Op 21 december 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 64-jarige man uit Enschede, die verantwoordelijk werd gehouden voor het laten ontploffen van een vuurwerkbom tijdens een voetbalwedstrijd tussen FC Twente en FC Utrecht op 31 januari 2016. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 43 dagen, gelijk aan de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft de straf gematigd, onder andere vanwege het onwenselijk lange tijdsverloop tussen het gepleegde feit en de uitspraak.
De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat plaatsvond tijdens openbare terechtzittingen op 6 maart 2016, 7 maart 2017 en 10 december 2018. De officier van justitie, mr. A.C. Waterman, heeft de vordering ingediend, terwijl de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J. Michels. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk veroorzaken van een ontploffing met gevaar voor goederen en personen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De bewijsoverwegingen waren gebaseerd op camerabeelden, getuigenverklaringen en politie-informatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet geloofwaardig was in zijn ontkenning van de feiten. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk schuldig bevonden aan het primair ten laste gelegde feit, namelijk het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing met gemeen gevaar voor anderen.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank heeft besloten om de gevangenisstraf te matigen, gezien het lange tijdsverloop en de reeds ondergane detentie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 43 dagen, met inachtneming van de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht.