ECLI:NL:RBOVE:2018:5152

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 februari 2018
Publicatiedatum
17 maart 2020
Zaaknummer
08/963029-15 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel en deelname aan een criminele organisatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 20 februari 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in Syrië, die werd beschuldigd van mensensmokkel en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte personen hielp bij het verkrijgen van toegang tot Nederland en andere EU-lidstaten, terwijl hij wist dat deze toegang wederrechtelijk was. De verdachte had contacten met medeverdachten en regelde chauffeurs voor het vervoer van de gesmokkelde personen. De rechtbank heeft het bewijs, waaronder tapgesprekken en verklaringen van medeverdachten, als voldoende beschouwd om de verdachte schuldig te verklaren aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen handelde, maar deel uitmaakte van een gestructureerde organisatie die zich bezighield met mensensmokkel. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen geldbedragen gelast, omdat deze niet vatbaar waren voor verbeurdverklaring. De uitspraak benadrukt de ernst van mensensmokkel en de impact ervan op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/963029-15 (P)
Datum vonnis: 20 februari 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1989 in [geboorteplaats 1] (Syrië),
wonende te [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 22 en 23 januari 2018 en 13 februari 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. drs. M.R.A. van IJzendoorn en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. M.G.M. Frerix, advocaat te Ede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er (na een door de rechtbank toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging d.d. 29 maart 2016), kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan:
feiten 1, 2 en 3:(medeplegen van) mensensmokkel al dan niet in de uitoefening van zijn beroep of gewoonte;
feit 5:deelnemen aan een criminele organisatie.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij in de periode van 25 tot en met 26 augustus 2015 te Venlo en/of te Eindhoven
althans in Nederland, en/of Boedapest, althans in Hongarije en/of te Viersen , althans in Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van zijn/hun beroep of gewoonte een persoon, in het dossier aangeduid als:
[betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum 2] -1983 te [geboorteplaats 2] (Syrië), met de Syrische nationaliteit
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Hongarije en/of Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of die persoon daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door
  • telefonische contacten te leggen en/of te onderhouden over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde persoon en/of
  • een chauffeur en/of een (personen)auto te regelen voor het vervoer van die bovengenoemde persoon en/of
  • die bovengenoemde persoon met een (personen)auto (merk Peugeot , met Duits kenteken [kenteken 1] ) vanuit Hongarije naar Nederland te vervoeren en/of
  • zich door die bovengenoemde persoon voor dat vervoer te laten betalen
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Hongarije en/of Nederland van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd;
2.
hij in of omstreeks de periode van 29 juni tot en met 1 juli 2015 te Eindhoven althans in Nederland, en/of te Wenen, althans in Oostenrijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van zijn/hun beroep of gewoonte een persoon, in het dossier aangeduid als:
[betrokkene 2] , geboren op [geboortedatum 3] -1982 te [geboorteplaats 3] (Syrië)
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
Oostenrijk en/of Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of die [betrokkene 2] daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door
  • telefonische contacten te leggen en/of te onderhouden over de (wijze van) smokkel van die [betrokkene 2] en/of
  • een chauffeur en/of een (personen)auto te regelen voor het vervoer van die [betrokkene 2] en/of
  • die [betrokkene 2] naar de (personen)auto te begeleid en (vervolgens) te vervoeren vanuit Oostenrijk naar Nederland en/of
  • zich door die [betrokkene 2] voor dat vervoer te laten betalen
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Oostenrijk en/of Nederland van die [betrokkene 2] heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd;
3.
hij in of omstreeks de periode van 24 tot en met 25 augustus 2015 te Eindhoven althans in Nederland, en/of te Boedapest, althans in Hongarije en/of te Viersen , althans in Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van zijn/hun beroep of gewoonte
9 personen (5 volwassenen en 4 kinderen), althans één of meer onbekend gebleven personen met de Syrische, en/of een onbekend gebleven nationaliteit
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Hongarije en/of Duitsland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of die personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door
  • telefonische contacten te leggen en/of te onderhouden over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde personen en/of
  • een chauffeur en/of een (personen)auto te regelen voor het vervoer van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen en/of
  • die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, met een (personen)auto (een 7-persoons Ford ) vanuit Boedapest, althans Hongarije naar Stuttgart, althans Duitsland te vervoeren en/of
  • zich door die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, voor dat vervoer te laten betalen
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Hongarije en/of Duitsland van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, heeft georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd;
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2015 tot en met 11 september 2015 te Eindhoven en/of elders in Nederland en/of te Milaan, althans in Italië en/of te Wenen, althans in Oostenrijk en/of te Boedapest, althans in Hongarije en/of te Duitsland heeft deelgenomen aan een organisatie, (onder meer) bestaande uit verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of één of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van
- mensensmokkel (artikel 197a Wetboek van Strafrecht) en/of
- witwassen (artikel 420bis Wetboek van Strafrecht).

3.De voorvragen

Met betrekking tot de geldigheid van de dagvaarding overweegt de rechtbank – ambtshalve – als volgt.
Na vermelding van tijd en plaats behelst de tenlastelegging van de feiten 1 tot en met 3 (telkens) de volgende passage: “
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van zijn/hun beroep of gewoonte”.
Artikel 197a Sr. – voor zover hier van belang – luidt als volgt:

3 Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, wordt begaan in de uitoefening van enig ambt of beroep, wordt gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd en kan ontzetting worden uitgesproken van de uitoefening van het recht het ambt te bekleden of het beroep uit te oefenen en kan de rechter openbaarmaking van zijn uitspraak gelasten.

4 Indien een van de feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of in vereniging wordt begaan door meerdere personen, wordt gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.

De in de tenlastelegging gekozen bewoordingen roepen de vraag op of de steller daarvan heeft beoogd de in de aangehaalde artikelleden bedoelde strafverzwaringsgronden aan de verdachte ten laste te leggen en, in het geval deze vraag bevestigend zou moeten worden beantwoord, welke grond(en) dat dan zijn/is.
De in de tenlastelegging vermelde passage “al dan niet in de uitoefening van zijn/hun beroep of gewoonte” komt de rechtbank voor als een (multi-interpretabele) samentrekking van bestanddelen van de wettekst in de artikelleden 3 en 4. Aan deze veronderstelling ligt ten grondslag dat, naar het oordeel van de rechtbank, het begrip ‘beroep’ in lid 3 een andere betekenis toekomt dan in lid 4. Nu dat begrip in lid 3 wordt opgevoerd gepaard aan het begrip ‘ambt’ en voorts gekoppeld wordt aan de strafbedreiging van ontzetting van het recht tot de uitoefening ervan, moet het ervoor worden gehouden dat het begrip ‘beroep’ in dit lid ziet op een reguliere, legale beroepsoefening binnen welk kader, als neventaak met mis-/ c.q. gebruikmaking van de mogelijkheden die het beroep daartoe biedt, - kortweg – de mensensmokkel zou zijn begaan. Het begrip ‘beroep’ in lid 4, daar nevengeschikt aan het begrip ‘gewoonte’, ziet daarentegen op mensensmokkel die is begaan met het oogmerk om zich een bepaalde bron van inkomsten te verschaffen; mensensmokkel als broodwinning c.q. verdienmodel. Nu in de betreffende passage van de tenlastelegging ‘in de uitoefening van beroep’ (lid 3) vermengd wordt met ‘het maken van een gewoonte’ (lid 4) is sprake van innerlijke tegenstrijdigheid - die ook niet wordt opgeheven indien één en ander bezien wordt tegen de achtergrond van het dossier - en mitsdien, in zoverre, van nietigheid.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding – voor het overige - geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen ter zake het onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor de tenlastegelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Feit 1
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte telefonische contacten had over de (wijze van) smokkel van de Syriër [betrokkene 1] van Hongarije naar Nederland, dat medeverdachte [medeverdachte 4] in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 1] een auto had gehuurd en een chauffeur had geregeld voor het vervoer van bovengenoemde persoon, dat verdachte in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 1] geld in ontvangst nam van deze smokkel en dat verdachte dan wel zijn medeverdachte(n) voornoemde persoon met een (personen)auto (merk Peugeot , met Duits kenteken [kenteken 1] ) vanuit Hongarije naar Nederland liet(en) vervoeren en dat hij dan wel zijn medeverdachte(n) zich door die bovengenoemde persoon voor dat vervoer heeft/hebben laten betalen. De rechtbank verwijst hiertoe onder meer naar diverse tapgesprekken, de verklaring van [medeverdachte 4] , de verklaring van [betrokkene 1] en de verklaring van verdachte.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat verdachte samen met medeverdachten bovengenoemde persoon behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Oostenrijk en Nederland.
Feit 2
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte telefonische contacten had over de (wijze van) smokkel van de Syriër [betrokkene 2] van Oostenrijk naar Nederland, dat de medeverdachte(n) een chauffeur en/of een personenauto regelde(n) voor het vervoer van bovengenoemde persoon, dat verdachte die [betrokkene 2] naar de (personen)auto heeft begeleid en (vervolgens) vanuit Oostenrijk naar Nederland liet vervoeren en dat de medeverdachte zich door die bovengenoemde persoon voor dat vervoer heeft laten betalen. De rechtbank verwijst hiertoe onder meer naar diverse tapgesprekken, de verklaring van [betrokkene 2] , de verklaring van [medeverdachte 1] en de verklaring van verdachte.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat verdachte samen met medeverdachten bovengenoemde persoon behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Oostenrijk en Nederland.
Feit 3
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte telefonische contacten had over de (wijze van) smokkel van 9 Syriërs (5 volwassenen en 4 kinderen) van Hongarije naar Duitsland, dat de medeverdachte(n) een chauffeur en/of een personenauto en/of een (personen)bus regelde(n) voor het vervoer van bovengenoemde personen en voornoemde personen met een (personen)auto (een 7-persoons Ford ) vanuit Hongarije naar Duitsland lieten vervoeren en dat de medeverdachte zich door die bovengenoemde personen voor dat vervoer heeft laten betalen. De rechtbank verwijst hiertoe onder meer naar diverse tapgesprekken en de verklaringen van verdachte.
Ten aanzien van de stelling van de verdediging dat het mogelijk om legale migranten ging, overweegt de rechtbank als volgt. De plaats waar de gesmokkelden geronseld zijn en de wijze waarop zij vervoerd werden komen overeen met andere smokkelzaken in het dossier waarin de illegale status van de betrokkenen wel is vastgesteld. Uit de zich in het dossier bevindende tapgesprekken volgt dat hierin niet alleen over het vervoer van deze personen “in een 7-persoons auto” wordt gesproken, maar dat in dezelfde gesprekken –tegelijkertijd- over het vervoer van personen in een witte Peugeot wordt gesproken, waarvan de illegale status van de inzittenden achteraf wel is vastgesteld. Gelet op deze overeenstemmende modus operandi en bij gebreke van enige concrete aanwijzing voor het tegendeel, is de rechtbank van oordeel dat het ervoor moet worden gehouden dat de 9 Syriërs (5 volwassenen en 4 kinderen) illegalen betroffen.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat verdachte samen met medeverdachten bovengenoemde personen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Hongarije en Duitsland.
Feit 5
Van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr is sprake, als is voldaan aan het vereiste van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad, dat tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Van deelname is sprake als de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het genoemde oogmerk. Voor strafbare deelname is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid, in de zin van voorwaardelijk opzet, weet dat er een organisatie bestaat en dat die organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Niet is vereist dat een betrokkene enige vorm van opzet heeft gehad op concrete door de criminele organisatie beoogde misdrijven, zolang de betrokkene maar weet dat de organisatie het begaan van misdrijven beoogt. Evenmin is vereist dat de betrokkene daadwerkelijk heeft deelgenomen aan (alle) gepleegde misdrijven, noch dat hij heeft samengewerkt of bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie.
Aan de verdachte is tenlastegelegd – zakelijk weergegeven – dat hij in de periode van 1 juni 2015 tot en met 11 september 2015 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of één of meer anderen.
De criminele organisatie had volgens de tenlastelegging - zakelijk weergegeven - het oogmerk tot het plegen van de volgende misdrijven:
- mensensmokkel (artikel 197a Wetboek van Strafrecht) en/of
- witwassen (artikel 420bis Wetboek van Strafrecht).
Uit de bewijsmiddelen kan het volgende worden opgemaakt. Medeverdachte [medeverdachte 1] is betrokken geweest bij diverse mensensmokkeltransporten, waarbij naar zijn zeggen in totaal zo’n 200 mensen zijn vervoerd, en dat hij hierin telkens een organiserende rol heeft gespeeld. [medeverdachte 2] heeft in augustus/september 2014 en in de periode van april tot eind mei 2015 samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte 1] . Deze samenwerking bestond hieruit dat [medeverdachte 2] auto’s “inlaadde” in Milaan in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte heeft in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 1] te Wenen en te Boedapest handelingen verricht, te weten het begeleiden van te smokkelen personen naar de juiste auto’s en het betalen van chauffeurs. Tevens heeft hij geld voor medeverdachte [medeverdachte 1] meegenomen naar Nederland. [medeverdachte 4] huurde auto’s en regelde chauffeurs in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 1] . [medeverdachte 5] hielp medeverdachte [medeverdachte 1] met geldoverboekingen en uit diverse tapgesprekken volgt dat [medeverdachte 5] verblijfsvergunningen regelde voor medeverdachte [medeverdachte 1] . Uit de bewijsmiddelen volgt voorts dat [medeverdachte 3] allerlei werkzaamheden verrichtte voor medeverdachte [medeverdachte 1] .
De rechtbank is van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de bedoelde organisatie tot oogmerk had het plegen van het misdrijf witwassen.
Uit het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, volgt dat de verdachte deel heeft uitgemaakt van een internationaal opererende organisatie die mensensmokkel als bedoeld in art. 197a Sr. als oogmerk had. Deze organisatie werd gevormd door een gestructureerd en voldoende duurzaam samenwerkingsverband van diverse personen. Verdachte heeft tevens een aandeel gehad in de mensensmokkel als zodanig en mitsdien in de verwezenlijking van vorenbedoeld oogmerk van de organisatie.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij in de periode van 25 tot en met 26 augustus 2015 in Nederland en te Boedapest en te Viersen , tezamen en in vereniging met anderen een persoon, in het dossier aangeduid als:
[betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum 2] -1983 te [geboorteplaats 2] (Syrië), met de Syrische nationaliteit,
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Hongarije en/of Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of die persoon daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door
  • telefonische contacten te leggen en/of te onderhouden over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde persoon en
  • een chauffeur en/of een (personen)auto te regelen voor het vervoer van die bovengenoemde persoon en
  • die bovengenoemde persoon met een (personen)auto (merk Peugeot , met Duits kenteken [kenteken 1] ) vanuit Hongarije naar Nederland te vervoeren en
  • zich door die bovengenoemde persoon, voor dat vervoer te laten betalen
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Hongarije en/of Nederland van die bovengenoemde persoon, heeft georganiseerd of gecoördineerd of gefaciliteerd;
2.
hij in de periode van 29 juni tot en met 1 juli 2015 in Nederland en te Wenen, tezamen en in vereniging met anderen een persoon, in het dossier aangeduid als:
[betrokkene 2] , geboren op [geboortedatum 3] -1982 te [geboorteplaats 3] (Syrië), met de Syrische nationaliteit,
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
Oostenrijk en/of Nederland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of die [betrokkene 2] daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door
  • telefonische contacten te leggen en/of te onderhouden over de (wijze van) smokkel van die [betrokkene 2] en
  • een chauffeur en/of een (personen)auto te regelen voor het vervoer van die [betrokkene 2] en
  • die [betrokkene 2] naar de (personen)auto te begeleiden en (vervolgens) te vervoeren vanuit Oostenrijk naar Nederland en
  • zich door die [betrokkene 2] voor dat vervoer te laten betalen
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Oostenrijk en/of Nederland van die [betrokkene 2] heeft georganiseerd of gecoördineerd of gefaciliteerd;
3.
hij in de periode van 24 tot en met 25 augustus 2015 in Nederland, en te Boedapest en te Viersen , tezamen en in vereniging met anderen 9 personen (5 volwassenen en 4 kinderen), met de Syrische en/of een onbekend gebleven nationaliteit, behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Hongarije en/of Duitsland en/of (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of die personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, door
  • telefonische contacten te leggen en/of te onderhouden over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde personen en
  • een chauffeur en/of een (personen)auto te regelen voor het vervoer van die bovengenoemde personen en
  • die bovengenoemde personen met een (personen)auto (een 7-persoons Ford ) vanuit Boedapest, althans Hongarije naar Stuttgart, althans Duitsland te vervoeren en
  • zich door die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, voor dat vervoer te laten betalen
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door Hongarije en/of Duitsland van die bovengenoemde personen heeft georganiseerd of gecoördineerd of gefaciliteerd;
5.
hij in de periode van 1 juni 2015 tot en met 11 september 2015 in Nederland en te Milaan en te Wenen en te Boedapest en te Duitsland heeft deelgenomen aan een organisatie, (onder meer) bestaande uit verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van mensensmokkel (artikel 197a Wetboek van Strafrecht).
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 en 5 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 140 en 197a Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feiten 1 en 2
het misdrijf: mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen;
feit 3
het misdrijf: mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd;
feit 5
het misdrijf: het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen ter zake het onder 1 tot en met 3 en 5 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor de tenlastegelegde feiten.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
De verdachte heeft zich met zijn mededaders op bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Bij mensensmokkel worden mensen die, om wat voor reden dan ook, hun land willen verlaten op illegale wijze naar een veelal Westers land getransporteerd. De smokkelaars maken daarbij misbruik van de afhankelijkheid van deze personen, door voor het transport veel geld te vragen. De internationaal georganiseerde smokkel van vreemdelingen is bovendien een fenomeen dat afbreuk doet aan de waardigheid van de mens, die als koopwaar wordt behandeld. Door aldus te handelen heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit en daarmee het beleid van de betrokken overheden om een gereguleerd asielbeleid te voeren, waarbij de echte asielzoekers – politieke vluchtelingen in de zin van de conventie van Genève – kunnen worden opgevangen, ondermijnd. Daarbij kan worden aangetekend dat die ondermijning zowel het beleid als zodanig als het daarvoor benodigde maatschappelijk draagvlak betreft.
Tevens heeft de verdachte in het kader van deze mensensmokkel deelgenomen aan een criminele organisatie, hetgeen een bedreiging vormt voor de Nederlandse samenleving als geheel. Die bedreiging is met name gelegen in de macht die een criminele organisatie uitoefent op haar leden en over delen van de samenleving in het algemeen, alsmede in de facilitering van mensensmokkel in het bijzonder. De verdachte heeft binnen dit alles niet zozeer een leidende rol gehad, maar wel een belangrijke - voor de organisatie onmisbare – ondersteunende rol.
De rechtbank is van oordeel dat de redelijke termijn niet is overschreden. Sinds de start van de redelijke termijn - naar het oordeel van de rechtbank is als start aan te merken de aanhouding van verdachte op 11 september 2015 - zijn meer dan twee jaren verstreken tot de inhoudelijke behandeling van de strafzaak. Gelet op de omvang en complexiteit van de zaak kan de overschrijding van de doorgaans als uitgangspunt geldende twee jaren overschrijding, niet als onredelijk worden gekwalificeerd. Dat betekent dat met het tijdsverloop in de strafmaat geen rekening is gehouden.
De rechtbank houdt ten voordele van verdachte rekening met de beperkte rol van verdachte en met de omstandigheid dat uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen.
Gelet op het voorgaande en op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 15 maanden voorwaardelijk (met aftrek van voorarrest) passend en geboden is.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De verdediging heeft verzocht om teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag
(€ 5.000,00). De officier van justitie heeft gevorderd dit geldbedrag verbeurd te verklaren.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van het aan hem toebehorende geldbedrag, aangezien niet gebleken is dat dit vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
geldigheid van de dagvaarding
- verklaart de dagvaarding ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 met betrekking tot het onderdeel “
al dan niet in de uitoefening van zijn/hun beroep of gewoonte” partieel nietig;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 en 5 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 2
het misdrijf: mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen;
feit 3
het misdrijf: mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd;
feit 5
het misdrijf: het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 5 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
15 (vijftien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- gelast de teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag (€ 5.000,00) aan verdachte;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. S. Taalman en mr. W. Foppen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2018.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, District Landelijke en Buitenlandse Eenheden, Brigade Recherche, afdeling Tactische opsporing, onderzoek Mungo met nummer 28-241785. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , in de wettelijke vorm opgemaakt en op 1 oktober 2015 gesloten proces-verbaal van bevindingen nummer PL2300-2015160126-3, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [1] :
Op woensdag 26 augustus 2015 (…) omstreeks 04:20 uur, (…) reden wij over de Kaldenkerkerweg te Venlo en zagen dat op het voorterrein van een aldaar gelegen subkamp een personenauto stond, waarvan de verlichting nog brandde. Vervolgens hebben wij ter plaatse een onderzoek ingesteld.
Wij zagen dat de personenauto met brandende verlichting, die aldaar stond een witte Peugeot was, voorzien van het Duitse kenteken [kenteken 1] . Wij zagen dat er in deze auto zich meerdere personen bevonden.
Vervolgens hebben we de man zittende achter het stuur aangesproken en naar zijn legitimatiebewijs gevraagd. Hierbij bleek dat deze man de Duitse taal sprak. Hij overhandigde ons hierop zijn Roemeens paspoort en rijbewijs. Uit deze bescheiden bleek dat deze persoon was genaamd:
[naam 1] (man)
geboren op [geboortedatum 4] 1985 te [geboorteplaats 4] in Roemenie
Hierna vroegen we aan hem wat hij hier zo laat aan het doen was. Wij hoorden dat deze man zei dat hij de weg naar het station aan het zoeken was. Hij verklaarde verder dat hij de mensen in de auto naar Nederland moest brengen, voor een bekende van hem. Hij kreeg hiervoor euro 100,= Verder mocht hij de auto van deze bekende hiervoor gebruiken.
Bij controle bleek dat de auto op naam stond van European. Uit het door deze man overhandigde huurcontract bleek dat deze auto gehuurd was door: [medeverdachte 4] ,(man) wonende [adres 2] (D).
Hierop werd aan de andere inzittenden van de auto naar een legitimatiebewijs gevraagd. Hierbij bleek dat alle vier de inzittenden afkomstig waren uit Syrië. Drie van deze legitimatiebewijzen waren geheel voorzien van Arabische tekens/ letters en voor ons niet leesbaar. Een vierde paspoort was voor ons wel leesbaar. De houder hiervan bleek te zijn:
[betrokkene 1] , (man)
geboren op [geboortedatum 2] 1983 te [geboorteplaats 2] .
Door een storing in de systemen bij de meldkamer was het op dat moment niet mogelijk deze betrokkenen en het voertuig te controleren.
Vervolgens hebben we contact opgenomen met de Officier van dienst, Inspecteur [verbalisant 3] . Hij bepaalde dat deze personen niet werden aangehouden en terug gestuurd moesten worden naar Duitsland, waar ze kennelijk vanaf kwamen. Hierop hebben wij deze auto met alle inzittenden via grensovergang Schwanenhaus en de BAB 61 naar Duitsland terug begeleid.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [2] :
Tijdstip: 25-08-15 11:13:20 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 1]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [verdachte]
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat [verdachte] met de twee chauffeurs naar BERLIN moet gaan en dat de derde chauffeur bij de kapotte auto afgezet moet worden. [verdachte] zegt desgevraagd dat het gaat om een witte 7-persoonsauto FORD en een witte PEUGEOT gaat.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [3] :
Tijdstip: 25-08-15 13:03:28 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 1]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [verdachte]
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat [verdachte] tegen degene van de 4-persoonsauto HOLLAND moet zeggen. [verdachte] zegt: ik heb tegen hem gezegd "VENLO". [medeverdachte 1] zegt: is goed, hij weet het verder zelf wel.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en en [verbalisant 5] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 oktober 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-223889, inhoudende het derde verhoor van [medeverdachte 4] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [4] :
O: Op 26 augustus 2015 omstreeks 05.25 uur heeft een controle plaatsgevonden te Venlo. Hierbij werd een auto gecontroleerd met het kenteken [kenteken 1] . In deze auto zaten 4 volwassen Syrische illegalen. Bij controle bleek dat jij de huurder van deze auto was en [naam 1] was de bestuurder van deze auto.
V: Wat kun je ons hierover vertellen.
A: Ik kan mij herinneren dat deze rit gemaakt is in opdracht van [medeverdachte 1] . De chauffeur was om 3 uur ’s nachts aangekomen in Venlo. De chauffeur heeft mij gebeld dat hij een controle had gehad. Na deze controle is hij met passagiers terug naar Duitsland gereden. Hij heeft toen deze mensen gebracht naar het centraal station te Mönchengladbach.
Ik weet niet wat deze mensen aan [medeverdachte 1] hebben betaald. [medeverdachte 1] heeft € 300.- aan de chauffeur gegeven voor de onkosten voor onderweg zoals benzine. De chauffeur zelf heeft hier ongeveer € 100.- aan deze rit overgehouden. Ikzelf heb hem nog € 300.- gegeven in Viersen waar ik woonachtig ben. De chauffeur had de mensen volgens mij opgehaald in Wenen Oostenrijk. (…)
De auto waarmee gereden werd was door mij gehuurd. Deze auto had ik voor één of twee weken gehuurd en deze heeft in die periode ongeveer 2 tot 3 van dit soort ritten gemaakt.
De personen die vervoerd werden waren illegale mensen van Syrische afkomst. Ondanks dat er verschillende nationaliteiten in [hotel 1] zaten in Hongarije hebben wij hoofdzakelijk Syrische mensen vervoerd. Dit had ermee te maken dat Syrische mensen eerlijk zijn en betrouwbaar.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 5 november 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-228875, inhoudende het zesde verhoor van [verdachte] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [5] :
O: we gaan verder waar wij gisteren gestopt zijn. Dat was 25 augustus 2015, rond de middag uren, dat was dat de 7-persoons auto met 5 volwassenen en 4 kinderen richting Stuttgart zal gaan.
V: De auto is nog niet vertrokken dus hoe is dat gegaan?
A: De 7-persoons auto is vertrokken. De andere auto is door [naam 2] meegenomen naar het hotel. Ik ben daar ook naar toe gegaan. [naam 2] heeft de mensen in de auto geladen en toen zijn ze vertrokken. Ik ben toen naar [naam 2] gegaan en heb geld van hem in ontvangst genomen, ik weet niet hoeveel dat is geweest. Dit was dus de tweede auto, dat was een kleine auto maar ik kan mij het merk niet herinneren. Volgens mij was het een grijze.
O: [medeverdachte 1] heeft jou vertelt dat de auto’s niet bij het tankstation moesten staan maar naar het hotel toe moesten gaan. Jij hebt toen de merken en d kleur doorgegeven. Dat was een witte Ford , 7-persoons en een witte Peugeot , een 4-persoons.
V: Kan jij je dit herinneren?
A: Ja dat klopt. Ik zag dat er bij het tankstation heel veel mensen stonden te wachten samen met [naam 2] . Dat waren 2 gezinnen. Ik weet niet hoeveel mensen dat waren.
V: Hoe is het met de 4-persoons auto gegaan?
A: [naam 2] heeft die ingeladen. Ik ben lopend naar het hotel gegaan. Ik heb daarna van [naam 2] geld gekregen want [medeverdachte 1] had hem verteld dat hij dat aan mij moest geven. (…) Later zei hij dat er een witte auto zou komen. Die kwam ook. (…) We zijn (…) met de kleine witte auto terug naar het hotel gereden. Daar stond [naam 2] met vier personen. Die zijn de auto ingestapt en zijn vertrokken. (…)
A: [naam 2] geeft normaal instructies aan de chauffeur. Er is een keer geweest dat [medeverdachte 1] mij vertelde dat de chauffeur naar Venlo toe moest. Ik moest dat aan de chauffeur door geven, dat die dit op de navigatie in moest toetsen. Met gebaren zei ik Venlo, want ik kende zijn taal niet. De chauffeurs spraken daar normaal met [medeverdachte 4] over. (…)
V: Hoe wist de chauffeur dat hij naar Venlo toe moest gaan?
A: Dat was omdat ik hem dat verteld had in opdracht van [medeverdachte 1] . Normaal vertelt [naam 2] dat.
V: Waarom moesten de mensen in de auto geld betalen?
A: Zodat de mensen worden gebracht naar een plek die zij wilden.
V: Wat waren dat voor mensen?
A: Syriërs. (…)
V: Wat kan jij nog over de derde auto vertellen?
A: Dat was een kleine auto, wit van kleur. Die is ingeladen met vier personen bij het hotel. Dat is [hotel 1] .
V: Wie heeft de chauffeur naar [hotel 1] gebracht?
A: Dat heb ik gedaan. Wij hebben de chauffeur naar de auto gebracht en zijn daarna naar het hotel terug gekeerd. De chauffeur sprak met [medeverdachte 4] en die zei ga maar naar [hotel 1] . [medeverdachte 1] had mij gebeld en die zei dat [naam 2] op ons stond te wachten. [naam 2] heeft toen bij het hotel 4 personen ingeladen en hij heeft 300 euro aan de chauffeur betaald. Hij heeft mij toen ook geld gegeven. Ik denk dat dit ongeveer 3000 euro was. [medeverdachte 1] had mij gevraagd dit in ontvangst te nemen. Volgens mij was het 2000.
V: Ben jij op de hoogte van de verdeling van het geld?
A: je moet niet denken dat ik een leugenaar ben. Er zit een verschil in de betaling. Dat
ligt er aan waar de auto naar toe gaat. (…) Ik weet wel wat [medeverdachte 1] ontvangt. Ik neem alleen maar in ontvangst.
V: Hoeveel krijgt [medeverdachte 1] ?
A: Dat is iedere keer anders.
V: En die auto die met 4 personen naar Venlo ging?
A: 700 of 750 zoiets. Dat is wat ik van [naam 2] heb gekregen. Dat is per persoon.
V: Dan heb jij die dag toch meer gehad dan de 2000 of de 3000 waar jij net over praatte?
A: Ik weet niet hoe hij rekent maar niet iedereen betaald 750. Voor Duitsland is het bedrag anders. Ik weet echt niet hoeveel zij met elkaar rekenen. [medeverdachte 1] zegt mij hoeveel ik in ontvangst moet nemen.
V: Als jij het geld in ontvangst neemt, wat doe jij dan?
A: Ik tel het geld samen met [naam 2] en ik vertel dan tegen [medeverdachte 1] dat het wel of niet klopt wat ik gekregen heb.
V: En wat doe jij er dan mee?
A: Het geld blijft bij mij.
V: Noteer jij ook van welke auto je wat krijgt?
A: De eerste periode heb ik het wel opgeschreven maar daarna niet meer omdat het te verwarrend was.
O: Gesprek 280788835 wordt door verdachte beluisterd (gesprek is als bijlage 02 bij dit verhoor gevoegd)
V: Wie hoor jij hier spreken?
A: [medeverdachte 1] en ik en [naam 2] . Ik vroeg hem wanneer ik het geld moest ontvangen. En wat ik met de chauffeur moest doen want [naam 2] gaf geld aan de chauffeur.
V: Jij moet hier acht en een half nemen. Waar is dat voor?
A: Dat is 8.500 euro. Dat is geld voor [medeverdachte 1] , een afspraak tussen [naam 2] en [medeverdachte 1] . Dat geld komt van [naam 2] . Dat heeft hij van de mensen gekregen zodat de mensen gebracht worden. Dat was volgens mij voor twee of drie auto’s denk ik. (…)
V: Zou deze mokkel van die 4 personen naar Venlo, gelukt zijn zonder jou?
A: Ja dat was mogelijk, of ik nu aanwezig was of niet. Hij zou het geld ook bij [naam 2] kunnen laten. Hij vertrouwde [naam 2] . Hij liet mij vertrekken om geld in ontvangst te nemen. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 6] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 3 november 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-228046, inhoudende een verhoor van [betrokkene 1] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [6] :
Vraag: er wordt dus op je deur geklopt, en verder?
Wij moesten snel gaan richting de auto. Ik moest instappen. Er zaten al drie anderen in de auto. Eén van deze kende ik van mijn groep. Ik deed de deur van de auto dicht en wij vertrokken. We zijn
ongeveer zestien uur onderweg geweest. Wij zijn 26 augustus in Nederland aangekomen dus dan zijn wij de 25e vertrokken. Dat zal rond 12 uur in de middag zijn geweest.
Vraag: en hoe zat het dan met de betaling?
Voordat ik de auto instapte moest ik geld geven. Hij zei “geef het geld”. Dat was een bedrag van elfhonderd euro. (…)
Vraag: Omschrijf de auto eens?
Dat was een Peugeot , een witte. (…)
Feit 2
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 7] en [verbalisant 5] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 januari 2016 gesloten proces-verbaal nummer 28-237318, inhoudende het verhoor van [betrokkene 2] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [7] :
In Oostenrijk ben ik naar Wenen gegaan. Ik ben toen naar een hotel gegaan genaamd [hotel 2] . [medeverdachte 1] heeft me verteld dat ik daar naar toe moest gaan. Ik heb daar toen weer met [medeverdachte 1] gesproken, en gezegd dat ik daar zat. Toen zei hij dat [verdachte] daar ook was met een auto en een Duitser. Ik was blij om te horen dat [verdachte] daar vlakbij het hotel was. Er was een park vlakbij het hotelletje. In het park zaten 3 Syrische mannen. [medeverdachte 1] zei tegen mij dat er 4 mensen in de auto moesten om te vertrekken. De auto stond achter het hotel. Toen zijn we ingestapt en richting Nederland gereden. [verdachte] zelf is niet meegegaan. Dat was ongeveer op 29 juni. Toen ben ik vlakbij een casino afgezet in Nederland, waar een grote olifant voor de deur stond, volgens mij was het Venlo. Volgens mij was het 3 uur ’s nachts. [medeverdachte 1] is mij daar komen ophalen. Vervolgens heeft [medeverdachte 1] me naar zijn eigen huis gebracht bij Eindhoven . Ik heb toen thuis bij hem geslapen, en toen is mijn zus de dag erna heen gekomen. Mijn zus heet [naam 3] Soms ging ik op bezoek bij mijn zus, en vervolgens heeft een vriend van [medeverdachte 1] me naar Ter Apel gebracht. Die vriend woont vlakbij Ter Apel. Hij heet [naam 4] denk ik. (…)
Ik heb niks betaald aan [naam 5] , de vriend van [medeverdachte 1] . Normaal kost het 1500 euro. [medeverdachte 1] ging garant staan voor mij. Ik heb in Nederland [medeverdachte 1] 1600 euro teruggegeven. Dat geld heb ik van mijn broer. [medeverdachte 1] krijgt nog 300 euro, die heb ik geleend. (…)
V: Als wij over [verdachte] en [medeverdachte 1] praten, hoe heten zij met de achternaam?
A: Beiden heten ze [familienaam] omdat ze neven van elkaar zijn. (…)
[medeverdachte 1] praat met [verdachte] aan de telefoon. [verdachte] nam geld in ontvangst van de inzittenden. Hij gaf ook geld aan de chauffeur. Toen ik daar was zag ik dat er de hele tijd via de telefoon gesproken werd met [medeverdachte 1] . Toen ik weg ging vanuit het hotel naar het park zag ik [verdachte] daar met drie Syriërs. (…)
V: Hadden de drie anderen een verblijfsstatus in Europa?
A: Nee geen verblijfsstatus, ikzelf ook niet. (…)
O: Wij laten [betrokkene 2] een foto laten zien van [medeverdachte 4] .
V: Is dit de chauffeur ?
A: Dit is de baas van de chauffeur die ons naar Nederland bracht. (…)
Toen ik de eerste in Nederland aankwam was deze persoon ook aanwezig bij het Casino. Hij sprak
met de chauffeur die ons heeft afgezet. (…)
V: Wat hebben jullie toentertijd in Wenen betaald voor de reis naar Nederland?
A: Per persoon 700 euro.
V: Aan wie hebben ze het geld gegeven?
A: Het geld heeft [verdachte] in ontvangst genomen. Hij heeft toen 400 euro aan de chauffeur gegeven. De rest van het geld is bij [verdachte] gebleven.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [8] :
Tijdstip: 29-06-15 23:11:21 In/uit : I
Met nummer: [telefoonnummer 2]
Beller: NNMAN2561
Gebelde: [verdachte]
(…)
[verdachte] zegt nee, van WENEN, ze gaan van HONGARIJE naar OOSTENRIJK en van OOSTENRIJK komen ze naar hier toe. NNMAN vraagt is het moeilijk van HONGARIJE naar OOSTENRIJK te komen of is het moeilijk. [verdachte] zegt ligt er aan of zij geluk /hebben, want er gaan heel veel mensen langs. NNMAN vraagt hoeveel zou het kosten? [verdachte] zegt 700 van WENEN tot hier.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [9] :
Tijdstip: 30-06-15 21:45:56 In/uit : I
Met nummer: [telefoonnummer 3]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [verdachte]
(…)
[medeverdachte 1] zegt: Jij moet met de auto gaan. [verdachte] vraagt: Wanneer. [medeverdachte 1] zegt: Nu tot twaalf a één uur. [verdachte] zegt: Het is beter nu te gaan, maar kunnen we niet hier het geld Waarborgen. [medeverdachte 1] zegt: Het gaat niet om het geld te Waarborgen, maar jij moet [betrokkene 2] met de trein met jou
brengen. [verdachte] zegt is goed, ik ga kijken wat we ga doen.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [10] :
Tijdstip: 02-07-15 11:10:36 In/uit : I
Met nummer: [telefoonnummer 4]
Beller: [naam 6]
Gebelde: [verdachte]
(…)
[verdachte] zegt dat hij [betrokkene 2] gisteren zelf heeft helpen uitreizen. (…) [naam 6] vraagt of [verdachte] samen met [betrokkene 2] met de trein was vertrokken. [verdachte] zegt: ik heb hem gisteren met de auto weggestuurd. [verdachte] zegt: ik heb hem met de auto samen met wat passagiers weggestuurd en ik ben met de trein gekomen.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [11] :
Tijdstip: 16-07-15 13:47:21 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 5]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [naam 7]
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat hij van NN maar 1500 heeft gekregen voor de uitreis van [betrokkene 2] . NN zegt dat zij dit niet weet en vraagt [medeverdachte 1] dit met [naam 8] te bespreken. [medeverdachte 1] zegt dat hij van [betrokkene 2] heeft begrepen dat hij 1600 heeft overgemaakt naar [naam 8] en dat hij niet 1600 maar 1500 heeft gekregen. NN zegt dat zij hier geen verstand van heeft en vraagt [medeverdachte 1] dit met [naam 8] te bespreken.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 19 september 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-221590, inhoudende het tweede verhoor van [verdachte] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [12] :
A: [medeverdachte 1] was van plan om [betrokkene 2] met de trein naar Nederland te halen. [medeverdachte 1] heeft een chauffeur met een auto geregeld. [medeverdachte 1] heeft me aangeboden om met de chauffeur van Nederland naar Wenen te rijden. [medeverdachte 1] had me rond 22:00 uur thuis opgepikt. Ongeveer uur rijden van Eindhoven kwamen we aan bij de chauffeur. Ik stapte bij de chauffeur in de auto en zijn we naar Wenen gereden.
Voordat we bij Hotel [hotel 2] aankwamen zijn we bij een tankstation gestopt. Ik heb de chauffeur 150 euro of meer gegeven. Naast hotel [hotel 2] zijn 4 personen inclusief [betrokkene 2] bij de chauffeur in de auto gestapt. De auto was een zwarte Audi met witte kentekenplaten. [medeverdachte 1] belde mij op en vertelde mij om 1050 euro van de mensen te pakken. [medeverdachte 1] belt met mij en met diegene die het geld aan mij overhandigt. Nadat de auto met de 4 personen is vertrokken heb [medeverdachte 1] gebeld om te vragen wat de bedoeling is. Ik moest wachten tot de mensen goed aangekomen zijn. (…)
Voordat ik naar Wenen vertrok kreeg ik 1000 euro van [medeverdachte 1] . Ik denk dat het geld bedoeld was voor iemand in Wenen maar weet het niet zeker. Ik heb daar niemand gegeven dus kwam in Nederland terug met 1050 euro en een gedeelte van de 1000 euro. Na aftrek kosten heb ik al het geld aan [medeverdachte 1] gegeven.
Mijn rol hierin is het garantstaan voor de gesmokkelde. Het geld wordt bij mij geborgd. Als zij goed aankomen op bestemming is het geld binnen. Als zij niet aankomen of aangehouden worden krijgen zij het geld terug.
Ik weet dat het verboden is om mensen met een auto door grenzen te vervoeren.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 8] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 1 oktober 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-223163, inhoudende het vierde verhoor van [verdachte] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [13] :
V: Op 01 juli 2015 is [betrokkene 2] van Wenen naar Nederland gesmokkeld. Welke rol heb je hierin gehad?
A: Ik heb eh u eerder verteld ik heb voor het geld gezorgd.
(…) V: Je hebt de chauffeur naar het hotel gebracht.
A: Nee we zijn samen gegaan. (…) Ik ben samen naar het hotel gegaan waar [betrokkene 2] verbleef. (…)
V: Wie zijn er allemaal bij de smokkel van [betrokkene 2] betrokken?
A: [medeverdachte 1] zoals je weet, (…)
V :Reed de chauffeur zelf ?
A: Nee voor [medeverdachte 1] . (…)
V: Heb jij geld in ontvangst genomen?
A: Ja. (…)
A: Ik opdracht van [medeverdachte 1] ben ik naar beneden gegaan, en daar stapten 4 mensen in waaronder [betrokkene 2] en ik heb geld in ontvangst genomen. (…)
V: Dus je hebt iemand geronseld om mee te gaan in die auto.
A: Dat klopt in opdracht van mij hebben ze iemand gezocht.
V: Je hebt nog iemand geregeld omwille van het geld, omdat er vier personen in de auto moeten?
A: Ja dat klopt. (…)
V: Je hebt een man geregeld voor [medeverdachte 1] in Oostenrijk voor een auto te vullen omdat er maar drie personen waren.
A: Ja.
V: Wat heb je hiervoor betaald gekregen?
A: [medeverdachte 1] heeft mij 100 tot 150 euro voor alles betaald. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 9] en [verbalisant 5] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 9 februari 2016 gesloten proces-verbaal nummer 28-242319, inhoudende het zevende verhoor van [medeverdachte 1] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [14] :
V: Hoe vaak is [verdachte] naar Oostenrijk geweest?
A: 1 keer in Oostenrijk
V: Hoelang is dat geweest?
A: 2 dagen.
V: Wat deed hij daar?
A: Ik heb hem daarheen gestuurd om [betrokkene 2] op te halen.
V: Wat kreeg hij ervoor betaald?
A: Niks. Hij is familie. Ik heb wel de terugreis met de trein betaald.
V: Hoe vaak is [verdachte] naar Boedapest geweest?
A: 2 keer, iedere keer voor een paar dagen maar dit is volgens mij nooit langer geweest dan 4 dagen.
V: Wat deed hij daar?
A: Ik stuurde [verdachte] hier naar toe om geld op te halen en heeft geholpen mensen te beladen. Hij heeft de chauffeurs met de vluchtelingen in contact gebracht. Hij heeft ook soms geld betaald aan de chauffeurs.
V: Wat kreeg hij ervoor betaald?
A: Hij heeft ongeveer 500 euro van mij gekregen.
[betrokkene 2] :
O: [betrokkene 2] verklaarde onder andere het volgende over jou:
“Toen ik in Servië aankwam had ik 400 euro bij me. Ik heb niks betaald aan [naam 5] , de vriend van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] ging garant staan voor mij. Ik heb in Nederland [medeverdachte 1] 1600 euro teruggegeven. [medeverdachte 1] heeft tevens de auto naar Wenen gestuurd om mij op te halen.”
V: Wat kun je hierover verklaren?
A: Deze [naam 5] is een mensensmokkelaar in Servië, ik heb [betrokkene 2] het telefoonnummer gegeven van [naam 5] en [medeverdachte 2] heeft garant gestaan voor [betrokkene 2] . Ik heb het telefoonnummer van deze [naam 5] van [medeverdachte 2] gekregen. De smokkel van [betrokkene 2] van Servië naar WENEN kostte 1600 euro. Dit geld heb ik van [betrokkene 2] in ontvangst genomen en aan [medeverdachte 2] terug gegeven. Ik heb vervolgens een auto geregeld via [medeverdachte 4] om [betrokkene 2] op te halen en naar Nederland te rijden. In deze auto zaten nog 3 andere gesmokkelde en [betrokkene 2] is gratis mee gereisd. [medeverdachte 4] heeft het geld van deze 3 andere gesmokkelde in zijn geheel voor zich zelf gehouden. [verdachte] is samen met een chauffeur van [medeverdachte 4] naar WENEN gegaan om [betrokkene 2] te zoeken. [verdachte] is met de trein terug gegaan naar Nederland.
V: Wie heeft het smokkelen van [betrokkene 2] georganiseerd?
A: [betrokkene 2] heeft mij gebeld en gezegd dat hij nog 3 andere mensen had die gesmokkeld wilde worden. Ik heb vervolgens een chauffeur van [medeverdachte 4] die kant op laten rijden om ze op te halen.
Feit 3
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 4 november 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-228960, inhoudende het vijfde verhoor van [verdachte] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [15] :
O: We laten de verdachte een telefoongesprek horen. Gespreksnummer 280788141. (…)
O: [medeverdachte 1] vraagt of je het geld van die ene in briefjes van 500 hebt gekregen.
V: Wie is die ene?
A: Dit was [naam 2] , ik moest dit in briefjes van 500 krijgen zodat ik niet teveel geld in mijn zak zou hebben. (…)
V: Waarom heb je geld gekregen van hem?
A: Omdat hij samen werkt met [medeverdachte 1] . Dit geld was verdiend door [medeverdachte 1] met mensensmokkel samen met [naam 2] . Het geld is afkomstig van het smokkelen van personen.
V: Om hoeveel geld gaat het?
A: Dit was twee of drie duizend euro’s. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 5 november 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-228875, inhoudende het zesde verhoor van [verdachte] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [16] :
O: we gaan verder waar wij gisteren gestopt zijn. Dat was 25 augustus 2015, rond de middag uren, dat was dat de 7-persoons auto met 5 volwassenen en 4 kinderen richting Stuttgart zal gaan.
V: De auto is nog niet vertrokken dus hoe is dat gegaan?
A: De 7-persoons auto is vertrokken. De andere auto is door [naam 2] meegenomen naar het hotel. Ik ben daar ook naar toe gegaan. [naam 2] heeft de mensen in de auto geladen en toen zijn ze vertrokken. Ik ben toen naar [naam 2] gegaan en heb geld van hem in ontvangst genomen, ik weet niet hoeveel dat is geweest. Dit was dus de tweede auto, dat was een kleine auto maar ik kan mij het merk niet herinneren. Volgens mij was het een grijze.
O: [medeverdachte 1] heeft jou vertelt dat de auto’s niet bij het tankstation moesten staan maar naar het hotel toe moesten gaan. Jij hebt toen de merken en d kleur doorgegeven. Dat was een witte Ford , 7-persoons en een witte Peugeot , een 4-persoons.
V: Kan jij je dit herinneren?
A: Ja dat klopt. Ik zag dat er bij het tankstation heel veel mensen stonden te wachten samen met [naam 2] . Dat waren 2 gezinnen. Ik weet niet hoeveel mensen dat waren.
V: Hoe is het met de 4-persoons auto gegaan?
A: [naam 2] heeft die ingeladen. Ik ben lopend naar het hotel gegaan. Ik heb daarna van [naam 2] geld gekregen want [medeverdachte 1] had hem verteld dat hij dat aan mij moest geven. (…)
V: Hoeveel auto’s zijn er dan op de 25e augustus vertrokken?
A: drie
V: De eerste, waar bestond die uit?
A: Dat waren 9 personen, vijf volwassenen en vier kinderen. De tweede was 4 personen en de derde was ook 4 personen. De eerste auto is vertrokken naar Stuttgart. Ik weet niet waar de tweede auto naar toe ging. Die werd ingeladen toen ik aan het lopen was. Toen ik aankwam zei [naam 2] dat hij de auto ingeladen had en dat deze vertrokken was.(…)
A: [naam 2] geeft normaal instructies aan de chauffeur. Er is een keer geweest dat [medeverdachte 1] mij vertelde dat de chauffeur naar Venlo toe moest. Ik moest dat aan de chauffeur door geven, dat die dit op de navigatie in moest toetsen. Met gebaren zei ik Venlo, want ik kende zijn taal niet. De chauffeurs spraken daar normaal met [medeverdachte 4] over. (…)
V: Waarom moesten de mensen in de auto geld betalen?
A: Zodat de mensen worden gebracht naar een plek die zij wilden.
V: Wat waren dat voor mensen?
A: Syriërs. (…)
[naam 2] heeft toen bij het hotel 4 personen ingeladen en hij heeft 300 euro aan de chauffeur betaald. Hij heeft mij toen ook geld gegeven. Ik denk dat dit ongeveer 3000 euro was. [medeverdachte 1] had mij gevraagd dit in ontvangst te nemen. Volgens mij was het 2000. (…)
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [17] :
Tijdstip: 24-08-15 13:04:18 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 1]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [verdachte]
(…)
[medeverdachte 1] vraagt of [verdachte] al in hotel zit. [verdachte] zegt dat hij in een restaurant zit te eten. [medeverdachte 1] vraagt of [verdachte] het geld van die ene in briefjes van 500 heeft gekregen. [verdachte] zegt: ja, ja. [medeverdachte 1] zegt dat er voor morgen 2 auto's zijn . [verdachte] zegt: is goed, hoe laat? [medeverdachte 1] zegt: in de ochtend, om negen uur.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [18] :
Tijdstip: 25-08-15 11:13:20 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 1]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [verdachte]
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat [verdachte] met de twee chauffeurs naar BERLIN moet gaan en dat de derde chauffeur bij de kapotte auto afgezet moet worden. [verdachte] zegt desgevraagd dat het gaat om een witte 7-persoonsauto FORD en een witte PEUGEOT gaat.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [19] :
Tijdstip: 25-08-15 12:30:21 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 6]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [medeverdachte 4]
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat de 7-persoonsauto naar STUTTGART zal gaan met volwassenen en 4 kinderen erin. [medeverdachte 4] vraagt hoeveel zijn aandeel is. [medeverdachte 1] 23. [medeverdachte 4] zegt: nee dit doe ik niet voor negen personen in één auto. [medeverdachte 1] biedt 25. [medeverdachte 4] zegt dat hij de chauffeur 800 euro moet betalen voor 9 personen en dat hij hem 300 meer zal moeten geven. [medeverdachte 4] zegt dat hij de vorige keer 3000 heeft gekregen voor 9 personen en zegt dat hij nu wel genoegen zal nemen met 27. [medeverdachte 1] zegt dat hij aan
deze auto drie en een half zal rekenen en dat hij van dit bedrag zelf maar 500 zal overhouden omdat hij 27 aan [medeverdachte 4] moet geven en 300 aan [verdachte] en zegt dat hij dit wel gaat doen.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [20] :
Tijdstip: 25-08-15 12:48:49 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 1]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [verdachte]
(…)
[medeverdachte 1] zegt: misschien is hij naar het hotel gegaan. [verdachte] zegt: ik heb hem gehaald, het is goed gegaan, hij is nu aan het inladen. [medeverdachte 1] vraagt: heb je hem gevonden?. [verdachte] zegt: ik heb hem gehaald, ja, hij is aan het inladen. [verdachte] vraagt: waar moet de grote naartoe? [medeverdachte 1] zegt:
STUTTGART, 4 kleine en 5 grote. [verdachte] zegt: is goed.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [21] :
Tijdstip: 25-08-15 12:52:46 In/uit : I
Met nummer: [telefoonnummer 1]
Beller: [verdachte]
Gebelde: [medeverdachte 1]
(…)
[medeverdachte 1] vraagt [verdachte] om 300 aan de chauffeur van de 7-persoons te geven en ook 300 aan de ander chauffeur te geven die naar NEDERLAND zou vertrekken.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [22] :
Tijdstip: 25-08-15 13:00:15 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 1]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [verdachte]
(…)
[medeverdachte 1] vraagt [verdachte] om telkens bij elke auto die vertrekt 300 aan de chauffeur te geven. [verdachte] zegt dat hij nu voor de deur van het hotel staat.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [23] :
Tijdstip: 25-08-15 13:10:01 In/uit : I
Met nummer: [telefoonnummer 1]
Beller: [verdachte] / [naam 2]
Gebelde: [medeverdachte 1]
(…)
[verdachte] zegt: hoe zit het met de rekeningen. [medeverdachte 1] zegt: 5000 en 3600, je moet 8600 van hem krijgen. [verdachte] vraagt of dit inclusief de 600 is. [medeverdachte 1] zegt: je hebt de 600 zelf betaald? [verdachte] zegt: nee, ik heb het van hem gekregen. [medeverdachte 1] zegt: dan moet je 8000 van hem krijgen.
[verdachte] zegt: is goed. [medeverdachte 1] zegt: waar is [naam 2] ? [verdachte] ZEGT: hier bij mij, hier spreek hem maar.
[naam 2] (SH) komt vervolgens aan de telefoon. [medeverdachte 1] zegt: 4900 en 3600 is acht en een half, je moet hem dus 8000 geven vanwege de kinderen. [naam 2] zegt: ik heb 20 0 uit eigen zak betaald, hier heb je acht en een half, is goed.
[verdachte] (SH) komt aan de telefoon. [medeverdachte 1] zegt: neem maar acht en een half van hem. [verdachte] zegt: is goed.
Feit 5
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 oktober 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-223889, inhoudende het derde verhoor van [medeverdachte 4] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [24] :
V: Met deze smokkel activiteiten is geld verdiend kunt u een inschatting maken hoeveel dit geweest is en waar dat geld op dit moment is.
A: Een groot deel van het geld is nog bij [medeverdachte 1] . Ik denk dat ik over de gehele periode in Hongarije ongeveer € 15.000.- verdiend heb. Er ging een groot deel op aan de huur van auto’s, betaling van de chauffeurs, hotelkosten, aanschaf van auto's en het verblijf in Hongarije.
U kunt zich voorstellen dat ik ongeveer 250 illegale mensen vervoerd heb. Gemiddeld hield ik per auto van 4 personen € 300.- over. Dat wil zeggen 250 gedeeld door 4 is ongeveer 63 dit is ongeveer € 18.000 tot € 19.000 euro wat ik gekregen heb. Met aftrek van de kosten bleef ongeveer € 15.000.- over. Hiervan moet ik nog € 10.000 krijgen van [medeverdachte 1] .
V: Wat kun je zeggen over de inkomsten, door de smokkel van [medeverdachte 1] in periode dat hij in Hongarije was.
A: Bij de onderhandelingen tussen de illegale vluchtelingen en [medeverdachte 1] was ik nooit aanwezig. Ik kan dus moeilijk zeggen wat hij heeft verdiend aan deze smokkelzaken. Hij heeft natuurlijk ook zijn onkosten gehad maar ik denk dat hij meer verdiend heeft dan ik maar ik zou geen inschatting kunnen maken. Ik weet dat [medeverdachte 1] zijn geld bewaarde bij zijn schoonmoeder en dat [verdachte] zijn neef het geld kwam halen in Hongarije. Over hoeveel geld het ging is nooit gesproken. [verdachte] Heeft ook een tijdje voor het [hotel 1] zelf het geld geïnd van de illegale vluchtelingen. Vervolgens heeft hij gezorgd dat deze mensen vervoerd werden naar landen in West Europa.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 oktober 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-223891, inhoudende het vierde verhoor van [medeverdachte 4] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [25] :
ik (…) ben afhankelijk van een persoon als [medeverdachte 1] om deze werkzaamheden te doen. Ik garandeer u dat als deze persoon er niet geweest was ik nooit in de verleiding was gekomen om dit werk te doen. (…)
V: U heeft een samenwerking gehad met [medeverdachte 1] . Zijn er nog andere mensen met wie [medeverdachte 1] samenwerkte?
A: Een persoon die [medeverdachte 1] hielp bij zijn werkzaamheden was [verdachte] zijn neef. Deze regelde klanten en transporteerde het geld vanuit Hongarije naar Nederland. Hij was ervoor om de mensen voor het Hotel in auto’s te zetten. Een andere persoon was [naam 2] deze deed dezelfde werkzaamheden bij het Hotel. De persoon [medeverdachte 2] heb ik slechts één keer ontmoet. Precies wat hij deed weet ik niet maar hij hield zich bezig met mensensmokkel. (…)
V: Hoe lang is [medeverdachte 1] al bezig met deze smokkel activiteiten?
A: Ik denk zeker een jaar. Ik weet dat hij in het verleden zelf ook gereden heeft en dat hij wel eens gepakt is in Denemarken met illegale in de auto. Ik weet dat hij voor de periode in Hongarije ook gewerkt heeft vanuit Italië. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 7] en [verbalisant 5] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 januari 2016 gesloten proces-verbaal nummer 28-237318, inhoudende het verhoor van [betrokkene 2] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [26] :
A: Nadat ik mij in Ter Apel had aangemeld ben ik een tijdje bij [verdachte] en [medeverdachte 1] verbleven. Toen gingen [medeverdachte 1] en [verdachte] met elkaar praten over het werk. Als [medeverdachte 1] een telefoontje kreeg dat er mensen in Oostenrijk en Hongarije , stuurde [medeverdachte 1] [verdachte] daar naar toe. [verdachte] ging dan naar Boedapest. Dit is 2 a 3 keer voorgekomen. Dit zal in augustus-september geweest. Hij bleef dan 2 a 3 weg. Een keer is hij 4 dagen weggeweest.
V: Wat moest [verdachte] doen in Boedapest?
A: Er komen dan vluchtelingen naar het hotel. Hij zorgde dan voor de voertuigen en dat de mensen daar ingeladen werden. Het geld wat betaald werd was voor [medeverdachte 1] .
V: Hoeveel geld kreeg [verdachte] ervan?
A: Ik weet het niet precies. [verdachte] en [medeverdachte 1] hebben een keer ruzie gehad waar ik bij was. [verdachte] wilde
meer verdienen. Hij wilde toen stoppen en naar school gaan. Toen is hij ook gestopt.
V: Wat is de rol van [medeverdachte 1] ?
A: Iedereen praat met hem, hij is degene die mensen brengt en regelt. [medeverdachte 1] telefoon stopt nooit.
V: Hoe lang is [medeverdachte 1] bezig met het smokkelen van personen?
A: Ongeveer anderhalf jaar.
V: Hoelang is [verdachte] bezig met het smokkelen van personen?
A: Ik denk 2 a 3 maanden. (…)
O: Wij laten [betrokkene 2] een foto laten zien van [medeverdachte 4] .
V: Is dit de chauffeur ?
A: Dit is de baas van de chauffeur die ons naar Nederland bracht. Ik heb hem een keer gezien in een hotel met [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] heeft toen gezegd dat hij met [medeverdachte 1] samenwerkte. [medeverdachte 1] vertelde dat het een Duitser was. Op die dag gaf [medeverdachte 1] 500 euro aan deze man. Deze meneer regelt chauffeurs voor [medeverdachte 1] . De chauffeur die ons uit wenen haalde was ook werkzaam voor deze Duitser.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 januari 2016 gesloten proces-verbaal nummer 28-237896, inhoudende een proces-verbaal van bevindingen vertaling beslag A-025-G, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [27] :
Op vrijdag 11 september 2015 heeft er een huiszoeking plaatsgevonden op het adres [adres 1] . Bij de huiszoeking is onder andere een in de Arabische taal handgeschreven papier van het A4 formaat aangetroffen. Deze is inbeslaggenomen voor waarheidsvinding met beslagnummer A025-G. (…)
Op 19 oktober 2015 is het bovengenoemde papier aan verdachte [verdachte] getoond. [verdachte] heeft verklaard dat het zijn handschrift betreft. (…)
Door een beëdigde vertaler Arabisch is bovengenoemde goed vertaald. (…)
Uit de vertaling blijkt dat op het papier het volgende is genoteerd:
• 7 auto’s.
• Chauffeurs.
• Hotelkosten.
• De naam [naam 2] .
• De naam [verdachte] .
• Reiskosten [verdachte] .
• Uitgaven ten laste van [medeverdachte 1] .
• Netto sommen.
Bovenstaande is mogelijk een weergave van de verdiensten en onkosten van mensensmokkel, gemaakt door [verdachte] in opdracht van [medeverdachte 1]
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 november 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-228950, inhoudende een proces-verbaal van bevindingen betreffende een aantekenboekje beslag A-022-8 in combinatie met gevoerd telefoongesprek, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [28] :
Uit diverse opgenomen en uitgeluisterde gesprekken in het onderzoek Mungo is het ernstige
vermoeden ontstaan dat verdachte [medeverdachte 1] gebruik maakt van een aantekenboekje waarin hij zowel de onkosten als de winst noteert van de smokkels die hij verricht. (…)
Bij de zoeking op het verblijfadres van verdachte [medeverdachte 1] werd onder code A-022 een aantekenboekje in beslag genomen. In dit boekje waren op 173 pagina’s handgeschreven
aantekeningen gemaakt in Arabisch schrift.
In concept vertaling bleek op iedere pagina namen te staan in combinatie met bedragen, plaatsnamen en ook kosten of telefoonnummers.
Om inzicht te krijgen van de inhoud van dit aantekenboekje werd aan de hand van de vertaalde bedragen in combinatie met namen en plaatsnamen een zoekslag gemaakt in de opgenomen en uitgeluisterde telefoongesprekken. Deze zoekslag leverde onder andere de navolgende informatie op.
Op pagina 166 stonden onder andere, na vertaling, de navolgende aantekeningen:
[omschrijving]
(…) Bij een zoekslag in de opgenomen en vastgelegde telefoongesprekken kwam vast te staan dat bovengenoemde namen en telefoonnummers vermoedelijk van personen zijn waarmee verdachte [medeverdachte 1] heeft samengewerkt tijdens zijn smokkel activiteiten. Een deel van deze nummers betreft de telefoonnummers van de chauffeurs die voor [medeverdachte 1] vanuit Italië en Oostenrijk diverse smokkel transporten hebben gereden.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [29] :
Tijdstip: 03-12-14 18:25:29 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 7]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [naam 9]
(…)
[naam 9] : Aan de hand van een SYRISCH paspoort, kan ik voor hem GRIEKSE verblijfsvergunning regelen, een officiële en hij ermee vertrekken .. over de zee varen/verlaten
[medeverdachte 1] : Je gaat voor hem verblijfsvergunning maken/regelen jij (…)
[medeverdachte 1] : Je regelt voor hem de verblijfsvergunning, wat je wilt doen, doe het maar, maar het geld wordt niet gegeven/uitbetaald, pas op het moment van aankomst, weet je wel.
[naam 9] :Ja.
[medeverdachte 1] : Is dat goed.
[naam 9] : Dat is geen probleem.
[medeverdachte 1] : Wat kost dat?
[naam 9] : [naam 10] , zal ik je zo terug bellen en erover praten als ik klaar ben.
[medeverdachte 1] : Maak je zaken af, en bel terug.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [30] :
Tijdstip: 03-12-14 19:47:46 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 7]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [naam 9]
(…)
[naam 9] : Wat ik je wou zeggen, wat je familie betreft in GRIEKENLAND. (…) De verblijfsvergunning die ik voor hem maak/regel, hij betaalt het geld niet pas op het moment van aankomst, maar op het moment dat hij dat krijgt, maar jij wilt dat hij aankomt, (…)
[medeverdachte 1] : Wat kost de verblijfsvergunning
[naam 9] : MOALEM (Chef/Baas/Meester), deze verblijfsvergunning kost 2700
[medeverdachte 1] : Goed, stel dat het niet uitgegeven wordt/ niet geregeld wordt
[naam 9] : Dat wordt wel uitgegeven/geregeld, dat het niet uitgegeven wordt/geregeld bestaat niet (…)
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [31] :
Tijdstip: 01-06-15 20:41:36 In/uit : I
Met nummer: [telefoonnummer 8]
Beller: [medeverdachte 2]
Gebelde: [medeverdachte 1]
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat als de 9-persoonshuurauto die hij zou huren op naam van een chauffeur die hem 1000 zou kosten, gepakt wordt zou dit toch veel winst kunnen opleveren op voorwaarde dat [medeverdachte 2] de helft van de prijs vooraf betaald krijgt per persoon hetgeen zou betekenen dat [medeverdachte 2] vooraf een bedrag zou hebben geïnd van 7000/8000 euro en dat het dan niet meer belangrijk is of de auto wel of niet gepakt wordt en als het niet gepakt wordt dan is het alleen maar beter. Dit alles wordt door [medeverdachte 2] beaamt. [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 2] naar de reden waarom er momenteel zo streng gecontroleerd wordt. [medeverdachte 2] zegt dat dit te maken heeft met de bijeenkomst van de Europese leiders die in MÜNCHEN wordt gehouden en dat degenen van wie men de naam liever niet zou willen uitspreken gedreigd hebben de bijeenkomst op te blazen. [medeverdachte 2] zegt: je weet wel wie ik bedoel, de groep die wordt als "onrechtvaardig en zal verdwijnen" genoemd.
(opmerking tolk. Deze benaming wordt gebruikt om IS aan te duiden door de tegenstanders van IS en is het tegenovergestelde van de die IS gebruikt namelijk: "Zal blijven en zal zich uitbreiden".
[medeverdachte 1] scheldt deze groep uit terwijl [medeverdachte 2] zegt: ze zullen zich naar hier uitbreiden. [medeverdachte 1] vraagt wanneer de bijeenkomst is afgelopen. [medeverdachte 2] zegt; 16/6 en dat men niet heeft durven aangeven op welke dag de bijeenkomst precies zou beginnen en dat deze tussen 1 en 16 juni zou worden gehouden. [medeverdachte 1] zegt dat hij overweegt om toch twee auto's te sturen ondanks de strenge controle om het een en ander af te tasten en geeft aan dat hij het niet wil hebben dat alle chauffeurs gepakt worden of niet meer durven te rijden voor [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] zegt dat het ook belangrijk is dat [medeverdachte 2] de route probeert in de gaten te houden door bij de mensen te informeren naar de controle en dergelijke op deze route.
[medeverdachte 1] zegt dat hij vandaag sowieso er vier zal sturen en zal proberen morgen twee grote auto's te sturen. (…)
ZElAD vraagt [medeverdachte 2] niets meer over te maken naar zijn naam en ook niet naar de naam van [naam 11] . [medeverdachte 1] zegt dat de politie hier wil weten waar het geld vandaan komt. [medeverdachte 2] zegt dat dit hem ook is overkomen. [medeverdachte 2] maakt een grap en zegt tegen [medeverdachte 1] : Je dagen zijn geteld.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [32] :
Tijdstip: 10-06-15 00:49:18 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 9]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [medeverdachte 2]
(…)
[medeverdachte 2] zegt dat ze nu 20 minuten in OOSTENRIJK rijden. [medeverdachte 1] zegt dat hij 2850 euro mist van de bedragen die zijn verdiend aan de auto’s die [medeverdachte 2] heeft gestuurd vanaf de CHRYSLER tot nu toe. [medeverdachte 2] zou volgens [medeverdachte 1] 3400 zou hebben overgehouden als opbrengst voor twee auto's namelijk de CHRYSLER en die andere die hij daarmee tegelijkertijd weg heeft gestuurd en dat [medeverdachte 2] de volgende dag 2000 euro van dit bedrag aan [medeverdachte 1] heeft overgemaakt. [medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 2] voor al deze auto's een bedrag van 10350 euro heeft gekregen na aftrek van alles terwijl hij maar 7500 aan [medeverdachte 1] heeft overgemaakt inclusief het geld dat aan de chauffeurs werd gegeven zoals de FORD die 1600 heeft opgebracht waarvan 300 naar de chauffeur ging en er bleef bij [medeverdachte 2] 1300 van over. [medeverdachte 1] zegt ook dat [medeverdachte 2] voor het busje 1600 had gerekend waarvan 400 naar de chauffeur ging en er bleef 1200 van over bij hem. Voor de SEAT zou [medeverdachte 2] 1600 hebben gekregen waarvan hij 300 aan de chauffeur heeft gegeven. [medeverdachte 2] zegt dat hij zich niets kan herinneren en vraagt [medeverdachte 1] totdat hij morgen pen en papier heeft gehaald. [medeverdachte 1] zegt [medeverdachte 2] ook aan AMO 1450 heeft gegeven en 250 voor het ticket. [medeverdachte 1] zegt dat hij bij deze berekening geen rekening heeft gehouden met degenen die hen hebben opgelicht. [medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 2] een bedrag van 7500 aan [medeverdachte 1] heeft overgemaakt inclusief het geld dat [medeverdachte 2] aan AMO meegaf en de prijs voor het ticket van AMO en dat dit alles is van wat hij zelf kreeg van een totaalbedrag van 10350. [medeverdachte 2] zegt desgevraagd dat hij 600 euro terug heeft gegeven aan degenen van OOSTENRIJK waarvan hij van [medeverdachte 1] de helft zelf moet betalen. [medeverdachte 2] zegt dat hij toch geen compagnon is om de helft te betalen. [medeverdachte 1] zegt dat zijn AUDI afgelopen zaterdag pas was teruggebracht. [medeverdachte 2] zegt dat hij een koper heeft voor deze AUDI en vraagt [medeverdachte 1] hem te repareren om hem te kunnen verkopen. [medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 2] geld overmaakt naar SYRIË. [medeverdachte 2] zegt cynisch: vertrouw op God. [medeverdachte 1] zegt dat hij tegen (naam niet verstaanbaar, klinkt als OSMAN of ASLAN) dat hij 140 kilometer voor aankomst het geld moet innen. [medeverdachte 2] zegt dat de afstand tussen INNSBRUCK tot ULM bedraagt 150 kilometer. [medeverdachte 1] zegt dat hij bedoelt dat het geld geïnd moet worden voordat ze het risico lopen gepakt te worden. [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 2] met de man van DUITSLAND te bellen. [medeverdachte 2] zegt: als God het wil.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [33] :
Tijdstip: 12-06-15 23:29:47 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 9]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [medeverdachte 2]
(…)
[medeverdachte 2] zegt dat hij niet kan snappen hoe het gekomen is dat hij 13000 heeft ontvangen terwijl [medeverdachte 1] daar maar 9700 van heeft ontvangen. [medeverdachte 1] zegt dat hij nu niet zoals vroeger veel winst maakt. (…)
[medeverdachte 1] zegt dat toen hij op 30 mei de Chrysler en de Ford naar [medeverdachte 2] stuurde hij ( [medeverdachte 2] ) toen 3500 ontvangen heeft waarvan [medeverdachte 2] 2000 via Western Union naar [medeverdachte 1] heeft overgemaakt en dat hij dit alles precies heeft genoteerd en dat er hierna de Golf was vertrokken samen met het busje waarvan de mensen hen belazerd hebben met het betalen van het geld en dat [medeverdachte 2] voor de Golf 1600 heeft geind waarvan hij 300 aan de chauffeur heeft gegeven en dat hij van het busje 1600 heeft geind waarvan hij 400 aan de chauffeur heeft gegeven en dat hij de volgende dag 1200 aan [medeverdachte 1] heeft overgemaakt. [medeverdachte 1] corrigeert zich hierin en zegt dat het geld toen niet overgemaakt werd maar met AMO werd meegegeven en dat het om een bedrag van 1450 plus het van 250 euro ging dat [medeverdachte 2] toen aan AMO heeft meegegeven. [medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 2] , na het vertrek van AMO, nog een Seat heeft weggestuurd waarvoor hij 1600 heeft geind waarvan hij 300 aan de chauffeur heeft gegeven en dat hij van de overgebleven 1300 de volgende dag 1200 naar [medeverdachte 1] heeft overgemaakt via die ene genaamd [naam 12] ' (=meloen). [medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 2] wat serieuzer moet omgaan met dit soort dingen en dat hij alles moet noteren. [medeverdachte 2] klaagt over het feit dat [medeverdachte 1] zich niet aan de afspraak houdt die afgelopen jaar tussen hen werd gemaakt waarbij werd afgesproken dat [medeverdachte 2] naar ITALIË gaat om daar te gaan werken en dat hij ( [medeverdachte 2] ) elke keer zijn eigen aandeel direct zou mogen houden terwijl dit alles tot nu toe niet is gebeurd en dat hij sinds hij in ITALIË is veel meer heeft uitgegeven dan hij verdiend heeft en dat hij inmiddels spijt heeft dat hij dit keer naar ITALIË was gegaan. [medeverdachte 1] zegt dat toen [medeverdachte 2] destijds vanuit NEDERLAND naar ITALIË ging [medeverdachte 1] 3650 aan hem verschuldigd was. [medeverdachte 2] zegt dat het bedrag 3800 was en niet 3650 en zegt nogmaals dat het geen zin heeft om dit via de telefoon te bespreken en vraagt [medeverdachte 1] met zijn boekje naar hem toe te gaan om dit daar af te handelen en om te kijken of [medeverdachte 2] nog wat tegoed heeft bij [medeverdachte 1] (…) [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 2] nogmaals alles te noteren zodat hij later makkelijk met [medeverdachte 1] kan afrekenen.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [34] :
Tijdstip: 14-06-15 19:53:45 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 9]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [medeverdachte 2]
(…)
[medeverdachte 1] zegt zorg ervoor dat zij om negen uur pas gaan vertrekken en probeer maar elf van maken. [medeverdachte 2] zegt het is te klein. [medeverdachte 1] zegt nee, de blauwe kan elf personen nemen zoals vorige keer. [medeverdachte 2] zegt klopt, maar vorige keer zat één erin niet twee, maar weet je de chauffeurs doen als zij de controle zien blijft alleen zeven personen zichtbaar de rest zakken ze naar benden/op de vloer. Want het alleen maar voor zeven personen.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [35] :
Tijdstip: 05-07-15 11:35:28 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 9]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [medeverdachte 2]
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat hij wel weet hoe het in zijn werk gaat in OOSTENRIJK omdat hij al een paar keer [verdachte] erheen heeft gestuurd die aan hem verteld heeft dat er auto's naar het hotel komen waar mensen worden ingeladen nadat er direct ter plekke over de prijs is afgesproken en dat dit bij hotel [hotel 2] gebeurt. [medeverdachte 2] vraagt of [medeverdachte 1] belang heeft bij HONGARIJE. [medeverdachte 1] zegt dat hij daar wel belang bij heeft en dat hij morgen een busje zal worden gehuurd waar [medeverdachte 1] een week lang gebruik van zou kunnen maken en dat dit busje van bouwjaar 2014 is en DUITSE kentekens heeft en dat er nog andere DUITSE auto's zijn.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [36] :
Tijdstip: 05-08-15 16:31:13 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 10]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [verdachte]
(…)
[medeverdachte 1] zegt: Ik heb een schrift op het bankstel laten liggen waar ik de notities heb gemaakt van vertrek van de auto's uit HONGARIJE, wil je dan allen een foto maken van HONGARIJE en naar mij sturen,. alleen van HONGARIJE, niet van het OOSTENRIJK. [verdachte] zegt één momentje, ik ga kijken. Ja, het staat [medeverdachte 2] HONGARIJE. [medeverdachte 1] zegt: ja, [medeverdachte 2] HONGARIJ, niet [medeverdachte 2] OOSTENRIJK. [verdachte] zegt is goed
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [37] :
Tijdstip: 07-08-15 17:29:40 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 11]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [naam 13]
(…)
[medeverdachte 1] zegt: zijn de identiteitsbewijzen waarover je mij ooit had gesproken er nog?
[naam 13] zegt: ehhhhh, nee, er zijn er maar drie stuks.
[medeverdachte 1] zegt: de identiteitsbewijzen, de grote hoeveelheid, de stapel?
[naam 13] zegt: nee, nee, die zijn er niet meer. (…)
[naam 13] zegt: Er zijn er wel van die andere, broeken, van dit land.
[medeverdachte 1] zegt: Ik wil geen paspoort maar identiteitsbewijzen.
[naam 13] zegt: Nee, nee, is er niet.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [38] :
Tijdstip: 20-08-15 09:04:03 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 12]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: NN- [naam 13]
(…)
[naam 13] zegt dat hij 10 personen heeft kunnen regelen naar PASSAU. [medeverdachte 1] zegt: is goed.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [39] :
Tijdstip: 20-08-15 12:05:45 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 12]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: NN- [naam 13]
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat hij met [medeverdachte 4] heeft gebeld over de 5000 die [naam 13] aan [medeverdachte 4] zou geven. [naam 13] zegt desgevraagd dat hij inmiddels 5 auto’s heeft ingeladen.
(…) [medeverdachte 1] zegt vervolgens: de 3200 die je ontvangen hebt was al eerder ingeladen, toch?
[naam 13] zegt dat dit al eerder berekend is. [medeverdachte 1] vraagt [naam 13] 5000 aan [medeverdachte 4] te geven en dat hij zal kijken of [naam 13] 10000 via iemand kan overmaken. [naam 13] zegt desgevraagd dat hij op zondag wil vertrekken. [medeverdachte 1] zegt dat hij iemand zal regelen die op vrijdag naar [naam 13] zal gaan om hem af te lossen. [medeverdachte 1] zegt dat degene die hij zal sturen inmiddels weet over dit werk omdat hij hem eerder vaak heeft gestuurd en weet hoe het moet. [medeverdachte 1] vraagt [naam 13] te inventariseren wat hij nu bij zich heeft en zegt dat hij dit zelf heeft berekend en dat hij op een bedrag kwam van ongeveer 13850 verspreid over drie bedragen van 2600, 3050 en 8200. [naam 13] zegt dat dit kan kloppen en zegt dat hij gisteren iets uit heeft gegeven van dit geld. [naam 13] zegt dat hij het resterend bedrag aan die ene kan geven als [medeverdachte 1] dit wil. [medeverdachte 1] zegt dat dit niet nodig is omdat hij ruzie heeft gehad met die ene met wie eerder had afgesproken dat hij hem vijf en een half procent zou betalen die later en opeens zeven procent begon te vragen. [naam 13] zegt dat hij het geld van [medeverdachte 1] naar NEDERLAND kan sturen voor 400 euro aan kosten waarbij [medeverdachte 1] het geld in NEDERLAND overhandigd krijgt, dit als [medeverdachte 1] dit zou willen. [medeverdachte 1] zegt dat hij dit goed vindt als het op vijf procent neer zou komen. [naam 13] gaat dit regelen.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [40] :
Tijdstip: 22-08-15 15:49:37 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 12]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: [naam 13]
(…)
[medeverdachte 1] vraagt of [naam 13] nu zijn boekje bij zich heeft en of hij nu er klaar voor is. [naam 13] zegt: ja, ga je gang. [medeverdachte 1] zegt: je had 11400 bij je. [naam 13] zegt: ik had geen 11400 maar 2600, je kan beginnen met rekenen vanaf 2600. [naam 13] zegt: ik heb vandaag 10000 naar je overgemaakt en er bleef nog 2600 daarvan bij mij over. [medeverdachte 1] zegt dat dit 10000 oud is. [naam 13] zegt: nee, dit is niet oud maar van nu want ik ben hier maar vijf dagen. [medeverdachte 1] zegt: je hebt dus 10000 overgemaakt en je houdt nu 2600 over. [naam 13] zegt: ja, ik heb nu 2600 bij mij. (…) [medeverdachte 1] zegt: je had 3050 netto ontvangen. (…) [medeverdachte 1] zegt: en hierna 8200 netto. [naam 13] zegt: hierna 8200 netto, het klopt. [medeverdachte 1] zegt: in totaal is het dan 13850 geworden. [naam 13] zegt: ga door. [medeverdachte 1] zegt: je hebt vijf aan [medeverdachte 4] gegeven. (…) hierna heb je 2900 netto ontvangen voor de auto van BELGIË. [naam 13] zegt: 2900 netto ehh en hierna?. [medeverdachte 1] zegt: auto naar DUISBURG 3000 netto, dit heb je gisteren ontvangen. [naam 13] zegt: ja. [medeverdachte 1] zegt: vandaag 5700. [naam 13] zegt: klopt. (…) [naam 13] zegt: (…) het gaat slechts om deze auto's en de volgende betalingen: 3050, 8200, 2900, 3000 en 5700, is er nog meer? (…) het is duidelijk wat een auto opbrengt en het is ook duidelijk wat een chauffeur krijgt en de benzinekosten ook, er is niks meer. [medeverdachte 1] zegt: voordat we deze drie auto's hebben ingeladen had jij 11400 bij je. (…)
op de achtergrond bij [naam 13] is de stem van [medeverdachte 4] (SH) te horen.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [41] :
Tijdstip: 28-08-15 07:20:00 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 13]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: NN-vrouw
(…)
[medeverdachte 1] zegt dat hij boos is geworden toen hij ( [naam 14] ) tegen hem zei dat hij per sé 300 euro wil hebben voor elke auto en dat hij arrogant begon te doen tegenover hem. (…)
[medeverdachte 1] zegt dat hij boos is op hetgeen hij ( [naam 14] ) tegen hem zei en zegt ook dat zijn ( [naam 14] ) reis naar beneden hem ( [medeverdachte 1] ) 6500 heeft gekost, een bedrag waarvoor hij ( [medeverdachte 1] ) andere mensen een hele maand aan het werk kan zetten. [medeverdachte 1] zegt dat toen hij beneden was hij zelf twee auto's heeft ingeladen en dat [naam 14] toen van mening was dat [medeverdachte 1] hem voor die twee auto's ook zou moeten betalen en dat hij hem uiteindelijk toch heeft betaald. [medeverdachte 1] zegt dat hij hem ( [naam 14] ) voor het inladen van 10 auto's heeft betaald terwijl hij er feitelijk maar 8 voor hem had ingeladen en dat hij ( [naam 14] ) in één week 6100 euro heeft verdiend. (…) [medeverdachte 1] zegt dat het hem ( [naam 14] ) toch niet zal lukken om met hem ( [medeverdachte 4] ) samen te werken omdat hij hen beiden dan zal neuken als dit zou gebeuren. (…)
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [42] :
Tijdstip: 02-09-15 10:30:15 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 14]
Beller: [verdachte]
Gebelde: [medeverdachte 1]
(…)
[verdachte] zegt is goed, luister, ik heb twee auto's voor NEDERLAND, heb je er belang bij. [medeverdachte 1] zegt ik heb een miljoen voor NEDERLAND. Ik heb heel veel, ik heb het te druk. Ik heb met 24 mensen afgesproken voor NEDERLAND en allemaal voor 1200 euro. [verdachte] vraagt zal ik het aan [medeverdachte 2] vragen. [medeverdachte 1] zegt ik kan echt niet doen, want ik heb te veel mensen. Maar voor hoeveel heb je gevraagd. [verdachte] zegt ik heb tot nu toe niets gezegd. [medeverdachte 1] zegt de prijs is al hoger geworden, minstens 1200 per persoon. [verdachte] zegt ik heb gedacht om wat te verdienen. [medeverdachte 1] zegt ik heb echt te druk. Ik heb 24 mensen voor NEDERLAND, 8 voor BELGIE en 8 voor FRANKFURT. [verdachte] vraagt weet je of [medeverdachte 2] voor NEDERLAND heeft. [medeverdachte 1] zegt dat weet ik niet.
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [43] :
Tijdstip: 02-09-15 10:43:48 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 15]
Beller: [verdachte]
Gebelde: [medeverdachte 2]
(…)
[verdachte] belt uit naar [medeverdachte 2] (…)
[verdachte] vraagt stuur je mensen naar NEDERLAND. [medeverdachte 2] zegt maar hoeveel heb je? [verdachte] zegt acht. [medeverdachte 2] vraagt hoeveel betalen ze. [verdachte] vraagt hoeveel wil je dan.
[medeverdachte 2] zegt ik wil duizend hebben. [verdachte] vraagt hoeveel krijg ik van die duizend. [medeverdachte 2] zegt jij moet twaalf honderd vragen, want hier betalen ze twaalf honderd. [verdachte] zegt ik zal elf honderd vragen, omdat zij mijn vrienden zijn. Ik geef je duizend en honderd blijft voor mij. Maar kun je vandaag hen eruit halen. [medeverdachte 2] zegt ik zal in deze twee dagen proberen. [verdachte] vraagt is de situatie ok/veilig. [medeverdachte 2] zegt ja. [verdachte] vraagt hoe gaan ze betalen, de helft betalen en andere helft als zij aankomen. [medeverdachte 2] zegt nee, alles cash in HONGARIJE. [verdachte] zegt ik ga met hen praten, maar ze zijn met twee gezinnen van acht personen, maar kun je hen in één auto eruit halen. [medeverdachte 2] zegt ja.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 november 2015 gesloten proces-verbaal van bevindingen nummer 28-229335, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [44] :
Bij de zoeking op het verblijfadres van verdachte [medeverdachte 1] werd onder code A-022 een aantekenboekje in beslag genomen. In dit boekje waren op 173 pagina’s handgeschreven
aantekeningen gemaakt in Arabisch schrift.
In concept vertaling bleek op iedere pagina namen te staan in combinatie met bedragen, plaatnamen en ook kosten of telefoonnummers.
Bij onderzoek van deze aantekeningen kwam vast te staan dat hierin regelmatig aantekeningen waren opgenomen van bedragen in combinatie met de naam [medeverdachte 4] . Het betreffen de navolgende aantekeningen:
Bladzijde 44
7500 ten bate van [medeverdachte 4] , overgebleven van de afrekeningen van auto’s. Netto tot 24/08/2015
Bij [verdachte] , auto HAMBURG 3050. Ik heb dit met [medeverdachte 4] reeds afgerekend 24/08/15
Bladzijde 51
Betaling aan [medeverdachte 4]
5000
Bladzijde 54
Resteert ten bate van [medeverdachte 4] 7000
Bladzijde 119
1800 (idem)-500 [medeverdachte 4]
Bladzijde 143
[medeverdachte 4] 1000
Bladzijde 145
5000 aan [medeverdachte 4] betaald
Bladzijde 146
[medeverdachte 4] Eerder 500
1000
2700
1800
3800
300
1500
9300
11600 betaling 5000
1400 auto België, betaling aan [medeverdachte 4] 5000 + reeds aan chauffeur gegeven 200 (niet leesbaar) Voor [medeverdachte 4]
Bladzijde 159
- 5000 [medeverdachte 4]
- een geschrift, inhoudende het verhoor van [medeverdachte 2] door de Directie van de Federale Politie München Inspectie van de Federale Inspectie Rosenheim d.d. 17 december 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [45] :
V: Hoeveel auto's hebt u voor [medeverdachte 1] in Milaan geladen? Heel globaal.
A: Nou, dit jaar 6-7 voor zover ik me kan herinneren. (…)
V: En afgelopen jaar?
A: Hij heeft dat alleen gedaan. Hij is vaak naar het zuiden naar Italië gereden. Wij hebben elkaar in augustus 2014 leren kennen. Hij zei tegen mij dat hij met drie auto's naar Milaan was gereden en dat hij daar toen mensen had opgehaald.
(…)
A: (…) Ik heb hem in augustus van het afgelopen jaar leren kennen en heb maar een tot anderhalve maand in 2014 met hem samengewerkt.
V: En in 2015?
A: Dat was april tot einde mei. Ongeveer 6-7 auto's. (…)
V: U hebt nu net gezegd dat u 25-30 auto's voor [medeverdachte 1] hebt geladen. Hoeveel hebt u daaraan zelf verdiend?
A: Per auto 150 euro. (…)
V: We kunnen wel zeggen dat jij met [medeverdachte 1] hebt samengewerkt. Hoeveel geld heeft hij met alle mensensmokkeloperaties verdiend, vanuit Italië, Oostenrijk en Hongarije?
- een geschrift, inhoudende het verhoor van [medeverdachte 2] door de Directie van de Federale Politie München Inspectie van de Federale Inspectie Rosenheim d.d. 17 december 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [46] :
V: Herkent u deze persoon (foto 24)?
A: Dat is [verdachte] . Hij heeft met [medeverdachte 1] gewerkt en heeft mensen in Oostenrijk ingeladen. Soms reed hij naar Boedapest om geld te halen en mensen in te laden. Hij kreeg 4000 euro per week van [medeverdachte 1] .
V: Heeft [verdachte] altijd voor [medeverdachte 1] gewerkt?
A: De mensen waren van [medeverdachte 1] , de auto's werden ook door [medeverdachte 1] gestuurd. Hij laadde de mensen in en nam het geld.
V: In Oostenrijk en in Hongarije?
A: Ja precies, hij is ook een keer in Milaan geweest. Hij reed met twee auto's naar het zuiden, laadde de mensen in en vloog terug. Hij wilde terug naar Nederland.
V: Hoeveel ritten heeft [verdachte] in totaal uitgevoerd?
A: In Milaan twee auto's, in Oostenrijk weet ik niet. Hij is daar lang gebleven, iets meer dan een maand. Toen zat hij in Hotel [hotel 2] . Hij was in Hongarije maar ik heb hem niet zo vaak gezien. Wij hadden geen nauw contact.
V: Hoe vaak heb je [verdachte] gezien?
A: In Boedapest heb ik hem 1, 2 of 3 keer gezien. Dat was naast het hotel waar hij verbleef. Dat was in de wijk "Blalluesa". [medeverdachte 1] zei altijd dat [verdachte] in Oostenrijk was. Degene die vanaf juni met [medeverdachte 1] in Boedapest werkte, was iemand anders, die heette " [naam 13] ". Die zat altijd in een hotel. Hoe dat hotel heette, weet ik niet.
- het door rechter-commissaris mr. H.T. Pos in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 augustus 2017, nummer RC 15/648, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
U houdt mij voor dat het er op lijkt, blijkens de pv’s van de politie, dat ik samenwerkte met [verdachte] . (…) Dat klopt. (…) [medeverdachte 1] had de leiding. Ik voerde de opdrachten uit. (…) Ik hoorde van [medeverdachte 1] dat er mensen in Italië waren die naar Denemarken wilden. Ik zou die mensen naar de auto brengen. [medeverdachte 1] had die mensen geregeld. [medeverdachte 1] heeft mijn telefoonnummer gegeven aan de mensen die gesmokkeld moesten worden. Hij heeft auto’s van Nederland naar Italië gebracht. Hij belde mij waar die auto’s zich bevonden en beschreef die auto’s. (…) Het waren mensen uit Arabië en Syrië. (…) Ik hweb per auto 100 euro gehouden en de rest heb ik aan de chauffeur gegeven. (…) U vraagt mij hoelang ik met [medeverdachte 1] heb samengewerkt op deze manier. Dat was van augustus tot november 2014. In 2015 van half mei tot juli.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 september 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-220887, inhoudende het eerste verhoor van [medeverdachte 1] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [47] :
A: Ik ben ongeveer 1,5 jaar geleden in Denemarken aangehouden. (…) Ik heb hierna alleen maar bemiddeld (…).
O: Voor hoeveel mensen denk je dat je hebt bemiddeld?
A: Het zou er meer dan 100 kunnen zijn geweest maar (…) het kunnen er ook meer zijn geweest. (…)
O: Maar nogmaals hoeveel zaken denk jij dat jij betrokken bij bent geweest?
A: Ik denk ongeveer 150-200. (…)
O: We hadden het net over bemiddelen van Syrische mensen die naar
Nederland, Duitsland en onder ander Denemarken wilde.
V: Waaruit bestond die bemiddeling?
A: Bijvoorbeeld benaderde [medeverdachte 2] mij of ik een chauffeur heb om de mensen te smokkelen. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 18 september 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-220887/1, inhoudende het tweede verhoor van [medeverdachte 1] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [48] :
V: Financieel gezien, het geld wat er mee verdiend is. Wat bijvoorbeeld verdiende jij voor een auto van MILAAN naar Nederland.
A: 600 euro en sommige 500 euro per persoon. (…)
V: Wat hield jij hier dan uiteindelijk aan over?
A: Aan een 4 persoonsauto verdiende ik ongeveer 300 tot 400 euro.
V: Waren de tarieven vanuit Hongarije anders?
A: Die waren duurder. Onder normale omstandigheden ongeveer 700 persoon, toen de controles strenger werden werd dit ongeveer 1000 euro per persoon. Dit hing ook af van de chauffeur.
V: Wat hield jij hier aan over?
A: Ongeveer het zelfde.(…)
A: Ik ben 2 keer in Milaan geweest en een paar keer in Hongarije. De laatste keer ben ik voor ongeveer 2 weken in Hongarije geweest. Ik hield er ongeveer 400-500 euro per auto aan over. (…)
A: Ik gaf ook maar ongeveer 50 euro per week uit aan vrouwen. Ik van het geld wat ik verdiend heb de auto gekocht en ongeveer 6.000 euro aan schulden terug betaald. Ik zweer bij Allah dat van het geld dat bij mijn ex-schoonmoeder is aangetroffen nog een gedeelte naar [medeverdachte 4] moest. (…) Ik moet nog 1.000 euro aan de auto af betalen. (…) Aan mijn ex vrouw heb ik geen geld geleend maar ongeveer 3x500 euro gegeven voor de kinderen. Dat staat in het boekje. (…) Ik heb wel wat in het boekje staan van wat ik aan mensen heb geleend maar sommige bedragen zijn terug betaald. (…)
V: Wat ook veel geld heeft gekost is de reis van je moeder en je zus die naar Nederland zijn gekomen.
A: Dat klopt dat is 2000 euro geweest. (…)
O: Nu zitten je moeder en je zus in Griekenland, Athene. Nu wilde je moeder niet met de auto naar Nederland komen. Jij hebt toen nog actie ondernomen, kan jij je dat nog herinneren?
A: Ik belde toen met iemand die [naam 13] heet om mij te helpen om ze te smokkelen. (…)
V: Maar we zijn nu afgeweken van de vraag wat jij in totaal hebt verdiend?
A: Ik moet dat ook nog allemaal berekenen, in ieder geval de auto en de schulden en bij mijn aanhouding had ik ongeveer 2.500 bij mij. Ik zou het verder niet weten. (…)
A: Als er een rit is geweest dan houd ik daar 500-600 euro aan over en dan geef ik dit meteen uit. Ik zal ongeveer tussen de 20.000 en 25.000 euro verdiend hebben. (…)
O: Waar wij het morgen nog over gaan hebben is dat [medeverdachte 2] niet zelf het geld over maakte via Western Union en dat jij dit geld ook niet zelf in ontvangst nam maar dat jullie altijd iemand mee namen die het geld aannamen voor jullie.
V: Waarom deden jullie dit?
A: Dit deed ik bewust niet op mijn eigen naam zodat het niet zou opvallen bij Western Union. Door de hoeveelheid van de transacties werd ik volgens mij ook geblokkeerd door Western Union omdat ik vroeger geld, dat vanuit Syrië en Dubai, werd overgemaakt, hier voor andere mensen in ontvangst nam die bijvoorbeeld een uitkering hadden.
- een geschrift, inhoudende het verhoor van [medeverdachte 2] door de Directie van de Federale Politie München Inspectie van de Federale Inspectie Rosenheim d.d. 17 december 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [49] :
(…)
O: [medeverdachte 1] zei dat er in 2015 ongeveer 250 mensen in bussen en auto's zijn geladen en vanuit Milaan naar Oostenrijk, Duitsland, Nederland, Denemarken enz. zijn gebracht.
(…)
V: We kunnen wel zeggen dat jij met [medeverdachte 1] hebt samengewerkt. Hoeveel geld heeft hij met alle mensensmokkeloperaties verdiend, vanuit Italië, Oostenrijk en Hongarije?
A: Wat het afgelopen jaar 2014 betreft, weet [naam 15] wat [medeverdachte 1] kreeg. Sinds ik hem ken was het 65.000 euro, schat ik. En dit jaar ben ik 3 dagen voor mijn aanhouding met hem in een park geweest. Toen heeft hij mij verteld dat hij 140.000 euro had verdiend. Daarvan heeft hij ook het binnensmokkelen van zijn moeder en zijn zus betaald.
V: Is die 140.000 euro al na aftrek van kosten?
A: Dat is wat er voor hem is overgebleven. Hij en [medeverdachte 4] hadden in Boedapest ook een fantastisch huis gehuurd waarvoor ze 1200 euro per week betaalden. Met jacuzzi zelfs. Ze hadden ook vrouwen, alcohol en hasjiesj.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 10] en [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 5 februari 2016 gesloten gesloten proces-verbaal nummer 28-241920, inhoudende het derde verhoor van [naam 16] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [50] :
V: Hoe lang is [medeverdachte 1] al bezig met het smokkelen van mensen vanuit het buitenland naar West Europese landen:
A; Ik denk twee jaar hij was hier dagelijks mee bezig. Ik denk dat hij ongeveer een 2000 mensen heeft gesmokkeld. Ik weet alleen al dat de man van de Golf, MOULOUD 50 keer gereden heeft voor [medeverdachte 1] . De mensen vroegen speciaal naar hem omdat hij in één keer doorreed. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 september 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-220887, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 1] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [51] :
O: Het is zo dat je neef [verdachte] is aangehouden. (…)
O: Ik kan je 1 zaak vertellen dat hij ook heeft bemiddeld in een smokkel. Hij is naar Oostenrijk gegaan om familie te helpen om uit te reizen. Hij was niet in het bezit van een rijbewijs.
A: Dat klopt inderdaad dat [verdachte] is mee gereden in een auto met andere mensen en in Oostenrijk heeft hij [betrokkene 2] ontmoeten. Hij heeft er voor gezorgd dat [betrokkene 2] in een auto is gekomen. [verdachte] is met de trein naar Nederland gekomen. Hij heeft nog geen rijbewijs maar hij is daar nu mee bezig om zijn rijbewijs in Nederland te halen. [betrokkene 2] is de broer van de vrouw die vast zit. De vrouw die vast zit is [naam 3]
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 6] en [verbalisant 5] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 19 september 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-221681, inhoudende het tweede verhoor van [verdachte] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [52] :
A: Ik ben kort geleden naar Wenen gegaan en twee weken voor mijn aanhouding ben ik naar Boedapest gegaan. Ik heb daar vier dagen in hotel [hotel 3] geslapen. (…) Mijn broer was onderweg. [medeverdachte 1] heeft mij vanuit Nederland mee genomen naar Hongarije met de auto. Ik zou daar wachten tot mijn broertje aan zou komen. De tweede dag dat wij daar waren heeft [medeverdachte 1] mij daar achter gelaten. Ik wist niet waar hij naar toe ging en ik wist ook niet wanneer hij terug zou komen. [medeverdachte 1] had mij gezegd dat ik alleen geld in ontvangst zou nemen totdat mijn broertje zou arriveren.
(…) Ik zou bij een persoon geld in ontvangst nemen en [medeverdachte 1] zou vertellen welke bedrag dat zou zijn. Het geld zou bij mij blijven totdat [medeverdachte 1] terug was. De persoon waar ik het geld in ontvangst neem is [naam 2] . Hij is een Syriër en verblijft in [hotel 1] . Ik heb een keer 2000 (tweeduizend) euro in ontvangst genomen van [naam 2] .
O: Even logisch nadenken. [medeverdachte 1] stuurt chauffeurs vanuit Nederland naar Boedapest. In Boedapest moeten de chauffeurs opgevangen worden. In Boedapest moeten ook de chauffeurs en de gesmokkelde samen worden gebracht. De chauffeur wordt vervolgens betaald en de gesmokkelde betaalt de helft van de reissom ter plaatse. Als de gesmokkelde vervolgens op plaats van bestemming komt betaalt hij de andere helft.
V: Dan weet jij toch wat jou rol is?
A: Ik heb van tevoren geen afspraak gemaakt met [medeverdachte 1] om daar te gaan werken. Ik zou naar Boedapest gaan voor mijn broertje. Hij heeft tegen mij gezegd dat ik daar moest blijven totdat hij terug kwam. Ik heb daar verschillende keren geld in ontvangst genomen van [naam 2] . Dat was in [hotel 1] . Ik ben niet degene geweest die de chauffeurs en de gesmokkelde met elkaar in contact bracht. Het klopt wel dat de chauffeurs eerst naar mijn hotel kwamen. Ik denk dat dit was om uit te rusten. Vervolgens kregen zij van [medeverdachte 1] te horen dat ze naar [hotel 1] moesten gaan. Ik heb in het [hotel 3] hotel één keer een chauffeur op mijn kamer laten slapen. Ik kreeg van [medeverdachte 1] de opdracht om deze een bedrag van 200 (tweehonderd) euro te geven. Ik denk dat dit was omdat deze chauffeur zijn Mercedes kapot had. Na vier dagen ben ik weg gegaan vanuit Boedapest. Ik wilde daar niet langer blijven.
V: Hoeveel geld had jij toen bij je?
A: Dat zal ongeveer tussen de zeven- en achtduizend euro zijn geweest.
(…) V: Waar kwam dat geld vandaan?
A: Ik weet dat het geld van de smokkel afkomstig is. (…)
A: (…) [medeverdachte 1] heeft wel mijn verblijf in het hotel betaald. Daarnaast heb ik bij terugkomst een bedrag van 500 (vijfhonderd) euro gekregen. (…) [medeverdachte 1] maakt afspraken met de gesmokkelde en met [naam 2] . Ik hoefde alleen maar het geld in ontvangst te nemen.
V: Wat heb jij met het geld gedaan dat jij in ontvangst had genomen, die 7 a 8 duizend euro?
A: Die heb ik aan [medeverdachte 1] gegeven. (…)
V: Hoe wordt de betaling van de gesmokkelde geregeld?
A: (…) [medeverdachte 1] maakt afspraken met [naam 2] . (…)
V: Waarom is er geld betaald aan [naam 17] ?
A: [naam 17] is een vriend van mij. De broer van [naam 17] zou naar Nederland willen komen. Die was toen nog in Hongarije, in Boedapest. [naam 17] vroeg mij of ik dit kon regelen. Ik heb toen [medeverdachte 1] opgebeld en gezegd dat het over de broer van [naam 17] ging. Deze zou met drie anderen willen reizen. Deze zouden een bedrag van 700 euro per persoon betalen vanuit Boedapest naar Nederland. Ik zou garant staan voor de broer van [naam 17] . Daar ging [medeverdachte 1] mee akkoord. De broer van [naam 17] is aangekomen in Nederland maar van die andere drie weet ik niets.
V: Op welke manier bent u door [naam 17] bent opgelicht?
A: Ik heb nog steeds geen cent van hem gekregen. Ik heb [medeverdachte 1] 150 euro moeten betalen. [medeverdachte 1] zei dat het jammer voor mij was want ik had zelf aangegeven dat ik garant wilde staan. Ik bedoel nu dat ik 550 heb gekregen. Dat is 150 minder dan de afspraak. Die 550 euro heb ik van [naam 17] gekregen.
V: Voor het smokkelen van zijn broer?
A: (lacht) ik heb hem slechts geholpen. (…)
V: Waar is die 550 dan nu?
A. Die heb ik aan [medeverdachte 1] gegeven
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 8] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 1 oktober 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-223163, inhoudende het vierde verhoor van [verdachte] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [53] :
(…)
A: Ik ben gevraagd door [medeverdachte 1] om naar BUDAPEST te gaan. Ik wilde daar mijn broer opwachten. We kwamen aan in hotel [hotel 3] . [medeverdachte 1] heeft me daar achtergelaten. Dezelfde dag vertrok [medeverdachte 1] weer uit Budapest. Daarna belde hij me op om te vragen om naar iemand te gaan die [naam 2] heet om het geld daar op te halen, het hotel heet [hotel 1] . Ik ben daar vier dagen gebleven. [medeverdachte 1] vroeg mij om geld daar te halen.
V: Hoe ging je naar het hotel?
A: Dat deed ik samen met de chauffeurs die naar het hotel gingen om daar te rusten, en soms met een taxi. (…)
V: Wat is de rol van de chauffeurs?
A: De chauffeurs gingen naar het hotel omdat [medeverdachte 1] dit met [naam 2] had afgesproken om daar mensen op te halen. Toen ik met de chauffeur in het hotel kwam ging ik bij de receptie zitten en wachten op [naam 2] die mij dan het geld kwam brengen. (…) Ik deed wat [medeverdachte 1] mij vroeg om te doen het geld op te halen bij [naam 2] .
V: Wie is [medeverdachte 4] en wat doet hij?
A: [medeverdachte 4] had auto’s en chauffeurs.
V:Wat deed [medeverdachte 4] ?
A:Hij werkten samen met [medeverdachte 1] .
V: Net zeg je dat [medeverdachte 4] auto’s en chauffeurs had.
A: Ze werkten samen in de smokkel van mensen. (…)
V: Heeft [medeverdachte 4] chauffeurs in dienst?
A: Ja er werken chauffeurs voor [medeverdachte 4] .
V: Wat doet die met die chauffeurs?
A: Hij smokkelt mensen .
V: Hoe weet je dit?
A: Van [medeverdachte 1] maar ook van de Chauffeurs die ik naar [hotel 1] bracht om daar mensen in te laden voor de smokkel van mensen. (…)
V: We zitten in Budapest en je hebt verklaard dat je vier dagen daar bent verbleven en dat je per dag 2000 euro hebt gehaald bij [naam 2] .
A: Ja dat klopt ongeveer 1500 per dag. (…)
V: Je bent 28 augustus terug gekeerd naar Nederland met de trein.
A: ja dat kan kloppen.
V: Wat had je bij je.
A: Geld ongeveer 7000 a 8000 euro. (…)
V: Waarom zegt [medeverdachte 1] dan dat je 60.000 Euro bij je had?
A: Ik heb het geld een keer geteld , op dag drie dat ik daar was was het 9400 Euro, daarna heb ik nog 7000 euro ontvangen en daarna nog van iemand 3000 Euro in totaal 16.000 Euro was ik bij had. (…)
V: Waarom moest je geld gaan halen?
A: Dat moest ik van [medeverdachte 1] halen bij [medeverdachte 2] , hij werkt ook in de smokkel samen met [medeverdachte 1] . Die werken 7 a 8 maanden samen.
V: Hoeveel geld had je bij je in de trein van BUDAPEST naar NEDERLAND.
A: 10.000.
V: Net was het 16.000 euro.
A: Ik moest geld betalen aan de chauffeurs.
V: Wat is er met het geld gebeurd?
A: Aan [medeverdachte 1] thuis gegeven. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 5 november 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-228875, inhoudende het zesde verhoor van [verdachte] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [54] :
Ik heb alleen allemaal kleine dingetjes gedaan die [medeverdachte 1] mij op heeft gedragen. Ik zocht geen mensen of iets dergelijks. [medeverdachte 1] zei mij bijvoorbeeld “kijk naar de families, praat maar met de chauffeur”. In het begin was het alleen mijn taak om geld in ontvangst te nemen. Ik dacht ik neem alleen geld in ontvangst dus ik heb er niets mee te maken.
V: In het begin. Maar daarna dan?
A: Ik bedoel dat ik de eerste keer naar Hongarije ging.
V: Wat is dan daarna gebeurd?
A: Met de eerste keer Hongarije bedoel ik de eerste dag. Die dag heeft [medeverdachte 1] mij gezegd dat ik alleen maar geld in ontvangst hoefde te nemen. Later toen begon hij mij extra klusjes te vragen. Bijvoorbeeld wat ik de chauffeur moest vertellen. Ik heb toen een beetje woordenwisseling met hem gehad. Ik wist niet wat ik daar mee moest want dit was niet wat wij met hem afgesproken hadden. Ik heb over de telefoon vaker met hem ruzie hier over gehad. Ik vroeg waarom ik dit werk moest doen want het was niet de afspraak.
V: Waarom heb jij het dan wel gedaan?
A: Ik was toch daar, hij zei dat ik dit en dat met de chauffeur moest doen, en dan deed ik dat. (…)
V: Bij het inladen of betalen van hoeveel auto’s ben jij betrokken geweest?
A: ongeveer 5 auto’s. Het waren er 6 maar 1 was kapot gegaan. Nee....wacht even (denkt na). Het waren er 6. De planning was meer dan 6. [medeverdachte 1] stelde mij van te voren steeds in kennis.
V: Hoeveel personen zijn dat geweest?
A: 2 x 7 en 4 x 4, dan is het dus 30 personen. Ik weet niet waar deze naar toe gingen
V: Welke periode is dat geweest?
A: Over de 4 dagen dat ik daar zat
V: Hoeveel geld heb jij toen mee terug naar Nederland genomen voor [medeverdachte 1] ?
A: Ik denk 16.000 of 17.000
V: waar had jij dat bij je toen je terug naar Nederland kwam?
A: Ik heb ongeveer 8.000 of 9.000 mee terug genomen. Het kan ook meer zijn geweest. Dat zat in verschillende broekzakken. De rest van het geld, ongeveer 6.000 euro, moest ik aan 1 chauffeur geven. (…)
De chauffeur heeft toen 6.000 of 7.000 euro meegenomen voor [medeverdachte 4] . Die had ik hem gegeven. Ook nog 200 euro voor de chauffeur zelf. Ik wist dat het voor [medeverdachte 4] was omdat de chauffeurs bij [medeverdachte 4] horen.
V: Wat heb jij hier uiteindelijk voor gekregen?
A: Ik kreeg 500 euro voor de onkosten, ook betaalde hij het hotel. (…)
A: [medeverdachte 1] vertelde mij dat hij ongeveer 300 euro per auto verdiende. (…)
Toen ik terug naar Nederland kwam heb ik dus geld mee genomen, ik weet niet meer hoeveel dit is geweest. Als u vraagt of ik een schatting kan maken, dan zou ik het schatten op iets minder dan 20.000 plus de 3.000 van [medeverdachte 2] .
Ik herinner mij nu een gesprek met [medeverdachte 1] waarin hij vraagt hoeveel ik bij mij had. Ik zei hem dat het iets van 20.000 euro was, dan nog het geld van [medeverdachte 2] , dus het zal rond de 23.000 zijn geweest. (…)
Ik heb die chauffeur dat geld uiteindelijk niet gegeven. Dat kon niet via western Union dus dat heb ik weer terug gekregen van de chauffeur. (…)
Ik had ongeveer 19.000 euro bij mij toen ik uit Boedapest vertrok. Ik ben teruggekomen met de trein. Ik had enkel een tas bij me. Het geld had ik in mijn zakken en in mijn tas. Het bedrag van 19.000 euro waren in biljetten van 500 euro. Dat wilde [medeverdachte 1] zo. [medeverdachte 1] vertelde dat het normaal was om met zoveel geld op zak te reizen. Ik wist niet dat dit niet mocht, later begreep ik dat wel.
V: Wat heb jij met het geld gedaan?
A: Dat heb ik aan [medeverdachte 1] gegeven (…) Ik kreeg van [medeverdachte 1] (…) 500 euro. (…)
V: Wat waren jou taken toen jij in Boedapest was die 4 dagen?
A: 1 x heb ik een chauffeur verteld waar hij naar toe moest, dat was Venlo, ik moest geld aan de chauffeurs geven, geld in ontvangst nemen van [naam 2] , [medeverdachte 1] vroeg duizenden dingen aan mij, het geld mee nemen naar Nederland. Eén keer is iemand bij mij geweest in hotel [hotel 3] , een chauffeur, om zich op te frissen. Ik bracht geen chauffeurs naar [hotel 1] . Ik ben ook met een chauffeur naar de garage geweest om de auto te laten maken in Boedapest, ik ben ook met een chauffeur naar western Union geweest om geld over te maken naar [medeverdachte 4] maar dat is niet gelukt. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 18 november 2015 gesloten proces-verbaal nummer 28-230219, inhoudende het zevende verhoor van [verdachte] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [55] :
O: Wij, verbalisanten, laten de verdachte het telefoongesprek met gespreksnummer nummer 280792564 horen. Dit gesprek vond plaats op 02 september 2015 om 10:43 uur (0796). [verdachte] belt uit naar [medeverdachte 2] .
V: Wie hoor je in dit telefoongesprek?
A: Ik samen met [medeverdachte 2] .
V: Waar gaat dit telefoongesprek over?
A: Over die familie van [naam 18] die vanuit Boedapest naar Nederland wilde gaan. [medeverdachte 2] wilde 1000 euro per persoon. Toen zei ik, ik ga 1100 euro vragen. Ik zou 8 x 100 euro zelf houden maar dit is uiteindelijk niet doorgegaan dus ik heb niets gekregen. (…)
- een geschrift, te weten te uitwerking van een tapgesprek, inhoudende, zakelijk weergegeven [56] :
Tijdstip: 10-08-15 12:55:24 In/uit : U
Met nummer: [telefoonnummer 7]
Beller: [medeverdachte 1]
Gebelde: NN [naam 19]
(…)
[medeverdachte 1] zegt: over half uurtje ga ik het overhandigen en hij wil de code, dus waar moet ik komen om in het ontvangst te nemen. (…) [medeverdachte 1] vraagt waar zal ik het ontvangen, bij jou of in VENRAY. NN [naam 19] zegt zodra je overhandigd, vertel ik je waar we gaan om te ontvangen. Jij krijgt het van mij te horen waar we gaan en we gaan samen heen en ik geef het aan jou. [medeverdachte 1] zegt: is goed, binnen half uurtje ga ik het overhandigen en ik heb 43 overhandigt. Maar heb je ook iemand in OOSTENRIJK. NN [naam 19] zegt: ja, er is wel, maar laat mij eerst deze hawala/overmaking afhandelen en dan beginnen we met de tweede. [medeverdachte 1] vraagt: waarom werk je niet met beiden. NN [naam 19] zegt: nee, laat mij eerst bij het eerste afhandelen. [medeverdachte 1] zegt is goed. Maak maar deze af en dan gaan we over OOSTENRIJK praten. Is goed zegt NN [naam 19] .
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 11] en [verbalisant 12] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 17 februari 2016 gesloten proces-verbaal nummer 1602170900.V08, inhoudende het achtste verhoor van [medeverdachte 5] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [57] :
O: Jij zegt tegen [medeverdachte 1] dat jij de mensen van Budapest zal vragen of zij het geld daar kunnen ontvangen en vraagt of [medeverdachte 1] het geld dan wel aan ze kan geven.
V: Waarom ga jij aan de mensen van Budapest vragen of ze het geld daar kunnen ontvangen?
A: Hij vroeg mij of ik iemand kende die geld uit Boedapest naar Nederland kon brengen. Ik heb hem toen een telefoonnummer gegeven van iemand in Boedapest. Later zei hij als ik dat kon regelen ik 50 euro zou ontvangen. (…)
Ik 3x via Western Union geld overgemaakt. (…)
Ik moet u wel vertellen dat ik soms 100, 150, 200 kreeg van [medeverdachte 1] als ik hem een telefoonnummer doorgaf van iemand die voor hem kon overboeken via het HAWALA systeem.
V: U ontving geld en u overhandigde [medeverdachte 1] telefoonnummers van HAWALA mensen. Hoe noemt u dit?
A: Ik hielp [medeverdachte 1] met deze geldoverboekingen. (…)

Voetnoten

1.Zaaksdossier 08; Pagina 1126 e.v.
2.Zaaksdossier 08; Pagina 1130
3.Zaaksdossier 08; Pagina 1132
4.Verklaringendossier; Pagina 3421 e.v.
5.Verklaringendossier; Pagina 3346 e.v.
6.Verklaringendossier; Pagina 3929 e.v.
7.Verklaringendossier; Pagina 3915 e.v.
8.Zaaksdossier 10; Pagina 1336
9.Zaaksdossier 10; Pagina 1337
10.Zaaksdossier 10; Pagina 1342
11.Zaaksdossier 10; Pagina 1347
12.Verklaringendossier; Pagina 3308 e.v.
13.Verklaringendossier; Pagina 3322 e.v.
14.Verklaringendossier; Pagina 3074 e.v.
15.Verklaringendossier; Pagina 3333 e.v.
16.Verklaringendossier; Pagina 3346 e.v.
17.Verklaringendossier; Pagina 3339
18.Verklaringendossier; Pagina 3340
19.Verklaringendossier; Pagina 3343
20.Verklaringendossier; Pagina 3342
21.Zaaksdossier 10; Pagina 1378
22.Verklaringendossier; Pagina 3344
23.Verklaringendossier; Pagina 3344
24.Verklaringendossier; Pagina 3421 e.v.
25.Verklaringendossier; Pagina 3426 e.v.
26.Verklaringendossier; Pagina 3915 e.v.
27.Zaaksdossier 10; Pagina 1384 e.v.
28.Zaaksdossier 25; Pagina 2626 e.v.
29.Zaaksdossier 25; Pagina 2503 e.v.
30.Zaaksdossier 25; Pagina 2505 e.v.
31.Zaaksdossier 2; Pagina 0454
32.Verklaringendossier; Pagina 3009
33.Zaaksdossier 2; Pagina 0451
34.Zaaksdossier 25; Pagina 2435 e.v.
35.Zaaksdossier 10; Pagina 1368 e.v.
36.Verklaringendossier; Pagina 3344
37.Verklaringendossier; Pagina 3009
38.Zaaksdossier 25; Pagina 2435 e.v.
39.Zaaksdossier 25; Pagina 2437 e.v.
40.Zaaksdossier 25; Pagina 2440 e.v.
41.Zaaksdossier 25; Pagina 2438 e.v.
42.Verklaringendossier; Pagina 3363
43.Verklaringendossier; Pagina 3364
44.Zaaksdossier 25; Pagina 2656 e.v.
45.Verklaringendossier; Pagina 3089 e.v.
46.Verklaringendossier; Pagina 3089 e.v.
47.Verklaringendossier; Pagina 2979 e.v.
48.Verklaringendossier; Pagina 2997 e.v.
49.Verklaringendossier; Pagina 3089 e.v.
50.Verklaringendossier; Pagina 3505 e.v.
51.Verklaringendossier; Pagina 2979 e.v.
52.Verklaringendossier; Pagina 3308 e.v.
53.Verklaringendossier; Pagina 3322 e.v.
54.Verklaringendossier; Pagina 3346 e.v.
55.Verklaringendossier; Pagina 3357 e.v.
56.Zaaksdossier 26; Pagina 2722
57.Verklaringendossier; Pagina 3770 e.v.