ECLI:NL:RBOVE:2018:5073
Rechtbank Overijssel
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verklaring voor recht inzake alimentatie en litispendentie tussen ex-echtgenoten
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 december 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen een man en een vrouw, die eerder met elkaar gehuwd zijn geweest. De man verzocht de rechtbank om een verklaring voor recht dat zijn onderhoudsplicht jegens de vrouw is geëindigd en verjaard. De vrouw, die in Turkije een procedure had lopen over de tenuitvoerlegging van een eerdere beschikking, voerde aan dat de Nederlandse rechtbank niet bevoegd was om over deze zaak te oordelen vanwege de litispendentie. De rechtbank oordeelde echter dat zij bevoegd was, omdat de vrouw in Nederland woonde en de alimentatieverplichting onder de Nederlandse wet viel. De rechtbank concludeerde dat de alimentatieplicht van de man was geëindigd op het moment dat de vrouw hertrouwde en dat de vordering van de vrouw ter zake haar levensonderhoud was verjaard. De rechtbank verklaarde voor recht dat het recht op een bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw door haar huwelijk met een ander per 2003 was vervallen en dat de vordering over de periode van 1 november 1997 tot en met 17 juli 2003 was verjaard. Tevens werd vastgesteld dat het recht op een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun meerderjarige zoon over de periode tot 1998 was verjaard. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.