Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 november 2018 met 18 producties
- productie 19, 20 en 21 aan de zijde van JBMC, ontvangen op 5 december 2018
- de producties 1 tot en met 33 aan de zijde van Humeca, ontvangen op 6 december 2018
- de voorwaardelijke eis in reconventie van 6 december 2019
- productie 22 aan de zijde van JBMC, ontvangen op 7 december 2018
- de wijziging van eis aan de zijde van JBMC, ontvangen op 10 december 2018
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van JBMC
- de pleitnota van Humeca
- de producties 34, 35 en 36 aan de zijde van Humeca, overgelegd tijdens de mondelinge behandeling
- de wijziging van de voorwaardelijke eis in reconventie aan de zijde van Humeca, ingediend tijdens de mondelinge behandeling.
(…). Zoals vandaag telefonisch besproken, beëindigt Humeca middels dit schrijven de Distributieovereenkomst tussen Humeca en JBMC per 1 september 2018. (…). JBMC heeft herhaaldelijk niet voldaan aan de verplichting voortvloeiende uit de overeenkomst. JBMC was gehouden in elke periode de daarin vastgelegde Minimum Sales Target te realiseren en de daarmee verband houdende hoeveelheid Producten bij Humeca te kopen en af te nemen.
(…). Om te voorkomen dat we in juridische procedures belanden zijn wij bereid in gesprek te gaan over een ordentelijke beëindiging van het contract, maar dan wel met het oog voor balans tussen alle belangen. Deze manier van contractbeëindiging kan leiden tot aanzienlijke schade bij alle partijen. Het maken van praktisch uitvoerbare afspraken over bijvoorbeeld voorraad; verhuur-materiaal en lopende tenders lijkt ons een minimale zorgvuldigheid.
(…). Het heeft geen pas om een contract met twee dagen notice op te zeggen en vervolgens te gaan haasten op de stappen die zouden moeten worden ondernomen. Wij komen er deze week op terug en beschouwen het distributiecontract vooralsnog niet als beëindigd. (…).”
(…). Wij beschouwen de overeenkomst opgezegd met onmiddellijke ingang. En voor zover die onverwijlde beëindiging geen stand zou houden, beëindigt Humeca de overeenkomst met inachtneming van de in artikel 4.3 bedoelde opzegtermijn van één (1) maand, in welk laatste geval de overeenkomst derhalve in elk geval eindigt per 28 september 2018. (…).”
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in voorwaardelijke reconventie
5.De beoordeling van het geschil
(…) Distributor agrees to maintain at its own expense, for the whole term of this Agreement, a stock of Products sufficient for thenormal(onderstreping vzr) needs of the Territory. (…).” Uit de wederzijdse standpunten blijkt dat partijen in verschillende zin hebben opgevat wat moet worden verstaan onder het aanhouden van voorraad voor “
the normal needs of the Territory.”. Ter beantwoording van de vraag welke opvatting de juiste is, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan de in de overeenkomst opgenomen bepalingen met betrekking tot de voorraadverplichting en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Omdat beide partijen professionele ondernemingen zijn, wordt bij die uitleg meer gewicht toegekend aan de tekst van de overeenkomst.
the normal needs of the Territory.”. JBMC stelt dat zij voldoende toereikende voorraad had en dat de incidentele spoedorders, zoals aangevoerd door Humeca, zagen op producten die minder gangbaar waren. De voorzieningenrechter begrijpt hieruit dat het ging om producten die niet zagen op “
the normal needs of the Territory.”. Humeca stelt daarentegen dat de producten wel tot de normale voorraad zouden moeten behoren van de distributeur. De voorzieningenrechter overweegt dat weliswaar op grond van artikel 12.1 (en artikel 5.1) verwacht mocht worden dat JBMC voldoende voorraad zou aanhouden van Humeca producten, maar dat het incidentele voorraadtekort ging om producten die behoorden tot producten voor de “
the normal needs of the Territory.” is vooralsnog niet gebleken. Uit de overgelegde producties van Humeca blijkt dit in ieder geval niet. Humeca heeft onvoldoende feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan tot een ander oordeel kan worden gekomen. Niet valt uit te sluiten dat Humeca erin zal slagen bewijs te verzamelen voor haar stelling dat JBMC onvoldoende voorraad aan heeft gehouden en dat de spoedorders van JBMC zagen op producten die zij (op grond van de overeenkomst) normaal gesproken op voorraad zou moeten hebben, maar vooralsnog is - gelet op de gemotiveerde betwisting van JBMC - onvoldoende aannemelijk dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat JBMC niet heeft voldaan aan haar voorraadverplichting zoals overeengekomen in artikel 12.1 van de overeenkomst.
(…)., then Humeca will give Distributor written notice of such failure, and Distributor shall correct such failure through submission of purchase orders to Humeca for additional units of the Productwithin thirthy (30) daysafter the receipt of such notice. If Distributor fails to correct such failure within the provided period, Humeca may terminate this Agreement,subject to one (1) month noticein writing.(…).”(onderstreping vzr). Humeca heeft allereerst niet de vereiste termijn van dertig dagen gegeven ter herstel van de vermeende tekortkoming. Uit de tekst van de opzeggingsbrieven blijkt immers dat het voornemen van Humeca om de overeenkomst te beëindigen op dat moment al vaststond, ongeacht een mogelijk herstel aan de zijde van JBMC. Ter zitting is ook erkend door Humeca dat zij JBMC niet de gelegenheid heeft gegeven om alsnog aan de minimum sales target van de eerste periode over 2018 te voldoen.
1.470,00 (overeenkomstig Liquidatietarief per 1 mei 2018)
6.De beslissing
Dear madam, sir, Hereby I inform you that JBMC still is the exclusive distributor of Humeca on basis of an Exclusive Distribution Agreement and also confirmed in a verdict of the court of justice Almelo as dated 24 December 2018. You should therefore consider your company appointed by us as a new distributor of Humeca from now on as null and void. Herewith we request you to immediately and without delay to abstain from any actions and do not act as a new distributor at least untill the relationship under the Exclusive Distribution Agreement between Humeca and JBMC will be ultimately expired. Kind regards, The board of Humeca”, onder de verplichting van Humeca om aan JBMC een kopie van de brief toe te zenden alsmede een kopie van een ontvangstbewijs verstrekt door de nieuwe distributeur in Frankrijk,