10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2 en 3 primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1, 2 en 3 primair: telkens het misdrijf: feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren,indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen jeugddetentie;
- bepaalt dat van deze taakstraf een gedeelte van
80 (tachtig) uren subsidiair 40 (veertig) dagen jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, vierde lid Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Jeugdreclassering William Schrikker Groep, op de door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- wordt verplicht zich onder behandeling te stellen van Accare te Deventer of een soortgelijke instelling zoals Intermetzo, Karakter of Transfore, indien en zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht. Waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten William Schrikker Groep te Oost Nederland opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden van verdachte en ten behoeve daarvan te begeleiden.
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van een bedrag van € 150,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2017;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde onder 3 primair en tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 150,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van drie dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. van der Maden, voorzitter, mr. F.C. Berg en
mr. S.H. Peper, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2018.
Mr. F. van der Maden is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.