ECLI:NL:RBOVE:2018:5049
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens nieuwe schulden en gebrek aan goede trouw
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 september 2018 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling van de schuldenaar, hierna aangeduid als [schuldenaar]. De rechtbank heeft de bewindvoerder, mevrouw J. van der Pol, benoemd en heeft de schuldenaar in staat van faillissement verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar in maart 2017 samen met een vriend is opgepakt wegens de ontdekking van een wietplantage, wat heeft geleid tot een veroordeling tot een taakstraf en een betaling aan de Staat. Deze nieuwe schulden zijn ontstaan tijdens de schuldsaneringsregeling, wat de goede trouw van de schuldenaar in twijfel trekt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldenaar niet heeft voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling, en dat de omstandigheden die tot de schuldsaneringsregeling hebben geleid, niet meer aanwezig zijn. De rechtbank heeft de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd op grond van artikel 350, lid 3, onder f en d, van de Faillissementswet. De rechtbank heeft ook de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld en de curator benoemd. De uitspraak is gedaan in het kader van civiel recht en insolventierecht.