ECLI:NL:RBOVE:2018:514
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van boekhouder in faillissementsfraudezaak met Duitse medeverdachte
Op 19 februari 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende faillissementsfraude. De zaak betrof een boekhouder die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan bedrieglijke bankbreuk van twee bedrijven, [Uitzendburo] B.V. en [Industrieservice] B.V., die beide in staat van faillissement waren verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1957, geen opzet had op bedrieglijke bankbreuk en dat er geen overtuigend bewijs was dat hij financieel voordeel had genoten uit de handelingen van de failliete vennootschappen. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte schuldig werd verklaard, maar de verdediging stelde dat er geen causaal verband was tussen het achterhouden van de administratie en de bedrieglijke bankbreuk. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de bedrieglijke handelingen van de bedrijven, en sprak hem vrij van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer in Zwolle, waarbij de rechtbank de vordering van de officier van justitie niet heeft gevolgd.