ECLI:NL:RBOVE:2018:4572

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 november 2018
Publicatiedatum
29 november 2018
Zaaknummer
08/033834-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van supporters van Go Ahead Eagles voor openlijk geweld tegen politie en trein

Op 29 november 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen acht supporters van Go Ahead Eagles, die op 22 september 2017 openlijk geweld hebben gepleegd tegen leden van de Mobiele Eenheid (ME) en een trein van de NS op station Zwolle. De supporters waren teruggekeerd van een uitwedstrijd en kwamen in een opgefokte sfeer aan op het station, waar de politie hen al had beveiligd vanwege mogelijke confrontaties met andere supporters. Tijdens het overstappen ontstond er een confrontatie met de ME, waarbij de supporters beledigende teksten scandeerden, leden van de ME bespuugden en de ruiten van de trein vernielden. De rechtbank oordeelde dat de supporters een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het geweld en dat zij aansprakelijk zijn voor de daden van mededaders. De rechtbank legde hen taakstraffen op van 120 uur en een verdachte kreeg daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van 7 dagen. De rechtbank oordeelde dat het stadionverbod van 3 jaar dat de supporters al hadden gekregen, het recidivegevaar voldoende inperkte, waardoor geen (deels) voorwaardelijke taakstraf werd opgelegd. De rechtbank achtte de bewezenverklaring van openlijk geweld tegen personen en goederen op basis van de getuigenverklaringen en camerabeelden voldoende onderbouwd. De schadevergoeding aan de NS voor de vernielingen werd toegewezen, met een totaalbedrag van € 1.735,67.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/033834-18 (P)
Datum vonnis: 29 november 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 november 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.E.B. Rasing en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. L.J. van der Heide, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte met anderen openlijk geweld heeft gepleegd tegen een trein van de Nederlandse Spoorwegen (NS) en tegen één of meer leden van de Mobiele Eenheid (ME).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 22 september 2017 in de gemeente Zwolle met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten op het perron van treinstation Zwolle, in elk geval op of
aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op het perron van treinstation Zwolle en/of in de trein (die op dat moment stil stond op het perron van station Zwolle) openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
- één (of meer) treindeur(en) en/of
- één (of meer) (trein)ra(a)m(en) en/of
- althans telkens tegen een (of meer) goed(eren) van de Nederlandse Spoorwegen,

welk geweld bestond uit het trappen/schoppen/slaan tegen een (of meer) treindeur(en) en/of ra(a)m(en) van die trein

en/of
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen één (of meer) lid/leden van de Mobiele Eenheid (die als linie gepositioneerd stonden), welk geweld bestond uit
- het schreeuwen/provoceren/schelden in de richting van een (of meer) lid/leden van de Mobiele Eenheid met de woorden "Kanker politie, kanker Zwolle" en/of "Kankerwouten" en/of
- het dragen van stokken en/of PVC pijpen, althans het dragen van een (of meer) slagvoorwerp(en) en/of
- het aanvallen van en/of indringen op een (of meer) lid/leden van die Mobiele Eenheid en/of
- het spugen in de richting van een (of meer) lid/leden van de Mobiele Eenheid en/of
- het trappen/schoppen in/op/tegen het schild van een (of meer) lid/leden van de Mobiele Eenheid en/of
- het vastpakken en/of trekken aan het schild van een (of meer) lid/leden van de Mobiele Eenheid.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Op 22 september 2017 komt bij het Team Openbaar Orde Inlichtingen (TOOI) informatie binnen die inhoudt dat een groep risicosupporters van Go Ahead Eagles op die dag in verband met een voetbalwedstrijd met de trein naar Emmen zal afreizen en moet overstappen in Zwolle. De harde kern supporters van PEC Zwolle zouden hiervan op de hoogte zijn. Op basis van deze informatie ontstaat de indruk dat het in Zwolle tot een confrontatie zou kunnen komen tussen de supporters van Go Ahead Eagles en die van PEC Zwolle. Bij de overstap op de heenweg wordt door inzet van de politie een confrontatie voorkomen.
Op de terugweg is eveneens voorzien in een overstap van de Go Ahead Eagles supporters op het station Zwolle. Op basis van signalen dat de supporters van Go Ahead Eagles en PEC Zwolle alsnog uit zouden zijn op een treffen, wordt op en rondom het NS station in Zwolle door de politie met diverse eenheden opgeschaald. Om te voorkomen dat de Go Ahead Eagles supporters zich via de trap op perron 9/10 de toegang verschaffen tot de stationshal, stelt de ME een linie op bij de trap. De Go Ahead Eagles supporters verlaten na aankomst op het station Zwolle de trein en lopen richting die trap. Het komt daar tot een confrontatie met de ME. Met behulp van ook de supporterbegeleiders slaagt de ME erin om de Go Ahead Eagles supporters in de trein naar Deventer te drijven die aan de overzijde van het aankomstperron voor de supporters gereed staat. Nog voor deze trein af kan reizen naar Deventer, wordt in de trein aan de noodrem getrokken en worden twee deurramen en een brandblusser vernield. Ook vindt wederom een confrontatie plaats met de ME waarbij wordt gespuugd, gescholden, getrapt en geslagen. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen worden in totaal 46 supporters, waaronder verdachte, aangehouden.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het ten laste gelegde feit, met uitzondering van het dragen van stokken, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De officier van justitie baseert zich op het proces-verbaal van bevindingen van 11 oktober 2017 met bijlagen waarin de camerabeelden worden uitgeschreven, de processen-verbaal van bevindingen waarin de geweldshandelingen en het spugen en schelden worden beschreven en waarin verdachten worden herkend en de foto’s van de schade aan de trein.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat haar cliënt moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde, omdat niet kan worden bewezen dat haar cliënt een significante bijdrage heeft geleverd aan het trappen, schoppen en/of slaan tegen de ramen en deuren van de trein evenals het trappen tegen of het vastpakken van het schild van een lid of leden van de ME. Indien haar cliënt de ten laste gelegde bewoordingen zou hebben geuit en zou hebben gespuugd richting de ME, dan moet dat als een belediging worden gekwalificeerd en niet als een geweldshandeling als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat sprake is geweest van een rellerige situatie waarbij het handelen van individuele personen die zich in de groep supporters bevonden in mindere of meerdere mate onderdeel hebben uitgemaakt van het gewelddadige handelen van die hele groep. Het is dan veelal niet goed vast te stellen wie nu precies wat heeft gedaan. Als er vanuit een groep geweld is gepleegd, betekent dit op zichzelf niet dat iedereen die tot die groep behoort ook strafrechtelijk kan worden veroordeeld voor openlijk geweld als bedoeld in artikel 141 Sr. Een veroordeling is alleen mogelijk als van een verdachte kan worden vastgesteld dat hij een voldoende wezenlijke bijdrage aan het geweld heeft geleverd, zij het dat de bijdrage zelf niet van gewelddadige aard hoeft te zijn. Alleen maar aanwezig zijn in een groep is echter onvoldoende.
De rechtbank concludeert op basis van de bewijsmiddelen dat op het moment dat de trein uit Emmen in Zwolle arriveert de groep voetbalsupporters met zijn allen de trein verlaat. Er heerst een opgefokte sfeer binnen de groep. Meerdere supporters hebben hun gezicht bedekt door het optrekken van truien dan wel door het dragen van capuchons, zonnebrillen, petjes en/of sjaaltjes. Ook wordt een dreigende houding aangenomen, die onder meer blijkt uit het feit dat vanuit de groep provocerende en beledigende teksten worden geuit, zoals ‘kanker politie’, ‘kanker Zwolle’ en (later) ‘kanker wouten’. Een groot deel van de groep supporters is onder invloed van drank en/of drugs. Een aantal supporters heeft slagvoorwerpen vast, naar later blijkt PVC buizen, en een vlaggenmast. De groep tracht zich door de ME-linie heen toegang te verschaffen tot de trap. Gelet op de onwenselijkheid hiervan voelt de ME zich genoodzaakt in te grijpen door het uitvoeren van een charge. Aan deze eerste charge is geen waarschuwing vooraf gegaan. Nog afgezien van de vraag of, hoe en wanneer aan de supporters kenbaar is gemaakt dat de trein voor de supporters aan de overzijde van het spoor gereed stond, overweegt de rechtbank dat het, gelet op de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden, naar uiterlijke verschijningsvorm aannemelijk is dat de supporters op een confrontatie uit waren. Of die intentie tot een confrontatie met de daar verwachte PEC-supporters gold of de aanwezige ME, acht de rechtbank niet relevant. Duidelijk is dat de Go Ahead Eagles supporters reeds als zij de trein verlaten zich opgefokt, dreigend, provocerend en beledigend gedragen. Ook nadat het grootste deel van de supporters de gereed staande trein naar Deventer in zijn geloodst door de aanwezige supporterbegeleiders en de overige supporters door de ME die trein in zijn gedreven, blijft het gedrag van een deel van de groep uit op rellen. Verdachte bevindt zich in die laatste groep. Dat deel van de groep supporters blijft, op het moment dat zij de trein naar Deventer betreedt, op het balkon staan terwijl er meer dan genoeg zitplaatsen beschikbaar zijn, roept provocerende teksten naar de ME en spuugt in de richting van de ME. Het vertrek van de trein wordt verhinderd doordat aan de noodrem wordt getrokken door iemand in de trein. Op een gegeven moment, wanneer de dubbele toegangsdeuren sluiten, worden de twee ramen in de toegangsdeur vernield doordat de groep supporters daartegenaan trapt dan wel slaat. Dit is aanleiding voor de ME-commandant om opdracht te geven dat de ME de trein betreedt, zodat de ME de groep supporters naar Deventer kan begeleiden. Het zich verschaffen van toegang tot de trein wordt echter bemoeilijkt doordat de ME leden worden aangevallen door enkele supporters, in die zin dat er wordt getrapt tegen hun schilden en/of dat deze worden vastgepakt. Ook verlaat één van de supporters de trein en dringt in op de ME. Na deze gebeurtenissen besluit de ME-commandant om alle supporters één voor één uit de trein te halen en aan te houden.
De vraag is welk aandeel verdachte heeft gehad in deze openlijke geweldplegingen. Hoewel de raadsvrouw heeft bepleit dat de vermeende geweldshandelingen van haar cliënt op de camerabeelden niet te zien zijn, komt de rechtbank toch tot de vaststelling dat verdachte een voldoende wezenlijke bijdrage aan de geweldshandelingen heeft gepleegd. De camerabeelden zeggen namelijk niet alles. Zo heeft een deel van het openlijk geweld op het station van Zwolle al plaatsgevonden voordat verdachte op de camerabeelden zichtbaar is. Bovendien verspringen de camerabeelden, die ook niet van geluid zijn voorzien, per seconde zodat niet alles wat er gebeurd is, is vastgelegd. Op de camerabeelden is bijvoorbeeld niet te zien wie de treinramen heeft vernield, terwijl wel is komen vast te staan dat deze vernieling heeft plaatsgevonden. De rechtbank gaat om die reden dan ook uit van de door de ME-leden afgelegde verklaringen en door hen daarin geschetste feiten en omstandigheden. Op grond daarvan kan van verdachte worden vastgesteld dat hij aanwezig is geweest bij de groep die op 22 september 2017 op het station in Zwolle geweld pleegde tegen de trein en de ME. De bijdrage van verdachte aan het geweld bestond uit het trappen tegen het raam van de treindeur, het uiten van provocerende en beledigende teksten in de richting van de ME en het maken van trappende bewegingen in de richting van de ME.
De raadsvrouw heeft bepleit dat het uiten van provocerende en beledigende teksten en het spugen in de richting van de ME niet als een geweldshandeling kan worden gekwalificeerd. De rechtbank oordeelt dat deze stelling in zoverre juist is dat de handelingen op zichzelf staand niet per definitie een geweldshandeling opleveren. Gelet op de context waarin deze handelingen hebben plaatsgevonden, is de rechtbank in dit geval echter van oordeel dat zij niet los gezien kunnen worden van de overige geweldshandelingen. De rechtbank overweegt daartoe dat het uiten van provocerende en beledigende teksten en het spugen in de richting van de ME een ontremmende en opruiende werking op de groep supporters heeft gehad, mede waardoor een sfeer is ontstaan waarin het verrichten van geweldshandelingen werd gestimuleerd. Het verweer van de raadsvrouw wordt dan ook verworpen.
De rechtbank is op grond van het bovenstaande van oordeel dat verdachte een actieve rol heeft gehad en aldus een voldoende significante of wezenlijke bijdrage aan het geweld richting de ME en tegen de trein heeft geleverd. Verdachte had zich van dit geweld kunnen distantiëren, maar heeft in plaats daarvan juist de confrontatie gezocht. Hij is derhalve ook aansprakelijk voor die daden die niet feitelijk door hemzelf maar door één van zijn mededaders is verricht. De rechtbank acht het ten laste gelegde feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 22 september 2017 in de gemeente Zwolle met anderen op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op het perron van treinstation Zwolle en in de trein (die op dat moment stil stond op het perron van station Zwolle) openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
- treindeuren en
- treinramen,
welk geweld bestond uit het trappen en slaan tegen een treindeuren en ramen van die trein
en
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen leden van de Mobiele Eenheid, welk geweld bestond uit
- het schreeuwen/provoceren/schelden in de richting van een leden van de Mobiele Eenheid met de woorden "Kanker politie, kanker Zwolle" en "Kankerwouten" en
- het dragen van PVC pijpen en
- het aanvallen van en indringen op leden van die Mobiele Eenheid en
- het spugen in de richting van leden van de Mobiele Eenheid en
- het trappen tegen het schild van leden van de Mobiele Eenheid en
- het vastpakken van het schild van een lid van de Mobiele Eenheid.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 141 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 140 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw bepleit dat, mocht de rechtbank tot oplegging van een straf of maatregel komen, dient te worden volstaan met een geheel voorwaardelijke straf, om het strikte behandeltraject dat haar cliënt volgt niet te doorkruisen. Verder bepleit de raadsvrouw dat bij de strafmaat rekening dient te worden gehouden met de omstandigheid dat haar cliënt niet eerder voor een geweldsdelict in aanraking is geweest met politie en justitie en veel spijt heeft van het voorval.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte maakte deel uit van de groep Go Ahead Eagles supporters die zich na afloop van een voetbalwedstrijd in Emmen tijdens een overstap op het station in Zwolle schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen ME leden en tegen een trein van de NS. De rechtbank acht bewezen dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan dit geweld. Verdachte had zich van dit geweld kunnen distantiëren, maar heeft in plaats daarvan juist de confrontatie gezocht. Hij is daarom ook aansprakelijk voor die daden die niet feitelijk door hemzelf maar door één van zijn mededaders is verricht. Verdachte heeft niet alleen inbreuk gemaakt op de persoonlijke integriteit van de ME leden, maar ook bijgedragen aan ongewenste ordeverstoringen en agressie in het openbaar en de in de samenleving heersende gevoelens van angst en onveiligheid. Tevens heeft verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van de NS door twee treinruiten te vernielen waardoor schade is ontstaan. Extra kwalijk is dat het geweld voor iedereen zichtbaar, open en bloot heeft plaatsgehad. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De rechtbank heeft gelet op het uittreksel van de justitiële van verdachte van 1 oktober 2018. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Daarnaast heeft de rechtbank gelet op de door de raadsvrouw overgelegde medische stukken, waaruit onder meer blijkt dat verdachte kampt met psychiatrische en verslavingsproblematiek en in dat kader op vrijwillige basis een behandeling ondergaat. De raadsvrouw heeft op basis van die informatie ter terechtzitting om aanhouding van de zaak verzocht om (primair) een dubbelrapportage dan wel (subsidiair) een reclasseringsrapportage over haar cliënt te laten opmaken. De rechtbank acht zich echter voldoende ingelicht over de persoon van de verdachte en acht nader onderzoek naar de persoon van verdachte, in de vorm van een dubbelrapportage van het NIFP dan wel een reclasseringsrapportage, dan ook niet noodzakelijk. Het verzoek tot aanhouding van de zaak van de raadsvrouw wordt dan ook afgewezen.
Bij het bepalen van de straf heeft rechtbank de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als uitgangspunt genomen. Voor openlijke geweldpleging van goederen geldt als oriëntatiepunt een taakstraf voor de duur van 60 uren. Voor openlijke geweldpleging zonder lichamelijk letsel geldt als oriëntatiepunt een taakstraf voor de duur van 120 uren, die bovendien kan worden verhoogd met 33% tot 100% omdat het feit is begaan tegen leden van de ME.
Alles afwegende acht de rechtbank de oplegging van een taakstraf passend en geboden. Een deels voorwaardelijke taakstraf, zoals door de officier van justitie is geëist, acht de rechtbank niet aan de orde. Aan verdachte is immers een stadionverbod opgelegd voor de duur van drie jaren. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee het recidivegevaar reeds voldoende ingeperkt en is een extra stok achter de deur weinig zinvol. De rechtbank zal aan verdachte dan ook een onvoorwaardelijke taakstraf opleggen voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
NS station B.V. heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2609,51 [zegge: tweeduizend zeshonderdnegen euro en eenenvijftig cent], te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- het herstellen van schade aan treinstel 7635 € 1.735,67
- oproep en inzet van de wachtdienst in het weekend € 873,84
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat de vordering van de benadeelde partij NS station B.V. hoofdelijk wordt toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw stelt primair, gelet op de door haar bepleite vrijspraak, dat de benadeelde partij NS station B.V. niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering. In het geval van een bewezenverklaring merkt de raadsvrouw op dat de post ‘wachtdienst’ van € 873,84 dubbel is opgevoerd en dat de kosten voor het schoonmaken en de kosten voor reparatie van de ramen en brandblusser niet voor toewijzing in aanmerking komen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost die ziet op het herstellen van schade aan treinstel 7635 is voldoende onderbouwd, aannemelijk en onvoldoende betwist en derhalve voor toewijzing vatbaar. Daarentegen is de post die ziet op de oproep en inzet van de wachtdienst in het weekend dubbel opgevoerd. De rechtbank zal het gevorderde daarom hoofdelijk toewijzen tot een bedrag van € 1.735,67, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. De rechtbank zal het overige deel van de gevorderde schade afwijzen.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De raadsvrouw heeft zich verzet tegen oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, omdat de benadeelde partij een groot bedrijf is.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht. Dat het slachtoffer in het onderhavige geval geen particulier persoon betreft, laat het opleggen van een schadevergoedingsmaatregel onverlet en geëigend. Het gevoerde verweer van de raadsvrouw vindt geen steun in het recht en wordt dan ook verworpen.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 22c en 22d Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot hoofdelijke betaling aan de benadeelde partij
NS station B.V.van een bedrag van
€ 1.735,67 (zegge: duizend zevenhonderdvijfendertig euro en zevenenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 september 2017, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte hoofdelijk verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.735,67 (zegge: duizend zevenhonderdvijfendertig euro en zevenenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 september 2017, ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
27 dagenzal worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte of één van zijn mededaders heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte of één van zijn mededaders aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
-
wijstde vordering van de benadeelde partij
NS station B.V.voor het overige deel, te weten
€ 873,84 (zegge: achthonderddrieënzeventig euro en vierentachtig cent) af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Peper, voorzitter, mr. drs. H.M. Braam en
mr. R.M. van Vuure, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.H. Doldersum, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 november 2018.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer ON1R018013 AZOTO. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 17 oktober 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 33-40):
(…) OV: Aan de verdachte worden een aantal foto's getoond. Op de foto bevindt verdachte zich in de groep Go Ahead Eagles supporters welke zich bevinden op het balkon van de in/uitgang van de trein. Op de foto is te zien dat verdachte [verdachte] samen met een paar andere personen een trappende beweging richting de ME maakt.
V: Ik toon je nu een foto (Foto 1). Kun jij jezelf aanwijzen op deze foto?
A: Ja.
OV: Verdachte wijst zichzelf aan op de foto.
V: Wat ben jij op de foto aan het doen?
A: Ik denk dat ik de ME buiten probeerde te houden. (…)
2. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] van 18 oktober 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergeven (pagina 147):
(…) V: Je zegt dat jezelf alleen verweerde. Wat doe je op deze foto's dan?
O: Verbalisant toont foto's op bijlagen 2 en 3 aan de verdachte.
A: Daar heb ik het schild vast. (…)
3. Het proces-verbaal van bevindingen van 23 september 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 299-300):

(...) De Mobile Eenheid ging voor de trap op linie staan. Wij zagen dat de Go Ahead Eagles supporters uit de trein stapten. Wij zagen dat meerdere supporters de truien tot aan de neus hadden opgetrokken en capuchon over hun hoofd hadden getrokken. Tevens hadden een paar een donkere zonnebril op. Kennelijk wilde ze niet herkend worden. Wij zagen dat de supporters luid schreeuwden en richting Mobiele Eenheid liepen. Wij zagen dat zij voor de Mobiele Eenheid gingen staan. Wij hoorden dat zij voor de Mobiele Eenheid met luide stem schreeuwden:" Kanker Zwolle." Wij hoorden dat zij dit meerdere keren riepen. Wij hoorden dat de commandant van de Mobiele Eenheid met luide stem riep dat de supporters de trein richting Deventer in moesten gaan. Wij zagen dat de supporters geen gehoor hieraan gaven en bleven provoceren naar de Mobiele Eenheid en mogelijk aanwezige Zwolle supporters. (...)

4. Het proces-verbaal van bevindingen van 23 september 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 337-339):

(...) De bewuste trein kwam rond 23.10 uur aan op spoor 9. Ik zag dat er uit deze trein een groep van minimaal 50 personen stapte. Ik zag dat de sfeer in deze groep opgefokt was. Ik zag dit aan de uitstraling van deze personen. Ik zag dat een aantal personen een slagwapen in hun handen hadden. Dit was een stok van minimaal een meter lang. Ik zag dat zij deze stokken naast hun hoofd in hun vuist hielden. Ze wilden deze kennelijk gebruiken als wapen. Ik zag dat de personen die deze droegen deze stok achter hun rug verborgen. Zij deden dit op het moment dat zij de politie zagen. Ik kon niet zien van welk materiaal deze stokken waren gemaakt. Ik zag dat een aantal personen een agressieve blik hun ogen had. Op basis van mijn kennis en ervaring heb ik sterk het vermoeden dat zij onder invloed waren van verdovende middelen. Ik hoorde dat er werd geroepen: 'Kankerpolitie', 'kankerzwolle' en woorden van gelijke strekking. (...) Ik zag dat deze groep op ons afkwam. Uit alles bleek dat zij de confrontatie met ons aan wilden gaan en dat zij door de linie wilden breken, dan wel met ons wilden vechten. Omdat wij vlak voor een trap stonden, moest ik in het kader van onze veiligheid enkele meters voorwaarts gaan. Ik zag dat de supporters als 1 blok op ons af kwamen en druk op de linie van de ME wilde zetten. Ik zag dat er 1 van de genoemde stokken naar de linie werd gegooid. (...) Ik zag dat een grote groep in de entree (balkon) bleef staan. Dit waren de supporters die de confrontatie met ons waren aangegaan. (...) Ik zag dat de groep in de entree agressief bleef in onze richting. Ik zag dat er een ruit van de treindeur kapot werd getrapt. (...) Ik zag dat de ME-ers grote weerstand kregen van de supporters. De supporters wilden ons absoluut geen toegang geven tot de trein. Ik zag dat de ME'ers zich ondanks dit verzet toegang tot de trein verschaften. Ik zag dat er nog een ruit uit een deur van de trein werd getrapt door een supporter. (...)

5. Het proces-verbaal van aangifte van [naam] , namens Ns Stations BV en Ns Groep N.V., van 24 september 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 340-341):

(...) Ik wil aangifte doen van vernieling dan wel openlijke geweldpleging aan een treinstel dat vrijdagavond stond op perron 10 van het NS station te Zwolle. (...) In de trein was een groep voetbalsupporters uit Deventer welke 2 ramen van een treinstel vernielden / uitgetrapt hebben. (...)

6. Het proces-verbaal van bevindingen van 23 september 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 363-364):
(...) Ik zag en hoorde dat er een grote groep van circa 50 uit de trein stapte en voor de andere ME groep stond. Ik hoorde spreekkoren over "KANKER ZWOLLE", en spreekkoren van gelijke strekking. Wij hebben ons bij de andere ME groep gevoegd. Ik, verbalisant, stond helemaal rechts van het perron. Ik zag op links dat er meerdere personen, uit de groep van circa 50 personen, met stokken stonden. Ik zag dat er meerdere personen een dreigende houding richting de politie hadden. Ik zag dat de groep zich richting de politie begon te verplaatsen. Ik zag dat meerdere personen de stokken omhoog hielden. Ik zag dat meerdere personen zich onherkenbaar hadden gemaakt doormiddel van capuchons, petjes, zonnebrillen en sjaaltjes. (...) Ik, verbalisant, stond met 2 andere ME'ers ongeveer in het midden van de trein, voor een dubbele deur opening. Ik zag dat er circa 15 personen achter deze deuren stonden. Ik zag en hoorde dat deze personen ons constantaan het beledigen waren met onder andere "kankerwouten en kankerpolitie", en woorden van gelijke strekking. Ik zag en voelde dat ik meerdere malen werd gespuugd door meerdere personen. Op een gegeven moment zag ik dat de dubbele deuren dicht gingen, met de bedoeling dat de trein zou gaan rijden richting Deventer. Ik zag dat het raam van de rechter deur er uit werd getrapt. Ik zag dat er door meerdere personen tegen aan werd getrapt. (...) Ik hoorde dat wij de opdracht kregen om in de trein plaats te nemen, om de groep naar Deventer te begeleiden. Ik zag toen wij naar binnen gingen dat er meerdere malen in onze richting werd getrapt. (...) Ik zag dat de deuren zich weer sloten. Ik zag vervolgens dat er wederom
meerdere personen tegen het raam van de linkerdeur begonnen te trappen. Ik zag dat dit raam er op een gegeven moment ook uitging. (...) Ik, verbalisant, kan verklaren dat ik meerdere personen zou herkennen van een actueel genomen foto, welke ons beledigde, bespuugde en de ramen hebben vernield. Ik kan verklaren dat ik mij in mijn goede naam en eer ben aangetast door de meerdere beledigingen die in mijn richting werden geuit. Tevens kan ik verklaren dat ik in mijn goede naam en eer ben aangetast door de bespugingen. (...)
7. Het proces-verbaal van bevindingen van 19 oktober 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 365-367):

(...) Op foto 1 zie ik verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1992 te Deventer. Ik, [verbalisant] , zag verdachte [verdachte] voor het eerst op het balkon van de Intercity trein richting Deventer. Ik, verbalisant, stond op de moment met 2 andere ME collega's voor het balkon. Ik, verbalisant, heb waargenomen dat VE [verdachte] meerdere malen trappende bewegingen heeft gemaakt tegen mijn ME schild. Ik kan verklaren dat deze trappen het schild geraakt hebben. (...). Op het moment dat de dubbele deuren dicht zaten zag ik dat verdachte [verdachte] minimaal 1x tegen het raam van een (1) van de deuren heeft getrapt. Ik kan niet zeggen of verdachte [verdachte] de finale trap heeft afgegeven waarbij daadwerkelijk het raam eruit sprong. Ik kan verklaren dat verdachte [verdachte] ons meerdere malen heeft beledigd. Ik hoorde onder andere dat verdachte [verdachte] 'Kutwouten', en woorden van gelijke strekking riep. (…) Ik kan verklaren dat op het perron en in het balkon massaal beledigingen werden geuit. Ook vanuit het balkon werd er massaal "KUTWOUTEN, KANKER ZWOLLE, KANKER WOUTEN" geroepen. Door deze beledigingen voel ik mij in mijn goede naam en eer aangetast. (...)

8. Het proces-verbaal van bevindingen van 23 september 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 368-369):

(...) Ik, verbalisant, zag dat er een grote groep van ongeveer 60 personen, voornamelijk mannen, onze kant op kwamen gelopen. Ik zag dat enkele personen gezichtsbedekkende kleding droegen, waaronder shawls. Tevens droegen een aantal personen capuchons, petten en/of droegen zij zonnebrillen. De meesten personen waren in het donker gekleed. Ik zag dat de personen onze kant op kwamen gelopen en daarbij scandeerde zij teksten met onder andere: "Kanker Zwolle". (...) Ik hoorde onder andere: "kanker politie", "homo's" en meerdere soortgelijke beledigingen. Ik zag dat een aantal personen slagwapens bij zich droegen, wat naar later bleek PVC buizen te zijn. (...) Terwijl dit gebeurde werd er door een aantal personen gespuugd in onze richting. (...) een groep van ongeveer 15 mannen bleven staan in de entree van de trein. Hierbij werden er door meerdere personen gespuugd, beledigende teksten gescandeerd en er werd een trappende beweging gemaakt richting mijn ME collega bij het sluiten van de deuren. Vervolgens stond ik, met twee andere ME leden, voor de toegangsdeuren naar de trein. Andere ME leden stonden bij andere toegangsdeuren. Op een gegeven moment zag ik dat er door een trappende beweging van meerdere personen de ruiten in de toegangsdeuren werden vernield. De ruit kwam in zijn geheel uit het kozijn en viel kapot op de grond, voor ons op het perron. Kort daarna gebeurde het zelfde met de andere ruit van de andere toegangsdeur. (...) Bij het binnengaan van de trein werd er gespuugd in de richting van mij. (...)

9. Het proces-verbaal van bevindingen van 10 oktober 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 370):

(...) 1. Verdachte [verdachte] , hieronder genoemd, herken ik als zijnde de persoon die trappende bewegingen heeft gemaakt in de richting van mij en/of mijn collega's ME-leden. Tevens herken ik hem als degene die verbaal behoorlijk aanwezig was en daarbij ook beledigende teksten uitte. Wat hij destijds woordelijk heeft gezegd kan ik nu niet meer benoemen. (...)

10. Het proces-verbaal van bevindingen van 11 oktober 2017, inclusief de bijgevoegde fotobeelden, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 439-458):
(...) Ik, verbalisant, had de camerabeelden uitgekeken, die zijn opgenomen op vrijdag 22 september 2017 in trein waar de openlijke geweldpleging had plaatsgevonden. (...) Ik zag dat ondanks diverse charges van de ME, deze groep op het balkon bleef staan en openlijke geweld pleegden tegen goederen van de trein en tegen de aanwezige politie. Ik zag dat zij in het tijdsbestek van ruim 24 minuten voldoende mogelijkheden hadden om zichzelf van het balkon te doen verwijderen en plaats te nemen elders in de trein. (...)
Te 23:10:15 uur:
Ik, verbalisant, zag dat nadat de deuren open gingen, en de ME voor de toegang van de trein ging staan. Ik zag dat [medeverdachte 2] deels uit de trein was gestapt en met zijn linkerschouder tegen een ME manschap aan stond. Ik zag dat [medeverdachte 2] vervolgens volledig uit de trein was gegaan en met een (1) hand een schild van een ME manschap vasthield en met zijn andere hand zijn gezicht beschermde. (...)