3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , opgemaakt door [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , verbalisanten, van 13 februari 2015, pagina 149-154, onder meer inhoudende:
(…) V: Wat vindt u van de gestelde conclusie, betreffende de aangevulde grond en mest in dit rapport.
A: (…) Toen de mest in het gat van het gemeentelijk gronddepot gedumpt is had ik vakantie. Tijdens het afbreken van een schuur met locatie hoofdweg waar zich een mestkelder bevond, is dit de laatste mest niet meer verwijderd via de vacuümtank. Deze mest is met graafmachine, en soort koek van mest, eruit gehaald. Deze mest is toen met dumpers van ons, “ [verdachte] ”, naar het gemeentelijke gronddepot overgebracht. Deze mest is nu nog steeds op het gemeentelijke gronddepot aanwezig. (…)
Omdat deze mest niet ergens anders heen kon, is het naar het gemeentelijke gronddepot gegaan, dit was immers voor aanvoer en afvoer binnen ons werk. In het gemeentelijk depot ligt deze mest apart, omgeven met een soort dijk van zand. De hoeveelheid zal wel ongeveer 130m3 zijn.
V: Wat kunt u verklaren over de in de ontgraving aangetroffen puindelen en waar deze grond met daarin puindelen vandaan komt.
A: De vorige aannemer “ [bedrijf 2] ” uit Harlingen, die ook gebruikt heeft gemaakt van het gemeentelijke gronddepot heeft het niet zo netjes achtergelaten. Deze aannemer heeft een duiker aangelegd voor het project “De Blauwe Passage”. Deze puindelen, ook hout, wat er al lag in een grote buit van deze aannemer, zijn door ons ook in het gat samen met de klei, veen en leem tijdens het zandputten, verwerkt. Van elders is er door ons, “ [verdachte] ” geen puin houdende grond aangevoerd naar het gemeentelijke gronddepot. (…)