ECLI:NL:RBOVE:2018:5070
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onduidelijkheid over schuldenlast
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 2 oktober 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling door [verzoeker]. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen op grond van onvoldoende duidelijkheid over de hoogte van de totale schuldenlast van [verzoeker].
[Verzoeker] had eerder, op 11 februari 2014, een verzoek ingediend voor de schuldsaneringsregeling, maar dit was afgewezen omdat hij geen alimentatie had betaald en geen verzoek tot verlaging of nihilstelling had ingediend. De huidige schuldenlast volgens het verzoekschrift bedraagt € 48.217,57, maar er zijn tegenstrijdige schuldenoverzichten overgelegd die de totale schuldenlast op € 67.461,90 en € 55.623,97 stellen.
De rechtbank oordeelt dat [verzoeker] en zijn beschermingsbewindvoerder onvoldoende gedetailleerde informatie hebben verstrekt over de schulden, waardoor de rechtbank niet kan vaststellen of [verzoeker] te goeder trouw is geweest in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek. De rechtbank wijst erop dat het aan [verzoeker] is om aan te tonen dat hij te goeder trouw is geweest, maar dat hij hierin niet is geslaagd.
De rechtbank concludeert dat het verzoek tot schuldsanering niet kan worden toegewezen en wijst het verzoek af.