Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
LASERVISION INSTRUMENTS B.V.,
gevestigd te Breukelen en kantoorhoudende te Nieuwleusen,
wonende te [plaats],
1.De procedure
2.De feiten
“
Stand van zaken
Advies
“In overleg met de behandelaars en de bedrijfsarts is besloten dat per donderdag 12 juli 2018 het contactverbod wordt opgeheven. Daarnaast stel ik mij per maandag 16 juli 2018 weer beschikbaar voor eigen werk.”
3.3. Het geschil
4.De beoordeling
van het verzoek
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Het contactverbod heeft werkgever bemoeilijkt in haar re-integratieverplichtingen en ten aanzien van de nakoming van deze verplichtingen kan haar dan ook geen ernstig verwijt worden gemaakt. Dat werkgever het contactverbod met kwade opzet heeft geschonden is niet gebleken, terwijl werkgever zich terecht op het standpunt stelt dat enig contact in het licht van haar verplichtingen uit hoofde van de Wet Poortwachter onvermijdelijk was. Overigens acht de kantonrechter het oordeel van het UWV dat werkgever tekort is geschoten in haar
De kantonrechter is wel van oordeel dat werkgever het uitoefenen van druk op werknemer om te komen tot ondertekening van de vaststellingsovereenkomst gedurende zijn arbeidsongeschiktheid achterwege had moeten laten. Aangezien dit handelen echter dateert van twee jaar geleden, is dit onvoldoende om thans te oordelen dat werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De overige door werknemer aangevoerde omstandigheden leiden evenmin tot het oordeel dat sprake is van verwijtbaar handelen aan de zijde van werkgever. De kantonrechter ziet derhalve geen aanleiding om aan werknemer een billijke vergoeding toe te kennen.