraak op evenredig ouderdomspensioen als bepaald in artikel 8 PSW. Werknemer zal tenminste een tijdsevenredige aanspraak op ouderdomspensioen ontvangen.
b. De partner van werknemer ontvangt een premievrije aanspraak op nabestaandenpensioen, waarvan de hoogte door de uitvoerder van de regeling naar redelijkheid zal worden bepaald.
Indien de bij voortijdige beëindiging van de dienstbetrekking opgebouwde pensioenrechten niet worden overgedragen naar de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever, zullen de pensioenrechten tot de ingangsdatum van het pensioen jaarlijks per 1 januari worden aangepast aan de ontwikkeling over het verstreken kalenderjaar van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek berekende gemiddelde loonindex voor de CAO-lonen per maand inclusief bijzondere beloningen.”
Artikel 11 Bepalingen in geval van echtscheiding
a. Indien het huwelijk (…) anders dan door overlijden wordt verbroken, worden aan de gewezen echtgenoot/(…) premievrije aanspraken op bijzonder nabestaandenpensioen verleend in overeenstemming met artikel 8a PSW. (…)
c. Het hiervoor bepaalde vindt geen toepassing, indien de voormalige echtgenoten/ (…) bij huwelijkse voorwaarden of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding anders overeenkomen of zijn overeengekomen. (…)
Artikel 15 Afkoopverbod
De aan deze pensioenovereenkomst te ontlenen pensioenaanspraken kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de PSW. (…)”