I. de man te verbieden gedurende een periode van drie jaren met ingang van de datum van het vonnis zich te begeven naar en/of zich te bevinden in de [wijk] in [plaats] , althans zich te begeven c.q. te bevinden en/of op het houden in een gebied dat is gelegen binnen de volgende met elkaar verbonden straten: [straat 1] , [straat 2] , [straat 3] , [straat 4] , [straat 5] , [straat 6] , [straat 7] , [straat 8] en [straat 1] , zoals nader is aangegeven op de plattegrond zoals deze onder productie 8 aan de dagvaarding is gehecht en deze plattegrond aan het vonnis te hechten, en/of straat van drie kilometer van de woning van de vrouw gelegen aan het adres [adres 1] te [plaats] ,
II. de man te verbieden gedurende een periode van drie jaren met ingang van de datum van het vonnis zich te bevinden binnen een straal van 500 meter, rondom de school van [minderjarige 1] , zijnde de [school 1] gelegen aan [adres 2] te [plaats] ,
III. de man te verbieden gedurende een periode van drie jaren met ingang van de datum van het vonnis zich te bevinden binnen een straal van 500 meter, rondom de school van [minderjarige 2] , zijnde de [school 2] gelegen aan [adres 3] te [plaats] ,
IV. de man te verbieden gedurende een periode van drie jaren met ingang van de datum van het vonnis direct, dan wel indirect persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of anderszins contact op te nemen met de vrouw,
V. de man te verbieden gedurende een periode van drie jaren met ingang van de datum van het vonnis direct, dan wel indirect persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of anderszins contact op te nemen met de kinderen,
VI. de man te veroordelen om aan de vrouw een dwangsom van € 250,00 per overtreding te betalen voor iedere keer dat de man in strijd handelt met voornoemde verboden, met een maximum van € 25.000,00,
VII. de man te veroordelen in de proceskosten.