ECLI:NL:RBOVE:2018:4639
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Last onder bestuursdwang voor sluiting horecabedrijf na overtredingen en aanvraag vergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 4 december 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van BKBD Horeca B.V., gevestigd te Zwolle, tegen de burgemeester van Zwolle. De burgemeester had op 20 oktober 2018 een besluit genomen waarin BKBD Horeca B.V. werd gelast haar horecabedrijf te sluiten en gesloten te houden, omdat er twijfels waren gerezen over de rechtmatigheid van de verkoop van de onderneming en de financiële stromen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij haar horecabedrijf tot zes weken na het besluit op haar aanvraag voor een drank- en horeca-vergunning mocht blijven exploiteren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster een spoedeisend belang heeft bij haar verzoek, omdat sluiting van het bedrijf zou leiden tot financiële problemen. Echter, de voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er voldoende aanwijzingen zijn dat verzoekster de wet heeft overtreden door haar horecabedrijf zonder de vereiste vergunning te exploiteren. De burgemeester had op basis van een advies van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) besloten om een Bibob-advies aan te vragen, wat aanleiding gaf om de gedoogsituatie te beëindigen.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er onvoldoende aanleiding is voor schorsing van het bestreden besluit of het treffen van een andere voorlopige voorziening. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.