ECLI:NL:RBOVE:2018:5068
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord wegens onvoldoende afloscapaciteit en weigering van schuldeiser
Op 2 oktober 2018 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord door [verzoeker]. Dit verzoek was ingediend op 13 augustus 2018, waarbij [verzoeker] een schuldregeling aan zijn schuldeisers had aangeboden. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat het aangeboden percentage niet het uiterste was waartoe [verzoeker] financieel in staat moest worden geacht. De rechtbank oordeelde dat [verweerster], een van de schuldeisers, in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met het akkoord, gezien de onevenredigheid tussen haar belang en dat van [verzoeker].
Tijdens de zitting op 18 september 2018 was [verzoeker] aanwezig, vergezeld van een vertegenwoordiger van Zuidweg & Partners. [verweerster] was niet ter zitting verschenen, maar had wel een verweerschrift ingediend. In dit verweerschrift werd betwist dat [verzoeker] enkel afhankelijk was van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering en werd gesteld dat hij ook andere inkomsten genereerde, die hij niet had vermeld in zijn verzoekschrift. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn stelling te onderbouwen dat het aangeboden bedrag het uiterste was wat hij kon bieden.
De rechtbank concludeerde dat [verweerster] in redelijkheid tot haar weigering kon komen, gezien de omstandigheden en de informatie die zij had over de financiële situatie van [verzoeker]. Het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord werd dan ook afgewezen. De rechtbank zal in een afzonderlijk vonnis beslissen over het verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.