Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser A], te Enschede, eiser A,
[eiser B], te Enschede, eiser B,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak hebben eisers A en B bezwaar aangetekend tegen het besluit van de burgemeester van Enschede, waarin hun bezwaar tegen de vermeende ontheffing van een milieuvergunning en bestemmingsplan voor het Fantasy Island Festival en het Freshtival niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank Overijssel heeft op 13 februari 2018 uitspraak gedaan in deze kwestie. De eisers stelden dat er op het moment van indienen van hun bezwaarschrift op 10 mei 2016 al besluiten waren genomen die hen raakten, maar de rechtbank oordeelde dat er op dat moment geen besluiten waren genomen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat het bezwaar van eisers terecht niet-ontvankelijk was verklaard, omdat er geen gedoogbeschikking of afwijkingsbesluit was genomen. De rechtbank benadrukte dat de eisers redelijkerwijs niet konden menen dat er op 10 mei 2016 al een evenementenvergunning was verleend, en dat hun bezwaarschrift niet kon worden aangemerkt als prematuur bezwaarschrift. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op.