Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.de vennootschap onder firma [eiser 1] ,gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
[eiser 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
[eiser 3],
wonende te [woonplaats 1] ,
1.[gedaagde 1] ,wonende te [woonplaats 2] ,
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.De beoordeling
de aanleiding voor ons vertrek was de mededeling van [gedaagde 2] aan [eiser 3] dat wij de huurfactuur te laat betaalden. [eiser 3] werd te verstaan gegeven dat we er uit moesten. Ik ben toen van mijn paard afgestapt en naar [gedaagde 2] gegaan, die mij te kennen gaf dat de maat vol was en dat [eiser 3] met een arrogant smoelwerk rond liep. Er viel niet over te praten, we moesten de volgende dag weg zijn. Er is geen ruzie gemaakt, ik was wel verbijsterd. Omdat ik problemen had met mijn ex en moest wachten op een huis van de woningbouw heeft [gedaagde 1] mij een aanbod gedaan om op de stal te komen wonen. Daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Het was geen verblijfsruimte maar een volwaardig appartement (woonkamer, eigen opgang door kantine, af te sluiten, met een keuken en sanitaire voorzieningen). Ik mocht er zo lang blijven wonen als ik wilde. De huurfactuur (appartement en stallen) heb ik altijd binnen anderhalve week na ontvangst van de factuur betaald. Dat vind ik niet te laat. De mededeling om te vertrekken hebben we op 7 juni 2018 s ochtends gehoord. We hebben toen alles ingepakt die dag en de volgende dag, 8 juni, hebben we spullen naar de opslag gebracht. Daarna hebben we voer op laten halen en s avonds met een trailer en twee vrachtwagens de paarden opgehaald. U houdt mij voor de foto’s van een container met goederen. Het klopt dat wij daar een deel van onze spullen in hebben gegooid: een bank, een wasdroger, een vloer en een aantal vuilniszakken. Wij mochten altijd dingen in die container gooien. Dat deden anderen ook. U houdt mij voor twee foto’s van stallen. Wij konden vanwege de tijdsdruk de stallen niet beter uitmesten. We hebben toen nog gezegd dat we de helft van de huur ook wel vooruit wilden betalen maar ook dat was geen optie. Toen wij de paarden wilden vervoeren kwamen er grote kerels van het loonbedrijf van [gedaagde 1] om Power Boy achter te houden. De auto met trailer werd toen gebarricadeerd. Omdat wij niet meer gewenst waren was voor ons de situatie onhoudbaar geworden. Wij konden absoluut niet langer blijven, wij moesten weg. Gedreigd is er niet, maar [gedaagde 2] was wel duidelijk.