ECLI:NL:RBOVE:2018:491
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Misbruik van dienstauto door burgermedewerker Defensie voor privéritten
De rechtbank Overijssel heeft op 16 februari 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 31-jarige man uit Hengelo, die zich schuldig heeft gemaakt aan het onrechtmatig gebruik van een dienstauto van Defensie voor privéritten. De verdachte, werkzaam als burgermedewerker bij Defensie, heeft meerdere keren de dienstauto gebruikt zonder toestemming van zijn werkgever, wat heeft geleid tot een vertrouwensbreuk. De rechtbank oordeelt dat het bewezen is dat de verdachte in de periode van 20 maart 2015 tot en met 28 juli 2016 opzettelijk en wederrechtelijk gebruik heeft gemaakt van de dienstauto voor privédoeleinden. Ondanks het feit dat de verdachte heeft erkend dat hij de auto ook privé gebruikte, heeft hij aangevoerd dat zijn leidinggevenden op de hoogte waren van dit gebruik. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat het gebruik van de dienstauto uitsluitend voor dienstreizen is toegestaan volgens het Besluit Dienstreizen Defensie. De rechtbank heeft geoordeeld dat het privégebruik van de auto wederrechtelijk was, ongeacht het feit dat de leidinggevenden niet hebben ingegrepen. De officier van justitie had een taakstraf geëist, maar de rechtbank heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, gezien de omstandigheden waaronder het feit is begaan en het feit dat de verdachte al strafontslag heeft gekregen van zijn werkgever. De rechtbank heeft de verdachte wel strafbaar verklaard voor het bewezenverklaarde feit, dat valt onder artikel 11 van de Wegenverkeerswet 1994.