In deze zaak hebben verzoekers, gezamenlijk wonende te [woonplaats], op 7 december 2018 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. W.F. Bijloo, rechter bij de Rechtbank Overijssel. Dit verzoek volgde op een eerdere zitting op 11 oktober 2018, waar verzoekers beroep hadden ingesteld tegen een uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Deventer inzake de WOZ-beschikking en gemeentelijke belastingen voor hun pand aan [adres]. Verzoeker sub 1 heeft het verzoek tot wraking gedaan omdat hij meende dat de rechter onzorgvuldig had gehandeld door een onjuist proces-verbaal op te maken, waarin onder andere stond dat de zitting openbaar was, terwijl deze met gesloten deuren was gehouden. Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek op 20 december 2018 heeft mr. Bijloo niet deelgenomen, maar heeft verzoeker sub 1 zijn standpunt toegelicht en verzocht om vergoeding van reiskosten.
De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekers beoordeeld en vastgesteld dat de misslagen in het proces-verbaal, hoewel betreurenswaardig, niet voldoende grond bieden voor de conclusie dat mr. Bijloo partijdig of vooringenomen zou zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, en dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd moet zijn. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de gemaakte fouten in het proces-verbaal niet duiden op een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen en verzoeker sub 1 niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot vergoeding van reiskosten. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 28 december 2018 door de rechters J.A.O.M. van Aerde, L.M. Rijksen en H.T. Pos, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Drijver. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.