Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- het proces-verbaal van aangifte door [naam 1] namens [bedrijf 1] , pagina’s 184 en 185;
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] op 9 juni 2018, pagina’s 112 tot en met 118;
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] op 13 juni 2018, pagina’s 138 tot en met 142;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 9 november 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van aangifte door [naam 4] , pagina’s 487 en 488;
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] op 9 juni 2018, pagina’s 112 tot en met 118;
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] op 13 juni 2018, pagina’s 138 tot en met 142;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 9 november 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van aangifte door [naam 2] , pagina’s 490 tot en met 492;
- het proces-verbaal van bevindingen naar aanleiding van het onderzoek naar de telefoon van [verdachte] , pagina’s 192 en 193;
- het proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] op 9 juni 2018, pagina’s 112 tot en met 118;
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] op 13 juni 2018, pagina’s 138 tot en met 142;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 9 november 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van aangifte door [naam 5] , pagina’s 496 en 497;
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] op 9 juni 2018, pagina’s 112 tot en met 118;
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] op 13 juni 2018, pagina’s 138 tot en met 142;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 9 november 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van aangifte door [naam 3] , pagina’s 501 en 502;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 9 november 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen, terwijl hij opzettelijk goederen vernielt;
medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen, terwijl hij opzettelijk goederen vernielt;
medeplegen van poging opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
diefstal.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De vorderingen tenuitvoerlegging
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen, terwijl hij opzettelijk goederen vernielt;
medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen, terwijl hij opzettelijk goederen vernielt;
medeplegen van poging opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
diefstal;
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden;
7 (zeven) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardendat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
90 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
45 dagen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit 2 tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 650,-te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 13 dagen zal worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit 4 tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 86,21te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 1 dag zal worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van politierechter van deze rechtbank van 19 mei 2017 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week;
14 (veertien) uren;
7 (zeven) dagenhechtenis;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van politierechter van deze rechtbank van 22 juni 2017 voorwaardelijk opgelegde
taakstrafvoor de duur van
20 (twintig) uren;
10 (tien) dagen jeugddetentie.