Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[betrokkene] ,
- de officier van justitie mr. S. Leusink-Van Dijk;
- P.K. Christensens, als hoofd behandeling verbonden aan FPC Oostvaarderskliniek als deskundige;
Rechtbank Overijssel
Op 27 februari 2018 heeft de Rechtbank Overijssel een beslissing genomen in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een verdachte, geboren in 1968, die momenteel verblijft in FPC De Oostvaarderskliniek te Almere. De rechtbank heropent het onderzoek naar de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling, die oorspronkelijk op 2 februari 2016 is ingegaan en op 2 februari 2018 zou eindigen. Het Openbaar Ministerie heeft op 15 december 2017 een vordering ingediend tot verlenging van deze termijn met twee jaar, onderbouwd met de vereiste rapportages.
Tijdens de zitting op 13 februari 2018 zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder psychologen van de Oostvaarderskliniek, die adviseerden om de maatregel te verlengen vanwege een behandelimpasse. De rechtbank constateert dat er geen behandelrelatie tot stand is gekomen en dat het recidiverisico hoog is bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank overweegt dat er nog geen volledig diagnostisch beeld van de verdachte is verkregen en dat de deskundigen verschillende meningen hebben over de risico's van een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel.
Gezien de omstandigheden en de bereidheid van de verdachte om mee te werken aan een hernieuwd onderzoek in het Pieter Baan Centrum, besluit de rechtbank om de zaak te heropenen en aan te houden. De rechtbank stelt voor dat het onderzoek zich richt op diagnostiek, inschatting van het recidiverisico en de benodigde behandeling en begeleiding voor de verdachte. De beslissing houdt in dat de zaak voor onbepaalde tijd wordt aangehouden en dat de officier van justitie de gelegenheid krijgt om de verdachte op te nemen voor hernieuwd onderzoek.