ECLI:NL:RBOVE:2018:559
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.K. Huisman
- A.M. Rikken
- C.C.S. Koppes
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in mensenhandelzaak met betrekking tot uitbuiting van slachtoffer als katvanger
Op 22 februari 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 60-jarige man uit Hilversum, die werd verdacht van mensenhandel. De verdachte werd beschuldigd van het uitbuiten van een slachtoffer, dat als katvanger werd gebruikt. De rechtbank heeft de zaak behandeld op openbare terechtzittingen op 17 en 31 januari en 8 februari 2018. De officier van justitie, mr. E.D.I. Martens, eiste een veroordeling van de verdachte, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. V.P.J. Tuma, pleitte voor vrijspraak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastelegging van mensenhandel. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden van de zaak niet voldoende waren om te concluderen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het uitbuiten van het slachtoffer. De rechtbank benadrukte dat de vraag of er sprake was van uitbuiting sterk afhankelijk is van de specifieke omstandigheden van het geval. Ondanks enkele aanwijzingen van betrokkenheid bij criminele activiteiten, was er onvoldoende bewijs om de verdachte te veroordelen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank heeft bepaald dat de benadeelde partij zijn vordering alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen.